Vrijdag 13 oktober 1944 voltrok zich in Ginneken de grootste ramp tijdens Tweede Wereldoorlog.



1. In de Duivelsbruglaan, direct na de brug rechts, stond het landelijk bekende kuuroord Bad Wörishofen. Eerder was het een van de grote hotels in Ginneken onder de naam Hotel Duivelsbrug.
Op 13 oktober 1944 werd Ginneken getroffen door een bombardement van het bekende kuuroord ‘Bad Ginneken’, door oudere Ginnekenaren nog steeds bij de vooroorlogse naam 'Bad Wörishofen' genoemd. Bad Wörishofen lag aan de Duivelsbruglaan, net over de Duivelsbrug aan de rechter kant. Bij het bombardement waren 27 doden te betreuren. Het was de grootste ramp die Ginneken (vanaf 1942 een deel van de gemeente Breda) tijdens de Tweede Wereldoorlog is overkomen.

De schade, die vrijdagmorgen 13 oktober 1944 rond 11 uur in enkele minuten werd aangericht, was groot. Naast de vernietiging van Bad Wörishofen, werd ook de N.H.-kerk aan de Duivelsbruglaan door een bom getroffen. De kerk was nog maar net hersteld van de schade die zij had opgelopen bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940. Ook in de Duivelsbrug zat een groot gat door de inslag van een bom of raket.

Hebben rodekruisvlaggen de geallieerden op het verkeerde been gezet..?

Er zijn veel vraagtekens blijven bestaan rond het bombardement van Bad Wörishofen. In villa Mariëndal aan de overkant van de laan (waar nu het huis van de dominee staat) was een Duits hoofdkwartier gevestigd. De geallieerden kozen voor hun bombardement dus een verkeerd doel. Het verhaal gaat dat dit mede een fout van verzetsmensen was, die bij een verkenningsvlucht 'het doel' zouden hebben aangegeven door er te posteren in een lichte regenjas? Zij zouden, op het moment dat de verkennings(lucht)foto's werden gemaakt, voor het verkeerde gebouw hebben gestaan. Voor 'Bad Wörishofen' en niet voor de 'Duitse villa'. Dit verhaal ging al snel na het bombardement door Ginneken. Nooit vond een onderzoek plaats naar dit grote Ginnekense drama, dat niet meer was dan één van de vele grote rampen die zich toen hebben voltrokken.

Toevallig kwamen we in contact met mevrouw Riet van Bavel en kregen gegevens uit de eerste hand. Waren de Duitsers van tevoren op de hoogte van het komende bombardement?, mag men zich afvragen. Hebben zij door middel van rodekruisvlaggen het Ginnekense badhotel als doel gemarkeerd en konden zij daardoor zelf de dans ontspringen? Nu beschikbare gegevens wijzen sterk in de richting van een 'Ginneken Spiel', maar de nog steeds levende vragen kunnen ook nu niet definitief worden beantwoord. Riet van Bavel (de geïnterviewde wilde niet dat haar echte naam werd gepubliceerd) was één van de werkneemsters van Bad Wörishofen die het bombardement heeft overleefd. We spraken langdurig met haar, terwijl ze haar herinneringen ophaalde.

In de villa tegenover Bad Wörishofen huisde de Duitse generale staf…

Riet van Bavel was in 1920 te Raamsdonksveer geboren en was de jongste uit een gezin van elf kinderen. In haar relaas speelde een Duitse generaal de hoofdrol, vooral de onbegrijpelijke en onverklaarbare blijdschap die hij onmiddellijk na de verwoesting van Bad Wörishofen in het bijzijn van Riet uitte. “Dat is goed gelukt!”, moet hij triomfantelijk wijzend naar de rokende puinhopen hebben uitgeroepen. Ieder jaar weer rond de 13e oktober heeft Riet het niet meer en gaan haar gedachten terug naar die onverklaarbare gebeurtenissen. “Het Rode Kruis heeft ons de nek gebroken”, was de kreet van de weinige overlevenden van het dramatische bombardement. Het rode kruis op een wit laken was door de Duitsers op de rampdag aangebracht op het dak van het kuuroord.

Na een korte tewerkstelling in het Ignatiusziekenhuis kreeg Riet op 18 februari 1913 een baan als kamermeisje in Bad Wörishofen. Tussen 9 oktober en 3 december 1943 had ze haar domicilie op de Baronielaan en niet in Bad Wörishofen, waar de rest van het personeel onderdak vond. De reden daarvoor was dat zij dan met haar 'aanstaande' Koos, de vaste timmerman van bad Wörishofen, onder één dak woonde. Dat was volgens de toen gangbare normen onaanvaardbaar. Tot de komst van het Duitse hoofdkwartier in villa Mariëndal aan de overkant gingen de zaken zo hun gangetje in het landelijk bekende Ginnekense kuurhotel. Daarna zouden dagelijks Duitse militairen van de staf, wanneer de dienst dat toeliet, Bad Wörishofen binnenwippen om een partij biljart te spelen in de hal of een kop koffie te drinken in de keuken.

Kurt had het drama op de Vloeiwijde afgedaan met 'Krieg ist Krieg'...

De Duitse militairen lieten zich niet onbetuigd en stonden regelmatig iets van hun ruime voeding af. In de garage van Bad Wörishofen waren ook de Duitse keukenwagens en de dienstwagen van de generaal gestald. Het optreden van de Duitse militairen beoordeelde Riet van Bavel als hoffelijk en correct. Zij en haar collega-kamermeisjes verstonden geen Duits met uitzondering van Rosa Kaumo, een Limburgse die vloeiend Duits sprak. Via haar vernamen ze een en ander over het reilen en zeilen binnen de Duitse militaire gemeenschap. Ze vertelde over een zekere Kurt die eens zeer geëmotioneerd was geweest als gevolg van zijn inzet in Rijsbergen (waarschijnlijk de Vloeiweide) waar ook kinderen gedood waren. Kurt had het afgedaan met de kreet 'Krieg ist Krieg'.

Op de dag voor het bombardement kreeg juffrouw Driesen, hoofd van de linnenkamer van het kuuroord, van de Duitsers opdracht om een aantal lakens gereed te houden. De andere dag werden die lakens, met stenen verzwaard, door de Duitsers op het platte dak aan de achterzijde van het gebouw aangebracht. Vlak voor het bombardement van 13 oktober 1944 werden door de Duitsers met verf rode kruisen op de lakens geschilderd. Rond diezelfde tijd, direct na het aanbrengen van de rode kruisen, hadden er lichtkogels boven het gebouw gehangen en hadden er vliegtuigen rondgecirkeld. Ook hadden Duitse militairen schuilloopgraven in de tuin van het kuuroord gegraven. Via Rosa had het personeel vernomen, dat ze daarin zouden kunnen schuilen 'voor het geval er iets zou gebeuren'.

Hadden inlichtingenofficieren een luguber 'Ginneken Spiel' opgevoerd..?

Over het markeren van een gebouw door mannen in lichte regenjassen was Riet van Bavel niets bekend. Behalve dan dat zij jonkvrouwe Feith (een gast) in de serre had horen roepen: 'Wat moet die man nou met die witte jas, die daar alsmaar heen en weer loopt?' Bij het begin van de aanval bevond Riet zich in de keuken vanwaar ze kon vaststellen dat de rechtervleugel van het kuuroord in brand stond en de Duitse voertuigen waren vernietigd. Riet wist ongedeerd het tegenover liggende weiland te bereiken en ontmoette in de Duivelsbruglaan de Duitse Generaal. Nadat hij eerst een voorbijrijdende wielrijdster van haar bontjas had ontdaan om die over een zwaargewonde te spreiden die in de berm lag, slaakte hij zijn vreugdekreet en stapte in een voertuig.

Dat de Duitse generaal in een opperbeste stemming verkeerde is begrijpelijk. Zijn personeel en hoofdkwartier (villa Mariëndal) bleven gespaard. Misschien hebben hij en zijn inlichtingenofficieren een luguber 'Ginneken Spiel' opgevoerd, waardoor Bad Wörishofen als vervangend doel werd vernietigd. Als de Engelsen al vertrouwen hadden in het markeren van het doel door mannen met witte jassen, dan kunnen leden van het verzet (mogelijk onbekend met de plaatselijke situatie) wel eens tot een onjuiste conclusie zijn gekomen en voor het verkeerde gebouw hebben gestaan. Gezien de militaire bedrijvigheid in en rond Bad Wörishofen zou dat te verklaren zijn. Hoe dan ook, op vrijdag 13 oktober 1944 voltrok zich in het Ginneken de grootste ramp tijdens de Tweede Wereldoorlog. De plek zou pas vele jaren later weer bebouwd worden.

2. De foto uit 1944 werd direct na het bombardement op Bad Wörishofen gemaakt. Het bekende kuuroord werd door het bombardement van de geallieerden volledig verwoest, waarbij 27 doden vielen.
3. Tegenover Bad Wörishofen stond de villa Mariëndal. Daar was een Duitse generale staf gehuisvest. Niet de villa werd gebombardeerd, maar het tegenover gelegen kuuroord.
4. Op een herinneringsplaket in de kerk aan de Duivelsbruglaan staan de vernielingen genoemd, die de kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn overkomen.