Als voorproefje en als generale repetitie voor het evenement Annex-50 was er in 1986 al een reünie.



Ginneken=Ginneken organiseerde tijdens de afgelopen Braderie een feestelijke bijeenkomst voor inwoners, inclusief een lunch in zaal Vianden het vroegere Patronaat. Er waren slechts een handje vol deelnemers.
Vroeger was dat wel anders. In 1986 organiseerde Annex-50 haar eerste Ginnekense reünie. Ruim veertienhonderd deelnemers waren er. Het feest was een organisatorisch opzetje voor het grote evenement dat in 1992 zou volgen. Ginneken was toen vijftig jaar geannexeerd.

Willem van Oosterbosch, een van de medeoprichters van Annex-50, heeft de naam verzonnen. Willem was jaren aan een stuk ook een zeer verdienstelijke organisator in Ulvenhout waar hij woonde. Hij heeft toen de wielerronde van Ulvenhout nationaal op de kaart gezet en hij was ook voorzitter van de Ulvenhoutse voetbalvereniging UVV. In 1986 werd Willem Oosterbosch de eerste voorzitter van Annex-50 met Wim Siegmund als secretaris en Brent Houben als penningmeester.

Ruim 1400 oud-Ginnekenaren op de eerste Ginnekense reünie in 1986…

Zonder de andere ook hard werkende capabele bestuursleden te kort te willen doen, mag worden gezegd dat Annex-50 met het trio Willem van Oosterbosch, Wim Siegmund en Brent Houben een dagelijks bestuur in huis had, waarvoor je je handen in het vuur zou steken. Tastbare herinneren aan de reünie in 1986 (er zouden er in totaal drie worden georganiseerd) zijn het herinneringstegeltje en de speciale uitgave van het Ginnekens Nieuwsblad van februari 1986. Tijdens de reünie werd het evenement Annex-50 voor 1992 voor het eerst aangekondigd. De ruim toen 1400 reünisten, allemaal oud-Ginnekenaren namen het nieuws tot ver in Nederland mee naar huis en vormden voor Annex-50 samen één groot reclameblok. Tijdens de reünie waren het Ton van der Wildt en Lex Meeuwesen die met blocnote en pen de hele dag en avond voor het Ginnekens Nieuwsblad interviews afnamen.

Korte tijd later werden de verhalen van vroeger gepubliceerd op vijf pagina’s in het Ginnekens Nieuwsblad van februari 1986. Hieronder publiceren we delen van de indertijd opgeschreven herinneringen, mede als eerbetoon aan de inmiddels overleden Willem Oosterbosch en Ton van der Wildt. Annex-50 schatte de opkomst voor de reünie in 1986 op enkele honderden deelnemers. Toen de duizendste inschrijving was ontvangen ging het er om spannen. Met nog meer deelnemers zou het patronaat te klein zijn. En die kwamen er, nog ruim vierhonderd. Er werd een grote tent gehuurd die dwars over het veld tegen het Patronaat werd gezet. En een heteluchtkanon, verlichting, de nodige leidingen en kabels, een houten vloer, tappunten, stoelen en tafels, nooduitgangen en kraampjes om de snuisterijen van Annex-50 aan de man te brengen. Er kwamen extra mensen die zich geroepen voelden ook een handje toe te steken.

Zomaar een praatje maken met de reünisten was een waar genoegen…

Op de dag zelf begon het patronaat al vroeg vol te stromen. Een heerlijk gezicht te zien hoe de reünisten, allemaal oud-Ginnekenaren, hun vroegere plaatsgenoten begroetten. Vrouwen omhelsden elkaar, mannen drukten elkaar stevig de hand, inclusief een schouderklop. De intensiteit van de begroetingen verraadde de sterke band die er was geweest en weer werd aangehaald. Familiebanden, banden van vriendschap ook en van vroeger goed nabuurschap. Er waren ruim duizend mannen en vrouwen, meisjes en jongens, met duizenden verschillende meningen. Met een verschillend geloof of helemaal geen geloof. Van uiteenlopende politieke richtingen, gewoon volk en sjiek volk. AI die plezierige, blije, aanspreekbare mensen maakten er daar toen een feest van dat zou duren tot in de kleine uurtjes. Ton van der Wildt kreeg de tip om de ook aanwezige pastoor uit Lamswaarde te interviewen. Hem werd verteld over de schelmse streken van Knipscheer, want dat was de naam van de vroegere Ginnekense kapelaan.

Het zal dus niet zo maar een kapelaan zijn geweest. Daar zit hij, die man met het witte boordje, de neus van een sjeik erboven en een bril erop. Hij hoefde niets te zeggen, was er bij verteld. Knipscheer zou zelf wel van wal steken. Dat deed hij ook met vooral Ginnekense verhalen en anekdotes. Bijvoorbeeld een verhaal over zijn zilveren priesterfeest in het Ginneken, in 1960. Een diner met 160 parochianen, champagne vooraf en de burgemeester erbij. Het menu ging grotendeels verloren door plotseling verhoogde activiteiten van harmonie Concordia. De vroegere kapelaan Knipscheer zou na het feest zelf naar huis rijden in Lamswaarde. Met een rijbewijs, gehaald in 1928, moest dat geen probleem zijn, meende hij. Een interessant mens, die Knipscheer. Een controversieel mens ook mocht ik in de loop van de reünie diverse keren vaststellen. Voorzichtig te typeren als een man die misschien te veel vingers in teveel Ginnekense pap heeft gehad.

Sjaak Nelemans, de Ginnekense klepperaar, had dé avond van zijn leven…

Alle ontmoetingen waren een belevenis. Ook die met Rietje Eestermans. Een lief oud dametje, grijs natuurlijk, brilletje en een innemend gezicht. Ze vertelde over de geboorte, de glorie en de teloorgang van de drumband Oud-Ginneken. De naam Knipscheer viel. Ad Graauwmans kwam voorbij en ze omhelsden elkaar hartelijk. Een ouwe vrijer van me, verklaarde Rietje. Voor de naoorlogse lezers: vrijen had voor de oorlog de betekenis van knuffelen. Rietje ging thuis een hapje eten en ze beëindigde het gesprek met: “Ik ben een ouwehoer, maar wel eerlijk”. En daar was Sjaak de klepperaar, Sjaak Nelemans was zijn naam voor de burgerlijke stand. Hij klepperde er flink op los temidden van een optredende kapel in de tent die was aangebouwd. Dat deed hij met diepe kniebuigingen en opspringend met de armen wijd uitgespreid ten hemel. Wat later trad hij weer op met een grote trom, staande op het biljart tussen de band Embrasse-Breda-Ginneken.

Ik probeerde nog een gesprekje met de klepperaar, maar hij sprak in een soort Ginnekens van vóór de Middeleeuwen, een taal die ik niet kende. Na twaalf uur ’s nachts sprak hij alleen nog met zijn kleppers. De mannen van ‘Gymnastiekvereniging Christophorus van veertig jaar geleden kwamen opdraven. Als ‘ouwe jongens, krentenbrood’ zongen ze hun lied en het was goed. Ton van der Wildt sprak ook met Annelies Peemen, hammond-organiste, een pure Ginnekense uit de Bavelselaan, waar haar vader een dansschool had. Zij is een telg uit een muzikale familie en werd in 1944 bijna in de schuilkelder geboren. Op zesjarige leeftijd achter de piano, omdat het moest. Op 12-jarige leeftijd ging ze een accordeonstudie volgen in Rotterdam. Het werd het begin van een muzikale loopbaan. Ze zou de straatstenen in Ginneken willen kussen, als ze terug zou kunnen komen om er een dansschool te beginnen. Waarom niet eigenlijk? Een dansschool in Ginneken, geleid door een vakvrouw. Aan het eind van de avond brak de muzikale beer los en viel er niets meer te interviewen.

Bij de foto's (klik hieronder op ‘meerdere afbeeldingen’:

1. Het patronaat en de feesttent stroomden in januari 1986 vol met reünisten. Dat waren ongeveer 1400 in het Ginnekenaren geboren of aangetrouwd oud-inwoners.

2. De drie tentoonstellingen die speciaal voor deze dag waren opgezet en andere bezienswaardigheden als de twee Ginnekense kerken, werden tijdens de reünie druk bezocht.

3. Voor de deelnemers aan de eerste Ginnekense reünie in 1986 was er een door Annex-50 zelf gedrukt herinneringstegeltje met als opdruk het gemeentewapen en de Ginnekense pomp.