Schoolakker moest deftigste wijk van ‘t Ginneken worden, Breda stak daar in 1945 een stokje voor.



De kans is vrij groot dat tijdens het komende overleg voor een nieuw bestemmingsplan voor Ginneken de gemoederen hoog oplopen als de discussie gaat over het Schoolakkerplein. Er gaan stemmen op die dit historische plein met een toonaangevende rol binnen de Ginnekense geschiedenis flink willen aanpassen en een functie willen geven binnen een ‘chiquer Ginneken’. Het plein oogt niet, heeft een te burgerlijke uitstraling en dat is al voldoende reden om drastisch in te grijpen.

Diverse opmerkelijke ideeën doen al de ronde. Er moet bijvoorbeeld een overdekte hal midden op het Schoolakkerplein komen waar concerten kunnen worden gegeven en andere cultureel verantwoorde optredens. In de winter zou de overdekte hal kunnen worden omgetoverd in een ijsbaan. Anderen vinden dat er ook een ondergrondse parkeergarage moet komen om de ‘heilige koe’ veilig en droog te kunnen stallen. Een plan uit 1945 zou van het Schoolakker de deftigste wijk van het Ginneken maken, maar Breda stak daar toen een stokje voor.

Het Schoolakker in het Ginneken was tot 1938 deels een open vlakte…

Voor de vroegere Ginnekenaren bestaat er geen Schoolakkerplein. U zult hem of haar wanneer gesproken wordt over het gebied tussen de Raadhuisstraat en Dillenburgstraat, eerder horen spreken over 'het Schoolakker'. Jaarlijks staat en stond op het Schoolakkerplein de Ginnekense kermis. Over het Schoolakker liep men naar de Openbare of Katholieke school in de Dillenburgstraat. Het 'Patronaat' (zaal Vianden) staat een steenworp verder en er tegenover tot ver in onze tijd het gemeentelijke gymnastieklokaal. Het Schoolakker, werd begrensd door de Postlaan, Dillenburgstraat, Kerkhofweg, Bavelselaan en Raadhuisstraat en was tot 1938 deels een open vlakte. Toch is de naam Schoolakker minder oud dan je zou verwachten. De naam komt voor de eerste maal voor in een notariële acte in het jaar 1856.

Het Schoolakker ontleende haar naam aan de gemeentelijke school die tot 1866 in de Raadhuisstraat stond, daar waar nu de Viandenlaan begint. Vóór de negentiende eeuw werd het gebied anders genoemd. In oude akten heeft men het over de 'Kerkeacker’, 'H. Geestakker' of 'Armenacker'. Het Schoolakker was van ouds gemeenschappelijk bezit van de kerk en van de armen van het Ginneken. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog had de gemeente Ginneken en Bavel plannen om het Schoolakker te bestemmen voor de woningbouw. Om een weg van de Dillenburgstraat naar de Raadhuisstraat aan te kunnen leggen moest men de oude gemeenteschool aan de Raadhuisstraat afbreken. Om een stratenplan te kunnen ontwikkelen werd van particulieren grond aangekocht tussen de Bavelselaan en de Kerkhofweg.Toen had de gemeente meer dan vijf hectare grond ter beschikking en stond klaar om te gaan bouwen.

Ginnekense annexatie en Tweede Wereldoorlog gooiden roet in het eten…

Eind jaren dertig werd er tussen de Dillenburgstraat en de Raadhuisstraat een brede verbindingsweg aangelegd met in het midden kastanjebomen die de naam Bernhardlaan kreeg. Toen het Ginneken op 1 januari 1942 door Breda was geannexeerd werd de naam Bernhardlaan gewijzigd in Viandenlaan. In Breda bestond al een Bernhardsingel en dat kon alleen tot verwarring leiden. Bovendien moesten op last van de Duitse bezetter alle straten die waren genoemd naar levende leden van het Koninklijk Huis. een andere naam worden gegeven. Het plan om op het Schoolakker huizen te bouwen kwam door de Tweede Wereldoorlog en de annexatie van Ginneken in 1942 in de ijskast terecht. Wat ook meespeelde was dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna geen huizen werden gebouwd. Dus het Schoolakker bleef een open vlakte, doorsneden met straten die een of ander plan suggereerden.

In het oude plan van de gemeente Ginneken en Bavel waren op het (nu) Schoolakkerplein middenstandswoningen en huizen twee-onder-een-kap gepland. Het Schoolakkerplein werd gedeeltelijk ook bestemd voor het houden van evenementen, waaronder de jaarlijkse Ginnekense kermis. Maar ook voor grote Ginnekense evenementen was het plein een aangewezen plaats, voor bijvoorbeeld muziekuitvoeringen van de Ginnekense harmonie Concordia en het Ginnekens Mannenkoor. De oudste Ginnekense vereniging, de Handboogschutterij Prins Hendrik, organiseerde er in 1884 de eerste interlandwedstrijd Nederland/België, een verschieting van grote allure, waarvoor op het Schoolakkerplein zelfs speciale schietbanen werden gebouwd.

De automobiel en de Ginnekense Paardentram eisten ruim baan op…

Een groot aantal schutterijen trad in het Ginneken aan en streden op de handboog om de ereprijzen. Het evenement staat uitgebreid beschreven in een van de Ginnekense boeken die werden uitgegeven door Stichting Annex-50. De titel van het betreffende boek is: “De gouden eeuwen van het Ginneken” > klik hier < . Toen verhuisde ook de Ginnekense Kermis naar het Schoolakkerplein. Die stond tot dan, met uitzondering van de stoomcarrousel, op de Ginnekenmarkt en de omliggende straten. Maar dat kon niet in stand blijven, omdat de kermis het centrum van Ginneken een week lang volledig blokkeerde. De automobiel was in opkomst en de Ginnekense Paardentram, opgericht in 1884, mocht niet worden gehinderd. Toen de kermis naar het Schoolakkerplein was verplaatst, was het plein nog niet bestraat en niet veel meer dan een zanderige vlakte.

Bij slecht weer was het één grote modderpoel. Ook na de aanleg van het stratenplan vlak voor 1940, bleef het Schoolakkerplein bij regenweer onbegaanbaar. In een kast in het raadhuis in de Raadhuisstraat lag ook nog een plan om als het Schoolakkerplein was aangelegd er een nieuw gemeentehuis te bouwen. Maar na de Tweede Wereldoorlog werd het de inwoners pas duidelijk dat het Ginneken niet langer werd bestuurd vanuit de Raadhuisstraat maar een deel van Breda was geworden. Ook hoe het Schoolakkerplein zich verder diende te ontwikkelen was een zaak die werd bepaald in het stadhuis op de Grote Markt in Breda. En daar had men echter andere ideeën dan de Ginnekense collega's voordat de oorlog was uitgebroken en het Ginneken was geannexeerd. Met het bouwen van een nieuw gemeentehuis hoefde geen rekening meer te worden gehouden.

Van een chique Schoolakkerplein maakte Breda een ‘arbeiderswijk’…

Er heerste na de oorlog ook een grote woningnood en Breda vond het Schoolakkerplein buiengewoon geschikt om er 'arbeiderswoningen' te bouwen. Het oude idee van de gemeente Ginneken en Bavel om er een mooie en deftige woonwijk van te maken was voorgoed van de baan en werd in de Bredase prullenbak gegooid. Het was ook in die tijd dat een groot deel van de beschikbare bouwruimte voor het vroegere stratenplan werd benut om er de Maycretewoningen weg te zetten. Het waren noodwoningen (prefabwoningen) een schenking van de Zweedse regering. Het Bredase bouwplan ondervond in het Ginneken een grote weerstand. Een groepje inwoners diende ook een bezwaarschrift in bij de gemeente Breda. Mevrouw Serraris, echtgenote van de inmiddels overleden burgemeester van de voormalige gemeente Ginneken en Bavel, voerde het protest aan.

Een van de motieven was dat de annexatie van het Ginneken met behulp van de bezetter tot stand was gekomen en dus niet rechtmatig was. Daarom, zo vond men, had de gemeente Breda niet het recht om het oude plan voor het bouwen van een aantal betere woningen voor de bovenlaag van de bevolking te veranderen in een 'arbeiderswijk'. Maar Breda legde het protest naast zich neer. Zelfs een beroep op de Kroon mocht niet baten. De bezwaarschriften werden ook daar niet ontvankelijk verklaard. Breda kreeg toen een grote haast om met het bouwen te beginnen. Er stond een plan op stapel om met steun uit Den Haag 750 eenvoudige woningen te bouwen, verdeeld over verschillende delen van de stad. Hiervan zouden er 148 rond het Schoolakkerplein in het Ginneken worden gebouwd.

Maycretewoningen gingen in 2007 roemloos ten onder, ze werden gesloopt…

De R.K. Bouwvereniging Ginneken, vanaf 1948 'St. Laurentius' genaamd, deed een verwoede poging om de woningen te mogen bouwen, maar de gemeente Breda gaf er de voorkeur aan de woningen in eigen beheer te realiseren. Een aantal woningen werd in de loop der jaren aan de bewoners verkocht. De overige woningen kregen na bijna 45 jaar een grote opknapbeurt. De Maycretewoningen gingen in 2007 roemloos ten onder, ze werden gesloopt. Ook dat leidde in het Ginneken tot felle protesten.