NAC in ‘t Ginneken voetballen is hetzelfde als je de Bredase Grote Kerk op de Ginnekenmarkt zet.



Precies vijfentwintig jaar geleden (1987) had ons land ook te maken met grote financiële problemen Voor de gemeente Breda ontstond er een extra groot probleem. De Bredase voetbalvereniging NAC speelde toen haar wedstrijden nog in het stadion aan de Beatrixstraat. Maar het stadion moest plaats maken voor het bouwen van huizen. Door financiële tekorten gedreven legden burgemeester en wethouders van Breda een plan op tafel dat in het Ginneken insloeg als een bom.

Men stelde voor de wedstrijden van voetbalvereniging NAC vanuit de Beatrixstraat te verhuizen naar het sportpark de 'Blauwe Kei'. Worden in een woonwijk als de Blauwe Kei de Bredase voetbalperikelen meestal met een half geopend oor of oog aanhoord of gelezen, de in die tijd gepubliceerde gemeentelijke plannen zorgden voor een grote onrust onder de bewoners.

‘Dat kan toch niet, ik heb een eigen huis dat grenst aan het sportpark…’

De wekelijks terugkerende tv-beelden van voetbal- vandalisme doemden op. Zouden dergelijke gebeurtenissen de sfeer en het leefklimaat in de Blauwe Kei gaan bepalen? Onbegrip heerste in de richting van de Bredase vroede vaderen. Men voelde zich door hen in de steek gelaten. Geslachtofferd, om Breda uit de financiële nesten te halen. Even na het bekend worden van de Bredase voetbalplannen, rinkelde op het secretariaat van de 'Dorpsraad Ginneken' de telefoon. De eerste zeer verontruste inwoner van de Blauwe Kei meldde zich. “Dat kan toch niet. Ik heb een eigen huis dat grenst aan het sportpark. Wat voor ellende staat ons te wachten? Kan de 'Dorpsraad Ginneken' daar niets aan doen?” Verder zou die dag de telefoon niet ophouden met rinkelen en werd de dorpsraad overstelpt met vragen en klagende bewoners. Maar ze waren aan het verkeerde adres.

Het gebied van de 'Dorpsraad Ginneken' hield op bij de Fatimastraat, een door de gemeente Breda getrokken grens. Maar besloten werd de Blauwe Kei (vroeger ook Ginnekens grondgebied) niet in de steek te laten. “Als jullie een bewonerscommissie oprichten, dan kan van onze kant gerekend worden op organisatorische en daadwerkelijke steun", luidde het bericht aan de bewoners. Dat was geen probleem. Vijf uur na het aanbod vond de eerste vergadering plaats tussen een delegatie van de 'Dorpsraad Ginneken' en het uit nood geboren comité ‘NAC niet naar de Blauwe Kei’. Er werd direct een actieplan opgesteld om de klagende bewoners in de gelegenheid te stellen hun misnoegen over de plannen aan het gemeentebestuur kenbaar te maken. Binnen enkele dagen kregen alle bewoners een brief in de bus die moest worden ingevuld en ondertekend en door iemand van het comité zou worden opgehaald.

Het Ginneken voelde zich mede gesteund door de voorzitter van NAC…

In totaal werden door het comité 752 adressen bezocht, die het dichtst aan het sportpark de 'Blauwe Kei' grenzen. Op 50 adressen trof men, na een herhaald bezoek, niemand thuis. Van de overige 702 adressen (samen zo’n 2500 inwoners) stelden 94,2 % tegen de komst van NAC te zijn. Maar 1,2 % was voor en 4 % had geen mening. Daarbij liet de ‘Dorpsraad Ginneken’ per brief aan de gemeente weten, dat men met alle bewoners in het Stadskantoor zou komen om te protesteren als het plan ‘NAC naar het Ginneken’ niet van tafel zou worden gehaald. Zelden is bij de gemeente zo snel een plan in de prullenbak verdwenen. Ginneken voelde zich mede gesteund door de toenmalige voorzitter van NAC die in de krant liet weten: “NAC naar Ginneken is hetzelfde als de Grote Kerk op de Ginnekenmarkt”.