De ‘Wielerbaan Ginneken’ werd tijdens de oorlog stiekem gesloopt en verdween toen in de kachel.



1. Tijdens een van de wedstrijden in het begin van de jaren dertig op de Wielerbaan Ginneken, versloeg de bekende Jan Pijnenburg in de sprint de drievoudige wereldkampioen, de Fransman Michard.
De ‘Wielerbaan Ginneken’ aan de Galderseweg werd precies negentig jaar geleden feestelijk in gebruik genomen. Deze later overal bekende wielerbaan kwam er door de persoonlijke inspanning van de zakenman A. Schiefelbusch. Hij grossierde in Breda in elektrische apparaten en materialen en woonde in een fraai huis aan de Galderseweg naast de tennisbaan. Hij kocht stuk voor stuk de landerijen langs het Reeptiend tot aan de Mark om er een sportpark van grote allure te realiseren.

In de jaren 1928 tot en met 1930 werd het sportpark gebouwd. Eerst werd begonnen met de wielerbaan. Daarna werden de tennisbanen en de hockeyvelden aangelegd. Twintig jaar geleden heeft het park nog een flinke facelift ondergaan. Toen werd er ook een prachtig houten clubhuis gebouwd. Een markante periode was zeker die van Henk Fuchs.

Het grote paviljoen kwam van de wereldtentoonstelling in Antwerpen…

Henk Fuchs was de terreinknecht van het sportpark en woonde op het complex waar hij ook sportkleding en aanverwante artikelen verkocht. Wie in het Ginneken heeft daar niet z'n eerste tennisracket gekocht? Op het sportpark werden meer sporten beoefend zoals hockey. De hockeyclubs 'Breda' en 'Zwart-Wit' waren er thuis. Hockeyclub Breda verhuisde eind vijftiger jaren naar de Burgemeester de Manlaan. Zwart-Wit is gebleven en heeft het sportpark een heel ander aanzien gegeven. Maar we willen het met u over de Wielerbaan Ginneken hebben, dus terug naar het begin van de jaren dertig. Midden op het terrein stond er toen een groot paviljoen met een hoge toren die afkomstig was van de wereldtentoonstelling in Antwerpen. Maar de meeste bekendheid kreeg het sportpark wel door de wielerbaan. De wielersport in die dagen was iets voor de rijken, want een fiets was in die dagen zeer duur.

Belangrijke inwoners in die tijd (de heren Ingenhousz, Lips en burgemeester Serraris) richtten wielerbanen op. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er in Breda vijf geweest, waarvan de twee mooiste in Ginneken. Omdat tot 1946 wedstrijden op de openbare weg in Nederland verboden waren, vanwege het gevaar voor andere verkeersdeelnemers, zijn er in ons land destijds veel wielerbanen opgericht. In 1902 kwam er tussen de Burgemeester Passtoorsstraat en de Cartier van Disselstraat de ‘Bredase Wielerbaan’. Het was een houten baan met een overdekte tribune en kleedkamers. Op het middenterrein lag het voetbalveld van NOAD. Een van de mensen die hier geregeld reed was jonkheer Gerard Bosch van Drakenstein. Hij woonde in Breda en kwam uit een deftige familie. Van zijn ouders mocht hij niet aan wedstrijden deelnemen. Hij loste dit heel slim op door onder de schuilnaam Ulysses mee te doen.

Ginnekense burgemeester stelde de ‘jonkheer Serrarisbeker’ beschikbaar…

Maar in 1904 ging de Bredase Wielerbaan failliet om in het zelfde jaar door een onbekende oorzaak in vlammen op te gaan. In 1928 kwam met actieve steun van de gemeente Ginneken en Bavel de zeer fraaie en luxe Wielerbaan Ginneken aan de Galderseweg tot stand. Jonkheer Serraris, burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel, was een grote wielerenthousiast. Hij was zeer trots op deze nieuwe Ginnekense sportaccommodatie en liet zich in 1928 huldigen als beschermheer van de wielerbaan en stelde de ‘jonkheer Serrarisbeker’ beschikbaar. Dat hoorde helemaal bij de stijl van die tijd. Midden in de wielerbaan waren ook atletiekvoorzieningen aanwezig, maar atletiek stelde in die dagen niet veel voor. Maar de wielerwedstrijden waren zeer populair en trokken in heel Europa veel publiek. Begin dertiger jaren zaten bij wedstrijden geregeld 17.000 toeschouwers (!) op de tribunes.

Dat heeft niet lang zo mogen zijn. De oorlogsjaren (1940/1945) hebben de wielerbaan in het Ginneken de das omgedaan. In deze kommervolle periode, kolen waren er bijna niet, is de houten vloer van de wielerbaan stiekem gesloopt en in de kachel verdwenen. Voordat dit ook met de staantribune zou gebeuren is die nog net op tijd overgeplaatst naar de voetbalclub Baronie, toen met een speelveld achter de Valkenierslaan. Na de oorlog was er van de Wielerbaan Ginneken niet meer over dan een baan van cement. Die is in 1949 gesloopt waardoor er slechts een zandring overbleef. Die heeft er nog jaren gelegen. Binnen in de ring werd nog tot begin jaren negentig paard gereden. Nu is aan het Reeptiend vrijwel alles verdwenen en is er plaats gemaakt voor het parkeerterrein van Zwart-Wit. En zo heeft dit Ginnekense sportpark een stormachtig verleden achter de rug.

2. De Ginnekense burgemeester Serraris was een grote wielerfanaat en vaak op de wielerbaan aanwezig. Hij was beschermheer en stelde ook de ‘jonkheer Serrarisbeker’ ter beschikking.
3. In 1949 (vlak na de oorlog) werd de Wielerbaan Ginneken gesloopt. Althans wat er van over was. Al het hout was tijdens de oorlog stiekem gestolen en in diverse Ginnekense kachels opgestookt.