In Ginneken brak al eerder (1982) een rel uit rond Wim Siegmund , het dorp stond weken op z’n kop



1. Wim Siegmund (de fantast) op de foto rechts van Baron Jean van der Bilt maakte alleen maar plezier en goede sier in het Ginneken met werkzaamheden die hij nooit heeft verricht. Dat deden zijn twee broers.
Wie te ver boven het maaiveld uitkomt loopt een gerede kans zijn kop te verliezen. Over medeoprichter en vierentwintig jaar ononderbroken bestuurslid van 't Lestogenblik, Wim Siegmund, verscheen in 1982 ook al een groot schandaalverhaal in de Ginnekense Carnavalskrant. Professionele bladen zouden daar nog iets van kunnen leren. Langdurig onderzoek ging aan de publicatie vooraf, maar toen was het ook goed raak en stond Ginneken op haar grondvesten te schudden.

Wim Siegmund is een van de oprichters van de carnavalsorganisatie 't Lestogenblik. Hij is, zo beweert men tenminste, een niet onverdienstelijk schrijver, een artiest, een organisatorisch genie en hij werkt als een paard. Dat is het beeld dat in de jaren tachtig en negentig rond deze voortrekker van het Ginnekens carnaval is opgebouwd. Maar is dat wel zo? Mogen al deze kwaliteiten hem ook worden aangemeten? De waarheid is onthutsend! 'de Sieg', zoals hij veelal wordt genoemd, is niet zo veelzijdig als is gesuggereerd.

Een eeneiige drieling die als drie druppels water op elkaar lijken…

Erger nog, hij heeft in al die jaren amper iets voor het Ginnekens carnaval uitgevoerd behalve feesten en bier drinken aan de toog van Jan en Dien Brauers. Men is daar toevallig achter gekómen en de waarheid is onthutsend. De 'Ginnekense Sieg', zo zullen we hem gemakshalve maar even noemen, is er een van een drieling! Een eeneiige drieling die als drie druppels water op elkaar lijken. Twee daarvan hebben het vele werk gedaan dat de 'Ginnekense Sieg' op zijn eentje heette te doen. Ze pasten daarbij op niet samen te worden gezien. Een voor een hebben ze de activiteiten van 't Lestogenblik bijgewoond om zo hun grote geheim te kunnen bewaren. Een onthutsend geheim, zoals we reeds meldden, dat zijn weerga niet kent.

Men koesterde al enige jaren argwaan, want zeg nou zelf. In de vele jaren dat 't Lestogenblik in Ginneken actief is, was de 'Ginnekense Sieg' niet één keer afwezig. Vergaderingen, festiviteiten en feestavonden hij heeft ze allemaal bijgewoond, dat is toch onmogelijk? Tijdens carnaval 1981 kwam daar de klad in. De manier waarop deed bij velen argwaan ontstaan. Besloten werd een diepgaand onderzoek in te stellen. Het eerste voorval viel plaats op 16 januari 1981. De voorzitter van het 'College van Protocol' (J. Lodders) had een vergadering belegd. Een kwartier voor de aanvang kwam het bericht, dat 'de Sieg' door ziekte geveld niet kon komen. De bedoelde vergadering was nog geen half uur oud of ‘de zieke’ stapte binnen of er niets aan de hand was.

Direct na carnaval 1981 is men begonnen aan een diepgaand onderzoek…

Het tweede voorval: de coördinatie van de met carnaval altijd gehouden kindermiddag van ’t Lestogenblik lag in handen van 'de Sieg'. Maar op dit feest kwam hij in het geheel niet opdagen! Ook hier weer het gerucht dat hij ziek zou zijn. Maar tegen het einde van de middag werd hij gesignaleerd in café 'De Zoete Inval'. Je moet toch wel stekeblind zijn als je daar allemaal intrapt. Het waren deze twee voorvallen, dat ‘t Lestogenblik deed besluiten een onderzoek in te stellen. Direct na carnaval 1981 is men daar mee begonnen. Men wierp zich op het onderzoek als een hongerige leeuw op een sappige hinde. Wat zou nog prettiger genoemd kunnen worden dan 'de Sieg' te kunnen ontmaskeren die in het Ginneken alom bekend staat als onkreukbaar?

Maar waar te beginnen? ‘Bij het begin, bij zijn geboorte', stelde een lid van de commissie voor. De klap, zo zou weldra blijken, zou meteen raak zijn! Men toog dus naar Groningen. Daar werd 'de Sieg' op 27 maart 1937 geboren, hij heeft dat nooit onder stoelen of banken gestoken. Het uittreksel uit het geboorteregister leerde dat de genoemde ouders niet alleen Willem George Siegmund het levenslicht hadden doen zien, maar ook ter zelfde datum en plaats aan nog twee telgen van het mannelijke geslacht! Pieter Louis en Theodorus Cornelis waren de namen die in 1937 waren opgegeven aan een Groningse ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat men op het goede spoor zat was duidelijk, want dat de 'Ginnekense Sieg' er een van een drieling is, daarover had hij nooit gerept en dat is toch zéér merkwaardig.

Als zelfstandige kunstenaar slijt Piet Siegmund in Hengelo zijn dagen…

Het kostte ons nog ruim een half jaar om de andere twee gebroeders uit 'het nest' op te sporen. Het werk daarvoor werd meer dan beloond. En opnieuw viel men van de ene verbazing in de andere! Na Wim, die we gemakshalve maar de 'Ginnekense Sieg' blijven noemen, vonden we de andere tweede van de drieling terug in het Overijselse Hengelo. Daar woonde Piet Siegmund, die als zéér artistiek bekend stond. Als zelfstandige kunstenaar slijt hij zijn dagen met verdienstelijk genoemd schilderen en schrijven. Dat, zo konden we ook vaststellen, gebeurt altijd onder het pseudoniem 'Piet Paaltjes'. Daarom was zijn werkelijke naam in de kunstwereld ook niet bekend. De onderzoekers voelden een grote behoefte deze Piet Siegmund eens nader aan de tand te voelen.

De eerste maal dat men aan de deur van zijn tot woning omgebouwde boerderij aanklopte, was hij niet thuis. 'Hij is naar zijn uitgever', meldde ons een vriendelijke buurvrouw. 'Komt U vanmiddag maar terug, dan is hij er wel', was het welgemeende advies. Het tweede bezoek had meer succes. Luid schelde de trekbel in de gang achter de eikenhouten deur. Toen deze langzaam opendraaide, geloofde men zijn eigen ogen niet. In de deuropening stond (zo leek het tenminste) Wim Siegmund, alias de 'Ginnekense Sieg'. Het enige verschil dat te bespeuren viel, was zijn haar, dat bijna tot op de schouders afhing. Verder waren de gelaatstrekken exact dezelfde als het exemplaar dat men al kende.

Piet Siegmund staarde zijn bezoekers verbijsterd aan en sloeg op de vlucht…

'U wenst', vroeg Piet Siegmund ongeduldig en wat geërgerd door de verbaasde houding. 'We zijn van de Ginnekense Carnavalskrant', kwam het moeizaam over de lippen, 'we willen U graag even spreken'. Piet Siegmund staarde zijn bezoekers verbijsterd aan. Of hij te doen had met een deurwaarder met een aanslag van een paar ton in zijn handen. 'Komt U morgen maar terug', hakkelde de aangesprokene ontdaan, 'ik heb nu geen tijd'. De deur werd met een smak dichtgegooid. Opnieuw was de zaak weer stuk gelopen. De andere dag werd op het aanbellen niet meer open gedaan. 'Mijnheer Piet is met vakantie gegaan', meldde nogmaals de vriendelijke buurvrouw. Hier zou men niet veel wijzer worden. Maar het spoor was warm, zéér warm mocht met grote zekerheid gesteld worden.

Het kostte weer enkele weken om de derde telg van de drieling te vinden. De als Theodorus Cornelis Siegmund in het geboorteregister bekend staande telg laat zich met Dorus aanspreken. Als een van de topfiguren van een landelijke verzekeringsmaatschappij is hij in goede doen en bewoont een groot grachtenpand te Amsterdam. Na aangebeld te hebben deed hij zelf open. De gelijkenis met de 'Ginnekense Sieg' was ook hier weer onvoorstelbaar. Iemand die niet van de waarheid op de hoogte is zou zweren steeds met één en dezelfde persoon te maken te hebben. Het verschil met ons bezoek aan Piet Siegmund was dat we hier geen opperste verbazing of schrik aantroffen. Na ons te hebben voorgesteld en het doel van ons bezoek te hebben verteld, werden we op de meest vriendelijke manier binnengenood.

Gelooft u mij, hij kan nog geen verhaaltje van drie regels op papier zetten…

'Ik had U al verwacht heren', sprak Dorus Siegmund met deftige stem en ging ons voor naar de huiskamer. Nadat we waren gezeten in grote leren fauteuils, met voor ons een goed glas wijn, begon Dorus Siegmund uit zichzelf met de uitleg waarop we zo gebrand waren. 'Ja onze Piet heeft mij gebeld dat u achter de waarheid bent gekomen, hij is er helemaal van ondersteboven. Ik heb hem gezegd dat als U mij zou vinden ik u alles zou vertellen. Enfin, nu is het dan zover'. Wat wij te horen kregen deed onze verbazing alleen nog maar toenemen. Ruim vijftien jaar heeft de Siegmund-drieling niet alleen 't Lestogenblik, maar ook heel het Ginneken bij de neus gehad. Er was een beeld geschapen van de 'Ginnekense Sieg' die niet alleen begaafd zou zijn met ontelbare kwaliteiten, maar ook over zeeën van tijd beschikte.

'Toen Wim', aldus zijn broer Dorus, 'ruim vijftien jaar geleden spontaan de taak op zich nam om de Ginnekense Carnavalskrant te schrijven, kwam hij in grote problemen. Gelooft u mij, hij kan nog geen verhaaltje van drie regels op papier zetten. Broer Piet die een begenadigd schrijver is, bood Wim toen aan deze klus te klaren. Hij wilde echter verder met 't Lestogenblik helemaal niets te maken hebben, want Piet geeft geen zier om carnaval. Hij heeft altijd wat teruggetrokken geleefd. 'Geen nood', zei Wim toen, 'dan onderteken ik de verhalen toch gewoon met mijn naam'. 'Hetzelfde', aldus Dorus, 'gebeurde enige jaren later ook met mij. 't Lestogenblik zou omgevormd worden tot stichting. Van organiseren heeft Wim ook geen kaas gegeten. Mij zit dat, ook gezien mijn functie in het verzekeringswezen, in het bloed.'

De vrouw van Wim heeft toen er gebeld werd verteld dat hij ziek was…

'Toen besloten we de grap uit te breiden tot ons drieën. Indertijd heb ik de organisatiestructuur voor 't Lestogenblik uitgedokterd en zelfs verdedigd op de bestuursvergaderingen. Op de vergaderingen kwam ik over uit Amsterdam en ging voor Wim door, die gewoon thuis zat. Niemand had de verwisseling in de gaten.' De glazen werden opnieuw gevuld. Dorus Siegmund vervolgt zijn opmerkelijk verslag: 'Vorig jaar liep het twee keer bijna mis. We hadden afgesproken dat ik naar een vergadering zou gaan van het 'College van Protocol' bij Joop Lodders. Er kwamen nogal wat organisatorische zaken aan de orde, vandaar. Ik kreeg onderweg echter pech met mijn wagen. De vrouw van Wim heeft, toen ze opgebeld werd waar Wim bleef, in haar zenuwen gezegd dat hij ziek was.

‘Een kwartier naderhand stapte ik echter niets vermoedend binnen', vertelde Dorus met een glimlach op het gelaat. Ook het afwezig zijn van de 'Ginnekense Sieg' (Wim dus) bij de kindermiddag kreeg een logische (?) verklaring. 'Ik moest', aldus de organisator van de drieling (Dorus Siegmund), 'die dag voor het bedrijf naar Parijs. Ik kon daar niet onderuit. We konden twee dingen doen. Of Wim ging zelf of we moesten een smoesje verzinnen. Nou, het eerste kon gewoon niet. Wim kan nog geen damwedstrijd tussen twee personen organiseren, dus dat zou een flop worden. We besloten om een leugentje om bestwil te verzinnen. Wim werd voor de tweede maal ziek gemeld. Maar hij had natuurlijk die middag niet in café Regina moeten gaan zitten', riep Dorus Siegmund met zijn handen in de lucht uit.

Piet heeft een aversie tegen carnaval en is nooit bij ’t Lestogenblik geweest…

Er waren nog heel wat te vragen. 'En die tegeltjes van het Ginneken dan?', was er een. 'Die heeft onze Piet altijd gemaakt, dat is de artiest', was zonder dralen het antwoord. 'En dat fraaie drukwerk en die financiële staten ieder jaar?' Onverdroten geeft Dorus Siegmund steeds het antwoord: 'Dat is allemaal bij mij op de zaak gemaakt, dat was geen probleem, daarvoor hebben we de machines en de vakmensen voorhanden.' Het werd de delegatie zwart voor de ogen. ‘Maar die ideeën dan allemaal', probeerden ze nog. 'Oh, die waren allemaal van Piet. Die heeft een artistieke inslag. Hij schudde ze zo uit zijn mouw. U heeft hem gezien, dat lange haar zou de zaak direct verraden hebben. Piet is de enige', zo besloot Dorus, 'die nooit in het Ginneken en bij 't Lestogenblik' is geweest. Zijn aversie tegen carnaval kwam in dit geval goed van pas'.

'Maar wat heeft Wim dan gedaan?', riepen de bezoekers nu in uiterste wanhoop uit! 'Niets heren, helemaal niets, was het koele antwoord. 'Hij heeft in die jaren maar een paar keer een bestuursvergadering bijgewoond, als ik toevallig niet kon. Natuurlijk is hij bij al uw feestjes aanwezig geweest, want daar kun je hem 's nachts nog voor uit bed halen. Hij is de enige losbol van ons drieën.' Toen de delegatie in de auto weer naar huis reed, werd er niet gesproken. ledereen was bezig met zijn eigen gedachten. 'Dat zal wat worden', riep Ab Piethaan plotseling uit. 'Wat?', vroeg Ben Braam, de wagen afremmend voor een rood stoplicht. 'Nou, er is niet één Sieg, er zijn er zelfs drie!' De resterende kilometers werd er druk door elkaar gepraat. Tal van opmerkingen houden we maar voor ons. 'Om de lieve vrede', zogezegd. Maar wat zal de toekomst nog brengen?

In 2001 hielden nieuwe Ginnekense bobo’s een onderzoek naar de Sieg…

Dat jaar werd de rel breed in de krant uitgemeten. De Ginnekense Sieg heeft toen wel carnaval gevierd, maar wel zodanig vermomd dat hij door niemand herkend kon worden. In de jaren daarna raakte de rel in de vergetelheid. Maar in 2001 werd in het Ginneken opnieuw in het geheim een onderzoeksteam samengesteld om vragen rond de Sieg te beantwoorden. Hij zou voor het Ginneken grote verdiensten hebben met het ruim twintig jaar uitgeven van een huis-aan-huis krant, het Ginnekens Nieuwsblad. Ook zou hij met grote inzet een van de drijvende krachten zijn achter de plaatselijke Dorpsraad Ginneken. En, acht en wee, hij werd daar zelfs Koninklijk voor onderscheiden. Nieuwe Ginnekense bobo’s hebben het allemaal uitgezocht en in de krant laten zetten.

2. Op de foto van links naar rechts: Piet Siegmund (de kunstenaar), Wim Siegmund (de fantast) en Dorus Siegmund (de zakenman). Een eeneiige drieling die het Ginneken en ‘t Lestogenblik jaren lang voor de gek heeft gehouden.