Wie mijn naam zuivert van iedere smet en in mijn Ginneken in ere houdt, mag zich Baron noemen.



Slot van de drie hoofdstukken- In drie hoofdstukken hebben we u de geschiedenis van Jonker Charles le Dernierre du Moment verteld. Waarom hij door zijn familie werd verbannen en vervolgens achtenveertig jaar (1624-1672) feestend in het Ginneken doorbracht. Opmerkende lezers zullen opmerken dat we het in de geschiedschrijving altijd spraken over Jonker Charles en niet over een Ginnekense Baron. Dat werd pas jaren later bij toeval bekend, leest u maar.

Een gure wind woei over de Ginnekenmarkt. Het was najaar 1967 en de stokoude linden stonden er mistroostig bij. Een felle kou die bij de novembermaand hoort was er de oorzaak van dat het enige weken geleden nog zo rijkelijk aanwezige bladerdek was neergevallen en door de wind tot in de verste uithoeken werd opgejaagd. Het is zo'n drie eeuwen nadat 'Ome Karel' hier vertoefde. Ondanks dat er een lange tijd was verstreken dat ‘Ome Karel’ uit Ginneken moest vluchten, zijn er toch enkele vertrouwde geluiden te horen op dit intieme pleintje, het hart van Ginneken.

Het eens aanwezige rulle zand is nu bedekt door een keurig plaveisel…

Een zéér late of erg vroege feestganger verlaat zingend de nog steeds aanwezige uitspanning de 'Vrachtwagen'. Een hond blaft driftig tegen een passerende fietser, het stalen ros uit de twintigste eeuw. De aanwezigheid van de oude Sint-Laurentiuskerk (nu de Nederlands hervormde kerk) en de centraal gelegen pomp stellen ons in de zekerheid, dat we ons op de Ginnekenmarkt bevinden. Maar het eens aanwezige rulle zand is bedekt door een keurig plaveisel. De eens van hout opgetrokken woningen hebben plaatsgemaakt voor stenen, meer pompeuzere behuizingen. Wat ook niet veranderd lijkt, is de nijverheid die zich altijd in dit centrum heeft afgespeeld.

Bij café de 'Vrachtwagen' zijn nijvere en brave lieden bezig met het afladen van fusten bier, ijzeren nu. Men hoort het rinkelen van flessen, dat veroorzaakt wordt door de melkboer die zo snel mogelijk zijn klanten bedient. Hij wil er wel van af, van zijn route, want met dit weer kan het geen pretje genoemd worden. Op nummer drie op de Ginnekenmarkt schijnen er extra activiteiten aan de gang te zijn. Bij een nader onderzoek blijkt de oude bakkerszaak van Ooninckx zeer binnenkort een nieuwe bestemming te krijgen. De nieuwe neringdoende doet daar al kond van door een oud aandoend uithangbord dat in de wind hangt te piepen. Met zwierige letters staat er Antiekhandel "De Pomp" op te lezen.

Met een driftig gebaar dreef hij de schop verder in de roodgele aarde…

Een in witte overall gestoken schilder onthult met niet verholen vakmanschap de naam van de nieuwe eigenaar op de grote winkelruit, Niek van Vegten. Zo, hij is er mee klaar. Nog even binnen de rekening presenteren en een warmere klus wacht hem. Hij moet binnenshuis het oude raadhuis aan de Raadhuisstraat opknappen dat er een beetje vervallen bijstaat. Als geboren Ginnekenaar gaat hem dat aan zijn hart. Hij is blij dat het raadhuis een nieuwe bestemming heeft gekregen, ook al kost hem dat ook dertig gulden per man, per dag. 'Zo, dat is gebeurd', deelt de schilder met een zucht van verlichting mee en hij overhandigt een in de grond gravende manspersoon de rekening.

'Ik wilde dat ik dat ook zeggen kon', antwoordde Niek van Vegten en met een haast wanhopige blik keek hij zijn winkel rond. De afgebroken houten vloer lag opgestapeld om met een container te worden afgevoerd. Een grote berg zand was hoog opgeworpen tegen een van de binnenmuren. Er moet een nieuwe vloer in, verduidelijkte de nieuwe eigenaar zonder dat hem daar om gevraagd werd. 'Maar wat hier allemaal in de grond zit', ging hij verder, 'daar ben ik nog dagen mee bezig'. Met een driftig gebaar dreef hij de schop in de roodgele aarde. 'Daar zit wat onder', constateerde de schilder. 'Ja, puin', was het antwoord, 'niets dan puin'. Met zijn rechtervoet probeerde Van Vegten de schop nog verder in de grond te drijven.

Een van de scharnieren was weggeroest, in het houtwerk zaten gaten…

Ja, nu hoorde hij het ook. Het klonk als metaal dat op metaal afketst. Maar dusdanig hol van klank dat het niet anders kon zijn of er bevond zich een doos of een kist onder de oppervlakte. 'Graaf eens weg', fluisterde de schilder gespannen, 'maar voorzichtig, je weet nooit wat het kan zijn'. Met kleine schepjes werd het zand rond de bewuste plek weggegraven en voor de ogen van de schilder en de antiquair onthulde zich een kist met ijzeren beslag. Duidelijk was te zien dat de kist zeer oud moest zijn, want een van de scharnieren was weggeroest, terwijl in het houtwerk gaten zaten. Gezamenlijk werd de kist uit de kuil getild. 'Maak open, maak open', riep de schilder in uiterste vervoering gebracht. Hij was zijn afspraak voor het raadhuis allang vergeten.

Niek van Vegten zette met een ijzige kalmte zijn schop tussen het deksel, dat het met een doffe klik begaf. Voor de verbaasde ogen onthulde zich de inhoud. Behalve enige tinnen drinkkannen was de kist gevuld met een aantal perkamentrollen, bijeengebonden door kleurige linten. De schilder kon zijn teleurstelling moeilijk onderdrukken. Hij had er kennelijk meer van verwacht. Oude gouden en zilveren munten hadden in zijn geest gewaard en fabelachtige bedragen speelden hier in mee. Wellicht de mogelijkheid om samen met vrouw Mien enige maanden op Mallorca te gaan doorbrengen, iets dat toen nog tot de zéér luxe uitingen behoorde. 't Is niks', zei de schilder met een duidelijke teleurstelling in zijn stem.

De drinkkannen en perkamenten rollen wezen op een adellijke afkomst…

Losgerukt uit de spanning herinnerde hij zich plotseling weer zijn volgende afspraak: het Ginnekense raadhuis, een 'Zwart' karwei. Daarmee meer doelend op de naam van de opdrachtgever dan op de manier van betaling. Niek van Vegten was minder teleurgesteld. Hij voelde zich beroepshalve al sterk verbonden met de gevonden voorwerpen. Ook had hij meteen al gezien dat de tinnen drinkkannen, zij het geen fortuin, toch een mooie cent zouden kunnen opbrengen. De vorm, evenals het wapen dat door het vuil heen was te onderscheiden, wezen op een adellijke afkomst en de nog leesbare maar aangevreten tekst vertelde dat de kannen aan het huis 'le Dernierre du Moment' moesten hebben toebehoord.

Ook de perkamentrollen waren niet zonder waarde, want zo opgeborgen en bewaard moesten zij wel een gewichtige inhoud bevatten. De tekst was door hem met enige moeite te ontcijferen, omdat hij het oud-Hollands enigszins beheerste. Na enige rollen vluchtig te hebben doorgekeken, was het hem duidelijk dat het niet mis was wat er stond geschreven. Het betrof een rijke edelman van Franse afkomst die jaren geleden in het Ginneken moet hebben gewoond. Wellicht een goede gedachte dit eens te laten zien binnen een vergadering van 't Lestogenblik, de Ginnekense club die het plaatselijke carnaval organiseert. Niek van Vegten maakte deel uit van het bestuur. Hij wist dat binnen 't Lestogenblik enkele lieden vertoefden die nogal op de hoogte waren van de Ginnekense geschiedenis.

Wie de Jonker van blaam zuiverde, zou de titel Baron van Ginneken erven…

Het initiatief van Niek van Vegten zou het leven in Ginneken danig gaan beheersen. In ieder geval de tijd die valt rond de 'vastenavondviering'. De opgegraven spullen bleken van grote betekenis. Op een gedetailleerde wijze werd op de perkamenten rollen ingegaan op de aanwezigheid van een Jonker Charles in het Ginneken in de zeventiende eeuw. De kwalijke rol die de Ginnekense schout en schepenen hadden gespeeld werd breed uitgemeten. Verder bevatte het geschrift nog een opdracht die mede een erfenis in het vooruitzicht stelde. Het sierlijke handschrift onthulde voorts dat, vlak voordat Jonker Charles Ginneken moest verlaten, hem de titel Baron ten deel was gevallen. Zijn oudere broer Guillaume had eerst de titel geërfd, maar was jong gestorven.

Eeuwen later zou de titel Baron de inzet gaan vormen voor een volledige rehabilitatie van de Jonker. Hij was, dit keer zeer zeker alleen maar in wettige zin, kinderloos gebleven. Bij zijn vertrek uit het aardse tranendal zou de titel Baron voor altijd verloren zijn gegaan. Daarom had hij besloten de titel als een erfenis na te laten. In een perkamenten rol stond de tekst: ‘Hy die myne naem vrywaert ende schoon hout van iedere smet, vermaeck ik mijnen titel als Baron van 't Huiys le Dernierre du Moment. Hij magh nimmer offte nooit over zijne lippen doen comen, offte dulden dat sulkx in zijnen omgevinge worde gedaen, de naeme van de schout ende schepen die my 't leven bedierven en er den oorsaeck van waeren dat ik mijn dierbare Ginneken moest laeten sien mijne rug.'

Om de naam van Charles in ere te houden gelden diverse opdrachten…

Met eerbiedwaardige krullende letters was het document door de Jonker ondertekend. Zijn laatste handeling op Ginnekens grondgebied. In een elftal vergaderingen werd binnen de carnavalsorganisatie 't Lestogenblik besproken hoe te handelen. Uiteindelijk werden de volgende beslissingen genomen. De juiste gang van zaken betreffende de aanwezigheid van Baron Charles le Dernierre du Moment te Ginneken zou gedetailleerd worden nageplozen, te boek worden gesteld en wereldkundig worden gemaakt. Ter ere van Baron Charles moest een borstbeeld worden vervaardigd om gedurende het hele jaar te worden tentoongesteld in het stamcafé van ’t Lestogenblik’.

De door 't Lestogenblik geërfde titel van Baron zal jaarlijks aan een van de Jonkers worden toegewezen middels een daartoe strekkend geheim Conclaaf door de familie “le Dernierre du Moment in Parijs. De jaarlijks aangewezen Baron voor het Ginneken zal de naam van het geslacht 'Le Dernierre du Moment' aan de zijne mogen toevoegen. Hij zal in het Ginneken mogen regeren als een feodaal vorst en er een gepaste hofhouding op na mogen houden. Alle Ginnekense Baronnen dienen zich na één jaar te voegen bij hun voorvaderen en zullen daarvoor op een voor hen passende wijze op de Ginnekenmarkt worden 'begraven', de plaats die 'Ome Karel' zo lief had.

Een nieuwe reeks Baronnen gingen het Ginneken voor in de vastenavond…

Alzo doende ging 't Lestogenblik in 1969 in Conclaaf en koos zich een Baron. Dat gebeurde bijna drie eeuwen nadat Baron Charles le Dernierre du Moment was heengegaan. Als eerste Ginnekense Baron na de grote voorvader Charles werd benoemd: Baron Jean Bernard le Dernierre du Moment.

Voor het carnavalsprogramma van 't Lestogenblik' klik in de rechter kolom van onze wegsite onder het kopje 'over het Ginneken'.