Achter Ginnekense straatnamen schuilt een schat aan historische gegevens en aardige anekdotes.



De straatnamen in het Ginneken hebben door de jaren heen nogal wat wijzigingen ondergaan. Vooral bij de annexatie van het dorp Ginneken in 1942 door Breda zijn er verschillende namen aangepast. De zeker spoedeisende reden daarvoor was dat de namen in Breda al in gebruik waren en twee dezelfde straatnamen binnen één gemeente leidt tot problemen. Zo had je in het Ginneken en in Breda een Wilhelminastraat (deel van de Ginnekenweg) en een Brugstaat (nu Duivelsbruglaan).

Dat veroorzaakte alleen al problemen bij het bezorgen van de post. En wat zou u denken als iemand de weg vroeg. Niet alle mensen in het Ginneken accepteerden de naamsveranderingen. Onder andere Willem de Ruijter, indertijd voorzitter van de Ginnekense Handboogschutterij ‘Prins Hendrik’ weigerde de nieuwe straatnamen te gebruiken en bleef in gesprekken de straten in het Ginneken bij hun oude naam noemen. Ik heb vroeger vaak met hem gesproken over het oude Ginneken. Zo werden automatisch de oude straatnamen in mijn geheugen opgeslagen.

Met Dillenburgstraat werden de Duitse bezetters flink voor de gek gehouden…

In het Ginneken zijn diverse straten nogal eens van naam veranderd, bijvoorbeeld als het Koningshuis iets te vieren had. De Dillenburgstraat heette vroeger Groenstraat. Toen de Laurentiusschool werd gebouwd veranderde men de naam in Schoolstraat. Bij het huwelijk van Prins Bernhard en Prinses Juliana werd de naam opnieuw veranderd in Prinses Julianastraat. In Breda had je al een Julianalaan, dus in december 1941, vlak voor de annexatie van Ginneken, werd de naam veranderd in Dillenburgstraat. Het verhaal gaat dat er in oorlogstijd geen namen van het Koninklijk Huis gebruikt mochten worden. Met Dillenburgstraat werden de Duitse bezetters flink voor de gek gehouden. De plaatsen Dillenburg (Duitsland), Diest (België), Orange (Frankrijk) en Breda zijn samen de gekende Oranjesteden, maar wisten de Duitsers veel.

Het Ginneken met burgemeester Jhr. Mr. Th. Serraris aan het hoofd stond toen alom bekend als een gemeente waar de Oranjes een potje konden breken. Als men iets te vieren had, dan was het Ginneken er als de kippen bij om grootse activiteiten te organiseren. Daarvoor had men de beschikking over een enthousiast en invloedrijk Oranjecomité. Toen bij het huwelijk van Prins Bernhard en Prinses Juliana de naam van de Schoolstraat werd veranderd in Prinses Julianastraat, ontstond ook het zo genoemde Ginnekense ‘Oranjerondje’. Van de Prinses Julianastraat kwam men op het Nassauplein (Valkeniersplein) om vervolgens via de Prins Hendrikstraat op het Oranjeplein te komen. Via de Wilhelminastraat (Ginnekenweg) kwam men weer bij de Prinses Julianastraat uit. Het ‘Oranjerondje’ was een populair rondje voor een wandeling op een zwoele zomeravond.

Hij hekelde Breda over de annexatie die nooit had mogen plaatsvinden…

Andere Ginnekense straatnamen die met de annexatie van het Ginneken werden aangepast zijn bijvoorbeeld de Gaffelstraat (daarvoor Kruisstraat en Akkerstraat). De Kerkhofweg kende al een reeks van namen: Zandstraat, Molenstraat, Akkerstraat, Klappeistraat (in de volksmond Klapetter). De Ginnekenmarkt heette tot december 1941 gewoon ‘Markt’, maar die had je in Breda ook al. Daarom werd het in het Ginneken de Ginnekenmarkt en in Breda de Grote Markt. De Ginnekenmarkt bestaat al net zo lang als het Ginneken zelf en had door de eeuwen heen diverse namen: Plaatse, Kerkplaatse, Kuip, Singel, Marktplein, Markt en vanaf eind december 1941 de Ginnekenmarkt. De Raadhuisstraat was in vroeger jaren een van de hoofdwegen naar België. Die naam kreeg zij in maart 1902. Daarvoor was de straat bekend onder de naam Heerbaan, Steenweg en Dorpstraat.

Een van de jongste straatnamen in het Ginneken is het Henri t’ Sasplein. Het plein ligt bij de Strijenlaan, werd aangelegd in 1986 en is genoemd naar Henri Sophie t’ Sas. Behalve dagbladjournalist schreef hij ook boeken en toneelstukken. In de jaren zestig aan mij de taak om als secretaris van de carnavalsorganisatie ’t Lestogenblik Henri t’ Sas ieder jaar met carnaval uit te nodigen als spreker bij de traditionele ‘pompdrooglegging’op de Ginnekenmarkt. Voordien deed hij dat vanaf de jaren veertig ook voor Carnavalsvereniging ‘De Pomp’, de voorloper van ’t Lestogenblik. In een gloedvolle toespraak sprak hij ieder jaar prins carnaval uit Breda toe, die op uitnodiging van de Baron in het Ginneken altijd de pompdrooglegging bijwoonde. Hij begon zijn toespraak altijd met “Breda dat bij het Ginneken ligt…”. Daarna hekelde hij Breda over de annexatie die nooit had mogen plaatsvinden.