“Van de vijfentwintig jaar is ‘IJsvermaak’ door het ontbreken van vorst, vijf jaar niet open gegaan..!”



1. Zij het onduidelijk en gehavend met gaatjes voor het opbergen in een ordner, willen we u deze oude foto niet onthouden. Zij toont het pas gebouwde paviljoen van IJsvermaak (1943) aan de Bouvignelaan. Op die plaats staat nu het Japanse restaurant.
Het onderstaande artikel over het Ginnekense ‘IJsvermaak’ stond eerder in het Ginnekens Nieuwsblad van december 1982. "Winter is voor mij nog altijd de herinnering aan onbegaanbare paden, geniepige ijsrichels onder opgewaaide sneeuw, tintelende oren, bloemen op de ramen, ijspegels aan de dakgoot, bevroren waterleidingen en vooral gierende sneeuwstormen. Ik kan er niet naar terugverlangen", schreef ooit Evert Werkman in zijn bekende Amsterdams Logboek in Het Parool.

Ook Nicolaas Beets hield niet van ijs. Hij noemde het eens "Ellendig namaaksel van glas". En burgemeester Louw Huisman weigerde zelfs in 1893 toestemming te geven voor het houden van een hardrijderij in IJlst. In zijn ogen was dat maar ‘zondig gedoe’. Een andere mening was te vinden in de Heraut. In een theologische verhandeling staat te lezen: “Dat een menselijk spiergestel zo is aangelegd en dat het ijzer zo te smeden is dat de mens met ijzer op het ijs kan rijden, is uit de schepping, evenals zwemmen, een soortgelijk vermaak".

Eerste ijsbaan lag achter de Speelhuislaan, bij de oude watertoren…

Deze en nog veel meer interessante zaken staan in de uitgave ‘Niet over één nacht ijs’ van de KNSB ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan. Drie jaar jonger dan de KNSB is de Bredase vereniging "IJsvermaak". Met de heer Bik, in 1986 secretaris/penningmeester van IJsvermaak hadden we toen een gesprek. Hij vertelde: “Voor zover ik het goed heb is ‘IJsvermaak’ de oudste sportvereniging in Breda. Zevenennegentig jaar geleden (1898) begonnen we op een baan bij de oude watertoren achter de Speelhuislaan. Daarna verhuisden we naar de Baronielaan, waar we achter huize ‘Trianon’ een ijsbaan kregen. Pas in 1943 heeft ‘IJsvermaak’ zich aan de Bouvignelaan gevestigd. We pachten daar het terrein naast kasteel ‘Bouvigne’, achter (toen) restaurant ‘Markendaal’. Historisch gezien heeft ‘IJsvermaak’ altijd een hechte band gehad met het horecawezen.”

”We hebben daar nooit problemen over gehad”, gaat bestuurslid Bik verder. “Integendeel zelfs. Vóór de eerste brand in ‘Markendaal’ was onze officiële bestuurskamer in ‘Markendaal’ gevestigd. In een zware houten kast bewaarden we het archief en daar hingen ook de vier petten met opschriften ‘IJsvermaak’ en ‘Fietsenbewaarder’. Helaas zijn toen het grootste deel van ons archief, de petten en veel van onze andere bezittingen verloren gegaan. En wat nog erger was, de schakelkasten van de verlichting en de kabels van de ijsbaan waren ook verbrand. Dat gaf naast de brand, vooral omdat het al een paar dagen had gevroren, nogal wat consternatie. Met man en macht hebben ze verlegd en weer aangesloten. Daardoor hadden we toch licht toen de ijsbaan open ging.”

Als het een jaar niet vriest, heb je het werk allemaal voor niets gedaan…

Op dat ‘open gaan’ van de baan hoor je elk jaar wel van deze of gene kritiek. "Jullie gaan altijd te laat open en vaak niet. Je zult er wel een hoop geld aan overhouden. Maar dat valt echt wel mee. Financieel gezien hebben we een gezonde reserve. Zo gezond, dat we het zonder subsidie van de gemeente kunnen stellen. Maar toch ook weer niet zo groot, dat we zwemmen in het geld. Laten we het eens andersom stellen. Als de baan eens een jaar niet opengaat, hebben we een hoop werk voor niets gedaan: de afrastering repareren, de elektrische installaties nakijken, de apparatuur onderhouden en niet te vergeten onze leden aanschrijven vóór het seizoen. Frustrerend is het dan, als je dat allemaal voor niets doet. Wij willen misschien nog veel liever dan de leden dat het flink vriest en de baan open kan”.

”Schaatsen is een feest”, vertelde indertijd secretaris/penningmeester Bik. “Hoe groot de vreugde van het schaatsen is, kun je afmeten aan het feit dat het geven van een lidmaatschapskaart van ‘IJsvermaak’ met Sinterklaas in vele Bredase gezinnen al sinds vele jaren een traditie is. Ook wanneer er een jaar geen ijs is wil dat niet zeggen dat het al betaalde lidmaatschapsgeld in de zakken van het bestuur terechtkomt. Tenslotte gaat het betalen van pacht wel door en ook alle genoemde bijkomende kosten. Het verwijt ‘het te laat opengaan’, is niet terecht. Een ijsbaan van vier hectare groot vriest langzamer dicht dan een smalle sloot. Als ‘IJsvermaak’ open gaat, kun je er zeker van zijn dat het ijs veilig is. Dat is wat anders dan met honderden bij het Diaconesse ziekenhuis langs het politiebordje "gevaarlijk ijs" schaatsen en net doen of er niets aan de hand is.”

De laatste 25 jaar was ‘IJsvermaak’ vijf maal niet open, omdat het niet vroor…

”Officieel gaan we open wanneer het ijs acht centimeter dik is, zonder luchtbellen of sneeuw. Met andere woorden, wanneer het van goede kwaliteit is. Maar ook durven we de baan midden in de week wel open te stellen als het ijs nog niet precies acht centimeter dik is. Met het helemaal niet open gaan, doordat het niet hard genoeg gevroren heeft, valt het ook wel mee. In de laatste 25 jaar (in 1986) is ‘IJsvermaak’ vijf maal niet open geweest (dat was ergens in de jaren vijftig en tachtig). De traditionele baanvegers van vroeger zag je toen niet meer. Hoe men de baan dan in een goede conditie houdt? Arbeidsuren waren toen al een kostbare zaak. Acht baanvegers konden in één dag de vier hectaren schoonvegen. Tegenwoordig doet één man op een moderne veegmachine het in dezelfde tijd.”

”Een veegmachine kost natuurlijk geld. Maar met vegen alleen ben je er niet. Door de druk op het ijs van grote aantallen mensen gaat het ijs barsten. Vroeger werkten we de scheuren weg door ze eerst uit te schrapen en er met een gieter heet water in te laten stromen. Het ijs vroor daarna weer perfect aan elkaar. Met ingang van het seizoen 1982 gaan we met een soort vlammenwerper de barsten in het ijs te lijf. Om het barsten van het ijs tegen te gaan, zijn bij elke verlichtingszuil één of meer open olievaten geplaatst. Die worden dagelijks opengehakt, zodat het water in die olievaten kan stijgen en dalen wanneer de druk op het ijs verandert. Er gaat natuurlijk toch wel eens iets mis. Zoals vorig jaar (1985), toen een sneeuwschuiver door het ijs zakte. Dat gaf veel consternatie natuurlijk. Voordat de machine weer op het ijs stond had hij een stuk ijs van dertig bij drie meter omgeploegd.”

Het hebben van een lidmaatschapskaart is ten slotte altijd voordeliger…

‘Wanneer ‘IJsvermaak’ wordt opengesteld, zo is in onze bepalingen te lezen, is die gedurende de eerste acht ijsdagen slechts toegankelijk voor de leden van ‘IJsvermaak’. Een uitzondering wordt gemaakt voor schaatsliefhebbers die buiten Breda wonen en in die periode in Breda op familiebezoek zijn. Na die acht dagen kunnen ook niet-leden tegen betaling op het ijs. Het jaarlijks aanschaffen van een lidmaatschapskaart is, zo staat in ieder geval vast, is altijd voordeliger. Zeker als de prijs wordt gedeeld door het aantal dagen dat geschaatst kan worden. De zekerheid altijd op IJsvermaak terecht te kunnen, is een extra service die aan de leden wordt gegeven en zeer op prijs wordt gesteld.”

2. Tegen de tijd dat de vorst aanbreekt zet vereniging IJsvermaak haar weiland naast kasteel Bouvigne onder water, worden de lichtmasten geplaatst met ijzeren tonnen er naast om de druk op het ijs op te vangen.