Het twintig jaar geleden ontvreemde varkentje op het Oranjeplein liet het Ginneken volkomen koud.



1. Het varkentje op het Oranjeplein werd om verklaarbare redenen door de inwoners van Ginneken koeltjes ontvangen.
Twintig jaar geleden ontstond er flink wat commotie rond de verdwijning van ‘het varkentje’ op het Oranjeplein. Het is een bronzen beeldje op een sokkel dat zich ogenschijnlijk schrap zet om niet uit het Ginneken te worden weggesleurd. "t Ginneken vergitte nie", staat er op de sokkel te lezen. In 1978 is het varkentje en de sokkel cadeau gedaan aan de Ginnekense bevolking bij het voltooien van een van de eerste grote bouwcomplexen onder de naam ‘Residentie Ginneken’.

Sinds het voltooien van de ‘Residentie Ginneken’ aan het Oranjeplein is het bouwen van grote en deftige bouwcomplexen in het Ginneken niet meer gestopt. Het bouwplan aan het Oranjeplein omvatte op de begane grond winkels met daarboven een groot aantal appartementen. Toen in 1978 de schutting rond de bouwplaats werd weggebroken om de ‘Residentie Ginneken’ met veel vlagvertoon in gebruik te nemen, werd ook op een feestelijke wijze ‘het varkentje’ onthuld. Twintig jaar later werd het beeldje van zijn sokkel gerukt en was spoorloos verdwenen.

Het beeldje was tijdelijk door de gemeente verwijderd om op te knappen…

De Ginnekenaren hadden de verdwijning van ‘het varkentje’ niet direct in de gaten. Pas na enkele weken deed dagblad "De Stem" de bevolking kond van het verlies. Op de voorpagina van "Stad en Streek" verscheen op een kwart pagina een foto van de lege sokkel met de mededeling dat het varkentje door vandalen was meegenomen. Maar daags daarna, het is de vrees van iedere journalist, moest het bericht weer worden gerectificeerd. Het beeldje was door het gemeentelijk centrum voor beeldende kunsten "De Beyerd" tijdelijk verwijderd. Volgens de heer B. van Es van dit instituut omdat het beeldje zo meegenomen kon worden. De bevestiging op de sokkel liet veel te wensen over. Het varkentje werd aan de onderkant voorzien van lange pinnen en de sokkel van diepe gaten. Daarna zou het beeldje met een speciale hars weer vast op de sokkel worden bevestigd.

Het artikel in ‘De Stem’ werd opgesmukt met satirische uitspraken als: " het Ginneken zou dit indertijd gegeven paard (varkentje} niet zo diep in de mond gekeken hebben". Dit om de slordigheid dat het zo gemakkelijk weg te halen was. De betreffende verslaggever ging in zijn artikel voorbij aan het gegeven dat er in die tijd nog samenlevingen bestonden waar niet alles muurvast hoeft te zitten om diefstal te voorkomen. Dit los van de vraag of het Ginneken indertijd wel zo verguld was met het cadeau, ‘het varkentje op het Oranjeplein’. De symboliek, van een varken dat niet uit het Ginneken wil worden gesleurd even terzijde. Het gegeven dat het monument een grenspaal moet voorstellen, op de plaats waar vroeger de grens tussen Ginneken en Breda zou hebben gelopen, is een regelrechte geschiedvervalsing.

De statige Ceintuurlaan had in het midden grote weelderige bloemperken…

Voor deze bewering keren we terug in de Ginnekense geschiedenis, toegespitst op het Oranjeplein. Dus de plaats van de vermeende diefstal. Vlak vóór de annexatie van het dorp Ginneken door Breda op 1 januari 1942, werd het Oranjeplein doorsneden door de aanleg van de toen zo genoemde Ceintuurlaan. Later zou dat de Franklin Rooseveltlaan, nu de Zuidelijke Rondweg worden. De toen statige Ceintuurlaan had in het midden grote weelderige bloemperken. Ginnekense ondernemers op het Oranjeplein, waaronder Jan Besouw met zijn café "Regina" (nu café Klarenbeek) kregen een nieuwe plaats, een stuk verder op de Ginnekenweg. De nieuwe Ceintuurlaan was een lust voor het oog. Welriekende tulpen wiegden er op lange stengels heen en weer, als stille klokjes langs een adembenemende en gewilde wandelroute. Statige herenhuizen accentueerden de sfeer die zeer aangenaam was te noemen.

Maar dat veranderde drastisch. De gemeente Breda had een beleid ontwikkeld dat het doorgaande verkeer uit de stadskern moest halen en omleiden door middel van ringbanen. Grote bulldozers maakten rigoureus een einde aan de fraaie Ceintuurlaan. Waar eens de tulpen bloeiden en geurden werd een grote diepe sleuf gegraven om er half ondergronds de auto’s door te laten razen. Blauwe gasdampen stijgen er sindsdien op, brullende motoren namen de plaats in van de ruisende avondwind. De weg is sinds kort aangewezen als een van de vuilste straten van Nederland. Van het voormalige Oranjeplein bleef niet veel meer over dan een foeilelijk viaduct, waartegen na de openstelling van de zuidelijke Rondweg zich menige vrachtauto te pletter heeft gereden. In 1976 vatte een projectontwikkelaar het plan op om aan de rand van het Oranjeplein, althans wat daar nog van over was, het eerste deftige woon- en winkelcomplex te bouwen, de ‘Residentie Ginneken’.

Er zouden keuzes moeten worden gemaakt wie er een winkel zou krijgen…

Dagblad "De Stem" wijdde indertijd tal van grote artikelen aan al het fraais dat Ginneken ten deel zou vallen. Op de begane grond waren een aantal winkels gepland, daarboven luxe wooneenheden. Bestaande panden werden opgekocht, om te worden gesloopt, waaronder dat van houthandel Van Dijk. Een hoge schutting werd opgetrokken rond het bouwterrein. Nijvere bouwlieden togen aan het werk. Ondertussen maakte de Winkeliersvereniging Ginneken plannen. Toen de ‘residentie’ haar voltooiing naderde werd er zelfs een ballotagecommissie aangesteld, die in samenspraak met de projectontwikkelaar vast moest stellen wie bij voorkeur in de winkelgalerij zou worden toegelaten. De aanvragen daarvoor waren overstelpend, stond er in de krant. Er zouden keuzes moeten worden gemaakt, dat was duidelijk. Het Ginneken wachtte gelaten af. Het enige dat voor de inwoners te bespeuren viel was de grote schutting om het complex, maar die zou weldra worden afgebroken.

Dat gebeurde op 30 mei 1978, gepaard gaande met enige feestelijkheden. Een monument, een zich hevig verzettend varkentje op sokkel, werd het Ginneken cadeau gedaan. Plaatselijke coryfeeën als Thijs van der Molen zongen een lied of spraken lovende woorden. Er werden ook lekkere hapjes en drankjes rondgedeeld. Alleen... er was geen winkelgalerij, enkel kantoren. Slechts één ondernemer was een plek gegund in het complex. Hij verkocht bloemen. Daaronder ook tulpen, die eens de Ceintuurlaan bij duizenden hadden opgefleurd. Inmiddels is ook deze bloemenzaak verdwenen, de ruimte is bij het kantorencomplex getrokken. Was het Ginneken in de boot genomen? Zij, die zich niet lieten verlokken door een varkentje op een sokkel, een drankje en een hapje, vinden van wel. Een echte winkelgalerij had er de plaatselijke middenstand een extra stimulans kunnen geven.

Het varkentje kan ons gestolen worden, was één van de vele reacties…

Een dergelijke ontwikkeling was ook met zoveel woorden beloofd. Daar waren in "De Stem" ook grote en verwachtingsvolle artikelen aan gewijd. Nogal wat Ginnekense inwoners liet het dan ook Siberisch koud toen het varkentje niet meer op de sokkel bleek te staan. Er werd nauwelijks over gesproken in ‘het dorp’. De ellende die omwonenden ondervinden van de Zuidelijke Rondweg, kan niet met een monumentje worden afgekocht. De tulpen van weleer, de toen heersende rust en de sfeer komen er ook niet door terug. "Ginneken heeft het gegeven paard niet diep genoeg in de mond gezien", stond indertijd in dagblad ‘De Stem’. Voor veel inwoners mochten het varkentje en de grenspaal blijvend in de Beyerd worden opgeslagen of: "het varkentje kan ons gestolen worden", zo stond in één van de reacties in het Ginnekens Nieuwsblad.

Een keer per jaar krijgt het varkentje een belangrijke rol en aandacht in het carnavalsprogramma van ’t Lestogenblik’. Mijnheer de Baron hangt dan na een carnavaleske toespraak een lauwertak aan het beeldje > klik hier < .

2. Het Oranjeplein in het begin van de jaren negentig met links de Karnemelkstraat (nu Prins Hendrikstraat) en rechts de Wilhelminastraat (nu Ginnekenweg).
3. De naam Ceintuurlaan werd vlak na de Tweede Wereldoorlog veranderd in Franklin Rooseveltlaan en moest in het begin van de jaren zestig plaats maken voor de Zuidelijke Rondweg. Op de plaats van de fraaie gras- en bloemperken ligt nu een autoweg.
4. Plotseling verschenen er graafmachines op het Oranjeplein voor het graven van een viaduct.
5. Binnen korte tijd verschenen ook de files. Hier een oude luchtfoto met een dichtgeslipte weg.
6. Al vroeg ontstond de bijnaam ‘kankerweg’, naar de niet aflatende stroom auto’s en hun uitlaatgassen. Nu is de naastgelegen Franklin Rooseveltlaan een van de vuilste straten van Nederland en recent ook de Koningin Emmalaan door het vele doorgaande autoverkeer.