Op ’t Lestogenblik was Prins Driekus l ’t Kielegat (Breda) ontrouw en liet zich in Ginneken begraven



1. Een van de jaarlijkse herdenkingen op half vasten bij de steen van Prins Driekus 1. Van links naar rechts prins Diederick I van Breda, (voorover buigend) Cees van Pruissen, Henk Esser en Joop de Werd.
Van 1967 tot en met 1972 had Breda (voor carnavalsvierders ’t Kielegat) een Prins met een puur Ginnekense inborst. Hij is zes jaar achter elkaar de Bredase feestvierders voorgegaan in de polonaise. Dat is twee maal de tijd die normaal gesproken een Prins volgens de regels wordt gegeven om in Breda de carnavallisten voor te gaan in het grote feest. Daarbij was Prins Driekus l in de persoon van Henk Esser ook jaren achter elkaar voorzitter van de Stichting Bredase Carnaval Viering (BCV).

Als mens, bestuurder en carnavallist blonk hij niet alleen uit in beide functies, maar werd ook door vrijwel iedereen op handen gedragen. We noemen hier ook ineens zijn ‘rechterhand’ Cees van Pruissen, secretaris van de BCV, ook met de juiste Ginnekense inborst. Cees woonde in het Wilhelminapark en werd in 1970 door Mijnheer de Baron benoemd als eerste Bredase ambassadeur voor het Ginneken.

Tot grote verbazing van iedereen was daar plotseling Prins Driekus l…

Samen met de toenmalige Grootvizier Jonker Quillaume in dienst van Mijnheer de Baron, heeft hij tal van grappen, grollen en stunts opgezet tot meerdere eer en glorie van beide hoven. Prins Driekus l, dus Henk Esser, woonde ook in het Ginneken, aan de Ginnekenweg 305. Over hem gaat dit speciale stukje carnavalsgeschiedenis. Het was toen al in de verre omtrek bekend dat in Breda carnaval op carnavalsdinsdag werd afgesloten met het verbranden van ‘Kiske en Wiske’ op de Grote Markt. Op hetzelfde moment vertrok in het Ginneken de droeve stoet vanaf het Oranjeplein die Mijnheer de Baron (zo dood als een pier) voor de laatste keer naar de Ginnekenmarkt bracht. In 1972 kwam er definitief een einde aan het bewind van Prins Driekus l en de Ginnekense Baron Antoine Henri de la Miérte le Dernierre du Moment. Om acht uur ’s avonds stond de Baronale begrafenisstoet klaar op het Oranjeplein.

Om acht uur, het moment dat de Ginnekense begrafenisstoet vertrekt, komt plotseling tot grote verbazing van iedereen Prins Driekus l aanstappen. Hij sloot zich aan bij het treurende hof achter de Baronale baar. Dat jaar werd carnaval in Breda afgesloten zonder Prins, die verbleef in het Ginneken bij zijn vriend de heengegane Baron Antoine. Na de plechtigheid op de Ginnekenmarkt werd Prins Driekus l samen met Baron Antoine in de container geladen, die onder luid geween van de aanwezigen aan de horizon verdween. Toen de andere dag, dus op Aswoensdag, de notabelen van het Baronale hof in vergadering bijeen waren, was de opmerkelijke begrafenis hèt gesprek van de dag. Prins Driekus l had voor zijn definitieve afscheid van carnaval, duidelijk voor het Ginneken gekozen. 'Daar moeten we iets mee gaan doen', riep Jonker Grootvizier Quillaume.

Henk Esser onthulde zelf de herdenkingssteen en was zichtbaar ontroerd…

Er vond direct een intensief contact plaats met de Bredase consul Cees van Pruissen. Het gevolg was dat tijdens ‘half vasten’, dat was in dat jaar op 15 februari 1972, Henk Esser naar de Ginnekenmarkt werd gelokt. Daar werd hem verzocht van de pas gelegde gedenksteen vlak bij de pomp de groen/witte Ginnekense vlag te verwijderen. Op de steen die toen zichtbaar werd stond de tekst: “Hier vond z’n leste plek Prins Driekus l, ’t was ’nne zot maar lang niet gek”. Henk Esser was zichtbaar ontroerd. Na de plechtigheid in 1972 kwam er jaren lang op de 11e van de 11e een delegatie van de BCV naar de Ginnekenmarkt om op de gedenksteen van Prins Driekus l bloemen te leggen. Later is deze hulde opgenomen in het vaste programma van het droogleggen van de pomp op de Ginnekenmarkt op carnavalszondag. Zo ook afgelopen zondag 14 februari 2010, precies achtendertig jaar na het onthullen van de steen. - Wim Siegmund.

2. Later werd de plechtigheid ingebracht in het programma van het droogleggen van de Ginnekense pomp op zondag tijdens carnaval. Men houdt dan een minuut stilte ter herinnering aan Prins Driekus l.
3. De herdenkingssteen met de tekst: “Hier vond z’n leste plek Prins Driekus l, ’t was ’nne zot maar lang niet gek” die door Henk Esser tijdens ‘half vasten’ op 15 februari 1972 zelf werd onthuld.