Meeste panden centrum Ginneken niet veel ouder dan honderd jaar, villa’s en hotels zijn afgebroken.



1. Ook de Kerkstraat, nu de Ginnekenweg tussen de Dillenburgstraat en de Ginnekenmarkt, bestond voor het jaar 1900 vrijwel uit allemaal lage huisjes die het dorpse karakter van weleer uitstraalden.
Binnen de Klankbordgroep Ginneken werd recent een lijst uitgedeeld met ‘belangrijke historische gebouwen’ in het Ginneken die stuk voor stuk bescherming verdienen. Ginneken is oud, daar vertellen we niets nieuws mee. Sinds eeuwen is er sprake van bebouwing in het oude kerkdorp. Eerst waren het houten optrekjes, later huizen van steen. In de 13e eeuw werd bij de (Ginneken)Markt een katholieke kerk gebouwd en vanaf de 17e eeuw is er al sprake van een herberg op de Ginnekenmarkt.

Eeuwen veranderde er in het Ginneken hoegenaamd niets en kon men spreken over een klein boeren gehucht, ver weg van het ‘grote Breda’. Via de Ginnekenpoort bij het (nu) Van Coothplein kwam je buiten de muren rond Breda. De grond tussen Breda en het Ginneken mocht om Breda te kunnen verdedigen lang niet worden bebouwd als de stad weer eens door de Fransen of de Spanjaarden werd belegerd. Verreweg de meeste huizen van wat wij nu ‘het Ginneken’ noemen zijn pas na1870 gebouwd, toen de muren rond Breda werden afgebroken.

Toen de muren waren gesloopt breidde Breda zich uit richting Ginneken…

Ruim honderd jaar geleden barstte Breda als het ware uit zijn voegen. De stad had voor het bouwen van woningen en fabrieken dringend de behoefte aan veel bouwgrond. Zo is de suikerfabriek en de nog niet zo lang geleden gesloopte brouwerij (toen de ‘Drie Hoefijzers’) uit die tijd. De wallen rond Breda werden in 1870 afgebroken en de stad kon zich buiten de wallen uitbreiden. Dat gebeurde in de richting van Ginneken volgens het toen zo genoemde 'plan van uitleg', dat was ontworpen door de bekende stedenbouwkundige Frederik Willem van Gendt. Hij was door het stadsbestuur naar Breda gehaald. Van Gendt 'ontmantelde' steden, bevrijdde ze van de omknelling door stadswallen. Voordat hij een uitbreidingsplan voor Breda maakte, was hij al actief geweest voor de steden Maastricht, Bergen op Zoom, Venlo en Coevorden.

Toen de muren rond Breda in 1870 waren gesloopt breidde de stad zich razendsnel uit richting Ginneken. Ook in het Ginneken zelf ontwikkelden zich industriële activiteiten als de timmerwerkplaats van Adrianus de Swart. Hij had twee zonen die het plan hadden opgevat om waar nu de panden Duivelsbruglaan 28 t/m 32 staan, een grote houtzagerij annex timmermanswerkplaats te beginnen. Toen die in 1910 klaar was, wilden de broers er een stoommachine plaatsen. De gemeente verleende daar een vergunning voor, maar stelde als voorwaarde dat er een achttien meter hoge schoorsteen geplaatst zou worden om de rook af te voeren. De heer Stolk, eigenaar van indertijd 'Villa Maria' in de Duivelsbruglaan (toen Brugstraat), protesteerde als eerste tegen de vergunning. U ziet, er gebeurt tegenwoordig eigenlijk niets nieuws in het Ginneken.

Bewoner van Villa Maria kocht met veel geld hinder in de buurt weg…

Toen later bleek dat de neerslag van roet er nog zeer hinderlijk was, sloten de heren Roelands (eigenaar van Hotel Duivelsbrug) en Soer (bewoner van Huize Mariëndal) zich bij het protest aan. Desondanks wilde de gemeente de vergunning voor de stoommachine niet intrekken. De gebroeders Swart moesten wel de schoorsteen tot vijfentwintig meter verhogen. Ook dat werd de heer Stolk van villa Maria te gortig. Hij kocht de timmerwerkplaats van de gebroeders Swart voor het toen flink bedrag van 5.000 gulden. Dat heeft hij later in 1904 ook gedaan met de kunstwolfabriek 'De Beer' die naar de zin van Stolk ook te dicht bij zijn villa Maria was weggezet. Wellicht een idee voor de huidige bewoners van de Duivelsbruglaan die de strijd hebben aangebonden tegen de nieuwe Marckhoek, opkopen die handel.

Swart verhuurde de werkplaats aan een melkfabriek, annex melksalon. In een Ginnekenes VVV-gids uit die tijd staat: 'Er zijn alleraardigste zitjes met uitzicht op Bouvigne'. Later (tot in 1930) was er in het pand ook nog een pianohandel gevestigd. In 1930 kreeg de heer Swart van de gemeente een vergunning voor het bouwen van twee herenhuizen. Zo werden naast zijn huis in de Duivelsbruglaan ook de panden 28 en 30 gebouwd. Die huizen staan er nu nog en zijn dus pas achtenzeventig jaar oud. Het pand Duivelsbruglaan 34 is in de ruim honderd jaar dat het bestaat nauwelijks veranderd. Dat geldt niet voor de directe omgeving. Hotel Duivelsbrug (over de Duivelsbrug rechts), Huize Mariëndal (waar nu de Ginnekense dominee woont) en Villa Maria (vlak bij de plek waar nu de Marckhoek staat) zijn in de loop der tijd gesloopt. Als het pand Duivelsbruglaan 34 kon praten, zou het veel over het Ginneken van vroeger kunnen vertellen.

Het 100-jarige Hotel Mastbosch werd maar net van de ondergang gered…

Na het slopen in 1870 van de verdedigingswallen rond Breda en het door de gemeente opheffen van het bouwverbod voor het gebied tussen Breda en het Ginneken, verlieten veel Bredase rijken de stad en bouwden zich in en rond het Ginneken riante woningen of villa’s. De tot dan toe lage kleine huisjes (zeg maar het ‘dorpse karakter’ van Ginneken) in de Wilhelminastraat en de Kerkstraat (nu Ginnekenweg vanaf het Oranjeplein tot aan de Ginnekenmarkt) werden rond de jaren 1900 ten behoeve van de rijke Bredanaars vrijwel allemaal met de grond gelijk gemaakt voor het bouwen van de herenhuizen die er nu staan. In Ginneken verrezen ook diverse grote chique hotels om de toeristen uit verre omstreken te herbergen. Ginneken was in het begin van de vorige eeuw een gewilde toeristenplaats, met o.a. het Mastbos(ch) als een grote trekpleister.

2. Villa Maria was een fraaie behuizing en stond in de Duivelsbruglaan vlak bij waar nu de Marckhoek staat. Begin 1900 woonde daar de heer Stolk, een schatrijke man die alle hinder in de buurt ‘wegkocht’.
3. Hotel Duivelsbrug stond over de Duivelsbrug rechts, daar waar nu twee witte villa’s staan.
4. Het eveneens imposante Hotel Amicitia stond aan de Ginnekenweg, waar later het postkantoor is gekomen.
5. Net vóór de Duivelsbrug aan de linkerkant stond lange tijd een zeer Italiaans aandoende villa. Deze is later gesloopt voor het bouwen van een woning voor de Ginnekense dominee.