Toen Ginneken in 1950 Breda vroeg om de pomp te komen droogleggen, ontstond er slaande ruzie.



1. De eerste jaren dat tijdens carnaval de Ginnekense de pomp werd drooggelegd werd voor het Ginneken de toespraak uitgesproken door de in Ginneken wonende Henri t Sas (met hoed). Hij dreef dan op een onnavolgbare wijze de spot met Breda.
De Ginnekense carnavalsorganisatie ’t Lestogenblik’ bestaat precies 51 jaar. Het getal is niet deelbaar door elf, dus het is geen kroonjaar. Het bestuur is hard aan het werk met het voorbereiden van carnaval 2011 en dat is wel een kroonjaar. Een van de hoogtepunten tijdens het Ginnekens carnaval is jaarlijks het ‘droogleggen’ van de pomp op de Ginnekenmarkt. Tegenwoordig gebeurt dat met een gezamenlijk ontbijt met Mijnheer de Baron waar iedereen bij kan aanschuiven.

Het ‘droogleggen’ van de Ginnekense pomp gebeurt als volgt. Prins carnaval van ’t Kielegat (Breda) komt zondag tijdens carnaval met zijn gevolg naar het Ginneken, waar op uitnodiging van Mijnheer de Baron de slinger van de pomp op de Ginnekenmarkt met een ketting wordt vastgelegd. Symbolisch wordt hiermee aangeven dat er vanaf dat moment geen water meer mag worden gedronken. Wat dan wel?

En het Ginneken was furieus!!! U kunt zich de situatie wel indenken…

Dat vertelde AVRO-verslaggever Klaas-Jan Hindrikx in 1968 in een uitzending van het ‘AVRO Radio Journaal’ door uit te roepen: “Water is nu taboe in Ginneken, waar men slechts bij bier kan grinniken”. Vlak voor de pompdrooglegging in 1950, brak er een pure machtsstrijd uit tussen de carnavalsorganisaties van Ginneken en Breda. De strijd werd publiekelijk uitgevochten. De toenmalige Ginnekense organisatie ‘De Pomp” nodigde Prins carnaval van Breda uit om op carnavalszondag op de Ginnekenmarkt de pomp te komen droogleggen. In het Ginneken had men toen nog geen prins carnaval of een andere adellijke figuur om de plechtigheid te verrichten. Reden waarom men besloot hiervoor prins carnaval in Breda uit te nodigen. “Heel goed”, liet Breda (de B.C.V.) weten. “Maar de organisatie zal in onze handen zijn”.

Uiterst minzaam wees Breda het Ginneken op het volgende: “Ginneken is in 1942 door Breda geannexeerd en daardoor was Ginneken Bredaas grondgebied geworden. Daarom heeft onze organisatie (Breda) het in Ginneken voor het zeggen.” In het Ginneken was men furieus!!! U kunt zich de situatie wel indenken. “Vergeet het maar, u bent niet meer welkom in het Ginneken”, liet men Breda weten. “Dat is niet aan u”, repliceerde Breda, “Wij komen toch en leggen de pomp droog”. U ziet, de strijd werd keihard gestreden. Ginneken had haar antwoord klaar, maar dat duurde wel een paar dagen. “Als u naar het Ginneken komt, zult u er alle cafés gesloten vinden en de Ginnekenmarkt leeg”, stond in de brief die in Breda insloeg als een bom. Hebben we hier te maken met Ginnekense grootspraak?, vroeg men zich vertwijfeld af in Breda.

Henri t' Sas veegde de Bredase Prins carnavalesk flink de mantel uit…

Organisatie 'De Pomp' had voor het dan sluiten van de cafés volledige overeenstemming bereikt met alle kasteleins in het Ginneken. Breda ging overstag en capituleerde. Die carnavalszondag in 1950 kwam de Bredase prins met groot gevolg naar het Ginneken en legde er de pomp droog. Op de Ginnekenmarkt werd de Bredase Prins toegesproken door niemand minder dan de nu nog bekende schrijver en toneelspeler Henri t' Sas. Die veegde de Bredase Prins carnavalesk flink de mantel uit. Ginneken was in 1942 dan wel door Breda geannexeerd, maar hoe de gemeentegrenzen tijdens carnaval moesten worden getrokken, was met deze publieke rel duidelijk vastgesteld. “Ginneken blijft met carnaval Ginneken”, zo had men in woord en daad Breda meer dan duidelijk gemaakt.

Het was dus Henri t' Sas die tijdens de eerste 'pompdrooglegging' na de oorlog, georganiseerd door carnavalsorganisatie ‘De Pomp’, de Prins uit Breda toesprak. Later is in het Ginneken een plein naar hem vernoemd. Na de pompdrooglegging in 1950 zou Henri t’ Sas nog tot in de jaren zestig als spreker voor dit Ginnekense evenement worden uitgenodigd. In het jaar 1964 werd de organisatie van het jaarlijkse carnaval in het Ginneken overgenomen door de in 1959 opgerichte carnavalsvereniging ’t Lestogenblik. ‘De Pomp’ had, flink vergrijsd, het bijltje er bij neergelegd. Eén telefoontje naar het thuiscafé van ’t Lestogenblik’, het café van Jan en Dien Brauers op de Ginnekenmarkt, was voldoende om dat te regelen. Ook nu nog organiseert ’t Lestogenblik nog ieder jaar de ‘pompdrooglegging’.

2. De eerste Ginnekense Baron Jean Bernard van den Bilt le Dernierre du Moment (1968 - 1970) ontving zijn gasten bij voorkeur midden op de Ginnekenmarkt. Vaak waren daar ook verslaggevers van het AVRO Radio Journaal bij aanwezig.
3. Nico Prins en zijn vrouw Frieda. Nico Prins was jaren lang voorzitter van organisatie ‘De Pomp’ In 1964 nam vereniging ’t Lestogenblik het stokje over. ‘De Pomp’ legde, flink vergrijsd, het bijltje er bij neer.