Zelfs Napoleon kwam naar het Ginneken om zich te bemoeien met de strijd om de Laurentiuskerk.



1. Vroeger was de ingang van de oude Laurentiuskerk aan de kant van de Ginnekenmarkt. Om het bezit van de kerk werd vele jaren heftig strijd gevoerd.
Bevelhebber Pichegru trok met zijn troepen in januari 1795 ons land binnen. Voor een aantal jaren zouden de Fransen de dienst uitmaken. Voor katholieken kwamen er nu wettelijke mogelijkheden om hun na de reformatie door de protestanten in gebruik genomen kerken weer terug te vorderen. Hun reactie was snel, ook in het Ginneken. Op 19 juni 1798 diende een aantal katholieken een verzoek bij de overheid in voor teruggave van hun kerk aan de Ginnekenmarkt.

Een commissie had inmiddels al vastgesteld dat de waarde van de kerk en de pastorie ruim ƒ11.000,-- bedroeg. De toenmalige predikant Ds. J.C. Hirschig reageerde daags erna met een verzoek om uitstel. De Ginnekense overheid was van mening dat protestanten en katholieken een minnelijke schikking dienden aan te gaan, die dan wel moest resulteren in teruggave van de kerk.

Inwoners uit Ulvenhout verstierden het voor de Ginnekense katholieken…

Dominee J.C. Hirschig weigerde verder medewerking op alle gebied. Dat wilde niet zeggen de Ginnekense protestanten voorlopig hun gang konden gaan. Tot 8 augustus 1798 konden geen kerkdiensten worden gehouden, omdat de overheid over de sleutels van de kerk beschikte. Na 8 augustus werd hangende de problemen het gebruik van de kerk weer toegestaan. Gezien de tegenwerking van dominee Hirschig werd de zaak door de Ginnekense autoriteiten doorgezonden naar het 'Uitvoerend Comité' in Den Haag. Met een gunstig advies: teruggave van de kerk aan de katholieken. Het is aannemelijk dat op grond van de door de Fransen ingevoerde wetten tot teruggave van de kerk zou zijn besloten, maar daar stak Ulvenhout een stevige stok tussen

Een zevental inwoners, waarschijnlijk uit Ulvenhout: C. Graauwmans, C. Laureijsen, J. van Hooijdonck, A. Meeren, C.A. Rombouts, J. van Miert en H. van Dijk, hadden op15 juni 1798 de Kerkeraad van de Nederlands Hervormde Gemeente Ginneken laten weten af te zien van enige aanspraak op de kerk en de bijhorende gebouwen. Dit voor de protestanten waardevolle schrijven bereikte via de Ginnekense autoriteiten (we zijn nu eenmaal een administratief volkje) natuurlijk ook het eerder genoemde comité in Den Haag. De beweegreden van genoemde inwoners is niet meer te achterhalen. Mogelijk waren ze bevreesd dat teruggave van de kerk in het Ginneken gevolgen zou hebben voor hun eigen katholieke kerk in Ulvenhout.

Ginneken baarde met de actie in 1803 ook landelijk nogal wat opzien…

Het lijkt aannemelijk dat de Nederlands Hervormde Gemeente Ginneken het aan C. Graauwmans en consorten te danken heeft dat ze hun kerk niet zijn kwijtgeraakt. Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan gaan onze gedachten uit naar een bescheiden doch smaakvolle plaquette aan te brengen op een in het oog vallende plaats in de kerk. In dat geval toch dient dit “historische oecumenische gebaar van de 'Graauwmans-fractie” voor altijd gememoreerd te worden. Maar er waren ook Ginnekenaren, zoals de timmerman Henk Vermeulen en de herbergier Anton Kuijpers, die het daar helemaal niet mee eens waren. De ketters moesten er maar uit vonden ze. Ze klommen de kerk binnen en vergrendelden de zijdeur met spieën.

De actie vond plaats op de gedenkwaardige 8ste juli 1803. Er ontstond toen een Ginnekense storm in een glas water. De affaire kreeg regionale en zelfs landelijke bekendheid wat geheel in de bedoeling van de predikant moet hebben gelegen. De dominee maakte aan zijn gemeente bekend dat, in strijd met de waarheid, de kerk gesloten was. Hij beschikte over de sleutels van de hoofddeur die niet vergrendeld was. Hij had bovendien de spieën kunnen verwijderen. Maar dat liet C. Knaap, de schout van het Ginneken, door dezelfde mannen doen die eerder de deur hadden vergrendeld. Hij dacht hiermee de zaak geregeld te hebben, maar niets was minder waar. In het belang van de protestantse zaak zou het recht haar loop moeten hebben.

Zelfs Napoleon kwam zich in het Ginneken met de zaak bemoeien…

De kwestie kwam voor bij de Drossaard van de Hoge Vierschaar in Breda. Dit geacht college kwam tot de conclusie dat, behalve kosteres Catharina Schellekens, zo ongeveer iedereen fout was geweest. De dominee werd berispt, omdat hij schromelijk had overdreven, de schout van het Ginneken, omdat hij in deze zaak ontactvol was opgetreden en natuurlijk ook de beide heethoofden die de kerk hadden bezet. Zij verdwenen zelfs voor enige tijd in het gevang. In 1809 bracht de katholieke Koning Lodewijk Napoleon een bliksembezoek aan het Ginneken, waarbij de kwestie van de overdracht van de kerk ter sprake is gekomen. Naar aanleiding van dat bezoek werd wel de verwaarloosde bij de protestanten in gebruik zijnde kerk van Bavel aan de katholieken teruggegeven.

In 1830 wisten de (katholieke) Zuidelijke Nederlanders zich vrij te maken van het overwegend Calvinistische Noorden, waardoor de staat België een feit werd. De weifelachtige van enig staatsmanschap gespeende Willem I had niet tegemoet willen komen aan de gerechtvaardigde wensen van de 'zuiderlingen'. In plaats daarvan had hij een leger gestuurd. In die tijd ook werd in verband met een nijpend cellentekort tijdelijk een aantal Belgen in de toren van de kerk aan de Ginnekenmarkt opgesloten. Kerktorens zijn om strategische redenen eigendom van de overheid. De verwaarloosde begraafplaats bij de kerk (waar nu het Chassémonument staat) werd door militair gebruik verder onttakeld en door de gemeente Ginneken bestemd als plaats waar de varkensmarkt kon worden gehouden.

Er werd een nieuwe Laurentiuskerk gebouwd, die was al snel te klein…

Op 25 juli 1834 werd van katholieke zijde een laatste poging ondernomen de kerk aan de Ginnekenmarkt terug te krijgen. Ook dit verzoek werd afgewezen, waarbij de 'Graauwmans documenten' ook een belangrijke rol hebben gespeeld. Het is waarschijnlijk aan de kunde en de inzet van de toenmalige Ginnekense dominee Ds. Roscam Abbing te danken dat ook deze poging mislukte. De Ginnekense katholieken gingen in 1843 over tot de bouw van een nieuwe parochiekerk in het dorpscentrum. Ze ontvingen hiervoor een rijkssubsidie van ƒ8.000,--. Maar in 1902 werd deze kerk aan de Ginnekenweg al weer vervangen door de huidige fraaie en bouwkundig ook unieke Laurentiuskerk, een schepping van Jos Cuypers.

Waren de problemen in Ginneken met betrekking tot het gebruik van de kerk nu definitief verleden tijd, de protestantse gemeente moest waakzaam blijven voor verdere aanslagen op hun vrijheid. De Ginnekense overheid meende dat de Nederlands Hervormde Kerk best als oefenruimte kon dienen voor trompetters, hoornblazers en andersoortige muzikanten van het leger en weerbaarheidskorpsen. Dit kon worden voorkomen. Toen de kerkklokken uit de oude toren in de nieuwe Laurentiuskerk aan de Ginnekenweg werden gehangen, bleek de tijd aangebroken om ook maar eens iets te doen aan die verfoeide varkensmarkt, nota bene op een oude begraafplaats. Ook dit initiatief bleek succesvol en de markt werd verplaatst buiten de kerkhofmuur.

De oude kerk werd tijdens Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd…

Na de dood van dominee Roscam Abbing in 1870 werd de Nederlands Hervormde Gemeente te Ginneken geleid door een viertal predikanten om in 1916 over te gaan in handen van Ds. B. ter Haar Romeny. Deze voorganger zal naast andere kwaliteiten zeker ook bekend blijven als de grote pionier van de restauratie van de kerk aan de Ginnekenmarkt en de bijbehorende gebouwen. Hij wist de mogelijkheden van talloze instanties, waaronder Rijksmonumentenzorg, uit te buiten en te bundelen. Fraaie glas-in-loodramen werden geplaatst. Muren, koor en transepten werden teruggebracht in hun oorspronkelijke stijl. De preekstoel kreeg de plaats die hem toebehoorde. Er werd een orgelfonds gesticht ter bestrijding van de kosten voor een nieuw orgel in de kerk.

Het verzorgingstehuis 'De Werve' werd geopend en Huize 'Mariëndal' werd in 1933 aangekocht ten behoeve van de jeugdzorg. Er kwam ook een fraaie protestantse begraafplaats aan de Bieberglaan. Uit de Tweede Wereldoorlog kwam de oude Laurentiuskerk zwaar gehavend te voorschijn. Maar ze werd weer volledig gerestaureerd en siert tot op de dag van vandaag de Ginnekense dorpskern. We mogen bewondering hebben voor al die voorgangers die door de eeuwen heen dit stuk Ginnekens erfgoed verdedigden en beschermden. In het gunstigste geval moet in het Ginneken de verhouding protestanten en katholieken een op vier bedragen hebben. Bewondering mag er dan ook zeker zijn voor de tolerantie van 'andersdenkenden'.

2. Op deze foto ziet u de toren van de Laurentiuskerk die in het jaar 1843 werd gebouwd aan de Kerkstraat, nu Ginnekenweg. Maar de kerk was al snel veel te klein.
3. In 1902 bouwden de Ginnekense katholieken een nieuwe en veel grotere kerk naar een schepping van de bekende architect Jos Cuypers. In 2002 werd het 100-jarig bestaan van de Laurentiuskerk gevierd.