Burgemeester Willem Passtoors van ‘t Ginneken was vooral een doorzetter en van ‘gewone huize’



1. Willem Passtoors en zijn vrouw Maria. Hij was maar kort burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel, van 1908 tot 1916. Hij overleed plotseling tijden een vergadering in het Ginnekense raadhuis. 2 - Een herinneringsprentje aan burgemeester Passtoors. Uitgegeven door de Federatie der Diocesane Volks- en Werkliedenbonden aan den grondlegger onzer R.K. Arbeiders-Organisaties in Nederland. 3 - Op het Ginnekense kerkhof aan de Vogelenzanglaan vond Willem Passtoors zijn laatste rustplaats. Hij werd opgevolgd door Jhr. Mr. Th. Serraris die tot de annexatie in 1942 burgemeester was.
Voor onze website kunnen we voor hoofdstuk Historisch Ginneken volop gebruik maken van onder andere het archief van het Ginnekens Nieuwsblad. Dat archief is mede door oud-Ginnekenaren uit binnen- en buitenland voortdurend aangevuld. Bijvoorbeeld als er een oude schoenendoos voor de dag wordt gehaald bij het opruimen van de zolder of er worden oude fotoalbums bekeken. Zaken als een Ginnekense VVV-gids uit 1917 komen dan na vele jaren weer te voorschijn.

Dat betreft ook een bidprentje van burgemeester Willem Passtoors of foto’s van het Ginneken van weleer. Het bidprentje van burgemeester Passtoors is voor ons aanleiding om u wat meer te vertellen over deze Ginnekense burgemeester. Er is in het Ginneken ook een straat naar hem is genoemd, gelegen tussen de brug in de Koningin Emmalaan en de Baronielaan. Burgemeester Willem Passtoors zetelde bijna negen jaar in het Raadhuis in de Raadhuisstraat.

Een gedreven Ginnekense burgemeester met diverse landelijke taken…

Willem Casper Joseph Passtoors zoals hij officieel heet, is van 1908 tot 1916 burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel geweest. Tot deze gemeente hoorden de plaatsen Ginneken, Bavel, Ulvenhout, Galder en Strijbeek, alsmede het gehucht Heusdenhout. De gemeente Ginneken en Bavel was qua oppervlakte één van de grotere gemeentes van Nederland. Om uw geschiedkundig geheugen nog even op te frissen, in 1942 werd het dorp Ginneken door Breda geannexeerd. Niet veel later gebeurde dat ook met Heusdenhout en het gebied dat nu bekend is als de wijk IJpelaar. Van het resterende deel werd indertijd de gemeente Nieuw-Ginneken gevormd, dat in 1997 door Breda werd ingelijfd. Op 27 juli 1908 ging W.C.J. Passtoors na het overlijden van burgemeester Baron Mr. W.H.E. van der Borch aan het werk in het Ginneken. In tegenstelling tot zijn voorganger was hij niet van adel en kwam van ‘gewone huize’.

Willem Passtoors is op maandag 17 november 1856 te Zundert geboren. Zijn vader werkte bij de post, was dus ambtenaar. Het moet de jonge Willem niet ontbroken hebben aan doorzettingsvermogen en de wil om iets te bereiken in het leven. Hij doorliep met goed gevolg een strenge kostschool in België, St. Louis in Oudenbosch en de officiersopleiding. Maar het militair zijn lag hem niet, daarvoor was hij veel te sociaal bewogen. Het is dan ook in die richting dat hij zich het sterkst heeft ontwikkeld en wat hem een landelijke bekendheid zou geven. Als een van de hoogtepunten in zijn carrière mag het twaalfjarig lidmaatschap van de Tweede Kamer worden genoemd en het mee oprichten van de Nederlandsche R.K. Volksbond, een vakbond voor Rooms Katholieke arbeiders en middenstanders. Van deze Volksbond is Passtoors een aantal jaren de nationale voorzitter geweest en hoofdredacteur van het blad van de bond, 'De Volksbanier'.

Willem Passtoors van ‘gewone huize’ woonde aan de Ulvenhoutselaan 7…

Toen Willem Passtoors in 1908 tot burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel werd benoemd, was hij gehuwd met Maria van Luinen. Het gezin Passtoors bestond, behalve vader en moeder, uit twee zonen en drie dochters. Anders dan burgemeester Van der Borch (van adel en woonachtig op het landgoed Hondsdonk aan de Chaamseweg te Ulvenhout) betrok de nieuwe burgemeester en zijn gezin een eenvoudige woning aan de Ulvenhoutselaan 7. Ondanks dat Willem Passtoors door zijn plotseling overlijden op zaterdag 6 mei 1916 slechts acht jaar burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel is geweest, heeft hij veel voor de samenleving betekend. Het waren in die jaren kommervolle tijden. De Eerste Wereldoorlog was in 1914 uitgebroken. Ook in Ginneken vonden veel Belgische vluchtelingen tijdelijk onderdak. Willem Passtoors had daar grote bemoeienis mee. Hij kreeg daarvoor diverse hoge onderscheidingen.

Als burgemeester was Willem Passtoors prominent betrokken bij het uitbreiden van Ginneken in westelijke richting. Zeg maar het gebied tussen de Ginnekenweg en de Baronielaan. Toen in die tijd de Baronielaan werd aangelegd ontstond er grote ruzie met de gemeente Breda over de vraag van wie het grondgebied daar was. De eerste annexatiepoging van Breda in de richting van Ginneken kondigde zich toen ook zo'n beetje aan. Op zaterdag 6 mei 1916 overleed burgemeester Passtoors plotseling tijdens een in Ginneken gehouden vergadering. Drie dagen later werd hij na een plechtige uitvaartdienst in de Sint Laurentiuskerk op het kerkhof aan de Vogelenzanglaan begraven. De stoet, die vertrok vanaf zijn woning aan de Ulvenhoutselaan, werd voorafgegaan door de Ginnekense Harmonie Concordia en Harmonie Constantia uit Ulvenhout. De baar met het stoffelijk overschot werd gedragen door werklieden van de gemeente.

Willem Pastoors werd op het kerkhof aan de Vogelenzanglaan begraven…

In de stoet die de baar volgde, bevonden zich niet alleen de familieleden van de overledene, maar ook de voltallige gemeenteraad. Het personeel van tal van gemeentelijke instellingen en diensten volgden de baar. Ook het schoolbestuur, het onderwijzend personeel van de Ginnekense Openbare School, de plaatselijke VVV 'Ginneken Vooruit', het bestuur van de Boeren Bond, het Ginnekens Mannenkoor en tal van andere afgevaardigden liepen in de stoet mee. Het verslag in de krant meldde de andere dag dat pastoor Rombouts en zijn twee kapelaans voorgingen in de rouwdienst. De Laurentiuskerk was overvol. Namens de Belgische regering voerden de heren Cauwelaer en Dierks het woord. Vooral zij memoreerden aan de grote steun van de overledene aan de Belgische vluchtelingen. Op dat moment (1916) zou de Eerste Wereldoorlog nog twee jaar duren. Het was een trieste dag voor onze gemeente.