‘Piet Patronaat’ hield samen met zijn vrouw Nel in het Ginneken het zo geheten Patronaat draaiende.



1. Achttien jaar lang was het echtpaar Piet en Nel Vingerhoets vaak te vinden achter de tap in zaal Vianden.
“Zaal Vianden had er nooit zo uitgezien als Piet er niet voor de volle honderd procent achter had gestaan”, aldus zijn vrouw Nel Vingerhoets vijfentwintig jaar geleden. We lezen haar mededeling als we wat oude publicaties doorbladeren. “Piet Vingerhoets is geen onbekende in het Ginneken en ver daarbuiten”, staat er ook. Dat kwam voornamelijk door zijn functie als vaste beheerder van 1971 tot en met 1989 van het roemruchte Patronaat aan de Viandenlaan 3 in het Ginneken.

Nu wonen Piet Vingerhoets en zijn vrouw Nel al weer heel wat jaren in de Zorgvlietstraat 117 in IJpelaar. Maar vroeger was hij altijd wel ergens te vinden in ‘zijn domein’. Om iets te regelen, een praatje te maken met deze of gene of even een kop koffie of een drankje te schenken. Vooral omdat er vroeger veel verenigingen gebruik maakten van het Patronaat, is Piet een bekende persoon geworden in het Ginneken. En hoe zit dat dan met Nel?, vraag je je af. Hoe is het om als echtgenote van zo'n actieve Ginnekenaar door het leven te moeten gaan?

Iedere week waren er dagelijks nogal wat activiteiten in het Patronaat…

Om daar achter te komen belden we vijfentwintig jaar geleden aan bij het woonhuis van de familie Vingerhoets naast het Patronaat. Eerst een beetje beduusd, later wat meer op haar gemak, vertelt Nel over haar dagelijkse beslommeringen. Ook dat zij vaak helpt achter de tap in de grote zaal. "Er is altijd wel wat te doen in zo’n groot gebouw, waar zoveel verschillende mensen komen", begon zij haar verhaal. Ze begint uit haar hoofd de activiteiten op te noemen die wekelijks in het Patronaat plaatsvinden. “Maandag-, woensdag- en vrijdagmiddag hebben we de bejaarden en de W-groep Breda-zuid in huis. Maandag is ook de dag van de tafeltennisvereniging van de PTT, de Laurensdrummers en de B.L.V.-biljartvereniging. De laatste is voortgekomen uit de vroegere patronaatsbiljarters en carnavalsband Vor 't Leutje".

“En dan zitten we nog maar in het begin van de week”, zegt Nel. Iedere dinsdag hebben we activiteiten van de slankheidsclub, de Sjoelclub Breda, bejaardengymnastiek, repetities van diverse jazz-bands en de handboogschutterij ‘Prins Hendrik’. Die was net uit haar oefenadres bij café de Gouden Leeuw in de Dillenburgstraat gezet. De kastelein ging van de schietbaan een jeugdsoos maken. De schutterij zocht zonder succes al enige tijd naar een nieuw onderkomen om de doelen op te stellen. Piet heeft ze toen binnengehaald. Nu oefent men tijdelijk op dinsdagavond en zaterdagmiddag in de lange gang naast de zaal. Op woensdag oefenen in de zaal de Laurens Drummers en daarna is de PTT-biljartclub aan de beurt. Op donderdag is het de beurt aan tafeltennisvereniging ‘Victoria’ en biljartclub ’t Lauke’.”

Voor het inkorven van duiven heten we dan het ‘Inkorflokaal Ginneken’...

“In het weekeind is het extra druk”, vertelde Nel Vingerhoets jaren geleden. Vrijdag is de avond van de jongerensociëteit van de Jeugdcentrale Ginneken, evenals de zondagmiddag. Dan is het de beurt aan de jeugd tot twaalf jaar. Ze komen dan een potje kaarten of een balletje stoten. De zaterdagavonden zijn over het algemeen bezet voor feestavonden, die meestal door dezelfde verenigingen worden georganiseerd. In de weekeinden word een deel van de zaal gebruikt door de liefhebbers van de duivensport, voor het inkorven van duiven in het dan zo geheten ‘Inkorflokaal Ginneken’. Diverse festiviteiten vinden dan plaats, zoals onlangs de ontvangst van de Noord-Ierse kinderen. Op het einde van het schooljaar geeft de Laurentiusschool een feest en zijn er activiteiten van de Bredase Scheidsrechtersvereniging.”

Je mag misschien zeggen dat vijfentwintig jaar geleden de ‘buitenschoolse opvang’ in het Ginneken is uitgevonden. Tussen de middag kwamen zo’n vijfhonderd scholieren hun boterhammen in de grote zaal opeten met een kopje koffie of thee. Vooral in augustus, wanneer het nieuwe schooljaar weer begon, hadden we het vreselijk druk. Het is alles bij elkaar een druk weekprogramma. Daarbij is het jaarlijkse carnaval nog niet genoemd. Dat was ieder jaar een hoofdstuk apart. Carnaval begon voor het echtpaar Vingerhoets altijd rond 7 januari, als de Ginnekense carnavalsorganisatie ’t Lestogenblik’ met haar programma startte, te beginnen met de nieuwjaarsreceptie.Daarvoor kwamen dan zo’n acht prinsen met hun gevolg en hofkapel naar het Ginnekense Patronaat. In januari vond ook ieder jaar het ‘Jeugdkapellenfestival" plaats, toen de jeugdige voorloper van het ‘Oelefestival’ in Breda.

‘Nel, heb je een schuimspaan, een pollepel of een mixer’, klikt het dan…

“Kardinaal de Jong Stichting gaf een groot carnavalsfeest, gevolgd door atletiekvereniging ‘Sprint’, het Nationale Voetbalcarnaval en de verkiezing van de Ginnekense ‘Jeugdjoker’. Woensdag vóór carnaval gingen de bejaarden met de beentjes van de vloer en dan moest het eigenlijke carnaval nog beginnen. Nel overpeinst: “Dat was ieder jaar weer een complete slijtageslag. Als ’s nachts de grootste bende weer was opgeruimd, wees de klok een uur of drie. ‘En dan is er koffie’, is een bekend gezegde uit die tijd. Met onze medewerkers zijn we daar dan hard aan toe”, vertelt Nel. We maken nog een babbeltje over de avond zelf en ongemerkt is het dan al gauw vier uur, voordat we onze vermoeide ledematen rust kunnen gunnen. Niet voor lang overigens, want de andere morgen wordt er van ons verwacht dat we om negen uur weer fris en vrolijk present zijn.”

De vele verenigingen die in het Patronaat thuis waren, deden ook veel zelf. De ouderen zetten zelf hun koffie en thee. Bij dat alles was Nel Vingerhoets naast haar man Piet altijd een rots in de branding. Zij weet precies hoe laat en hoeveel koffie er moest komen, hoeveel broodjes en beleg er moesten worden ingekocht. Uit ervaring weet Nel dat ze op alles voorbereid moet zijn. Kreten als: "Nel, heb je een schuimspaan, een pollepel of een mixer zijn voor haar heel gewoon geworden en het mooie is, zij heeft dat dan ook allemaal bij de hand en verleent graag haar medewerking. Terugkijkend op de achttien jaar in het Patronaat, later zaal Vianden vertelde Nel ons: "We hebben het beiden altijd leuk werk gevonden. Het was 1971 dat Piet werd aangenomen in de functie van conciërge. Toen we begonnen was er zegge en schrijven één asbak in de zaal aanwezig en één bierglas”.

Op 1 augustus 1989 zette het echtpaar een punt achter hun carrière…

“Het was toen ook echt een patronaatsgebouw met activiteiten vanuit de parochie. We moesten toen alles met tweeën doen, ook het onderhoud. Dat is later wel anders geworden. Op het laatst hadden we drie dames, die ons op wisselende werktijden bijstonden”. Door de bezielende inzet van ‘Piet Patronaat’ is de instelling uitgegroeid tot wat het is geworden: een accommodatie waar het Ginneken trots op kon zijn en waar verenigingen van de jeugd tot de ouderen een prettig onderdak vonden voor hun activiteiten. Nel tot slot: “Piet heeft alles beheerd of het Patronaat van hem zelf was’. Op 1 augustus 1989 zette het echtpaar Vingerhoets een punt achter hun carrière, meer een Ginnekense roeping. Met een receptie werd daarna afscheid genomen van het Ginnekense verenigingsleven, maar niet van allemaal. Piet was ondertussen voorzitter geworden van de schutterij ‘Prins Hendrik’. Die had naast Vianden een eigen schietbaan gebouwd.

2. Het hele jaar door vonden er grote evenementen plaats in de zaal als hier een ‘curiosamarkt’
3. Lange tijd was op de eerste verdieping ‘De Beeldenaar’ gehuisvest. Vooral de jeugd kon er schilderen, knutselen enz.
4. Rond de oorlogsjaren, dus ver voordat Piet en Nel aantraden, werd het Patronaat gevorderd voor het huisvesten van militairen. Eerst door de Duitsers en direct na de bevrijding door de geallieerden. In die tijd waren er geen activiteiten van verenigingen mogelijk.