Vijfenzestig jaar geleden werd het dorp Ginneken geannexeerd, maar niet met hulp van de Duitsers.



1. Net als alle andere plaatsen had de gemeente Ginneken en Bavel een eigen gemeentewapen. Dit wapen wordt met officiële toestemming nog steeds gebruikt door o.a. Stichting Annex-50 Ginneken.
Eén van de 'heiligste' zaken op deze aardkloot zijn de grenzen. Het zijn minutieus getrokken onzichtbare lijnen die het grondgebied van landen, provincies, steden en dorpen vaststellen. Niet meer te tellen oorlogen en twisten over waar precies de grenslijn is vastgesteld, lopen als een rode draad door de geschiedenis. Soms houdt een grenslijn op te bestaan door bijvoorbeeld een gemeentelijke herindeling. Dat was vijfenzestig jaar geleden ook het geval met de gemeente Ginneken en Bavel.

Het dorp Ginneken werd na een felle annexatiestrijd van bijna tachtig jaar op 1 januari 1942 door Breda ingelijfd. Van de rest werd de nieuwe gemeente Nieuw-Ginneken opgericht. Dat wil niet zeggen dat daarmee de grenzen van het Ginneken ook gevoelsmatig waren weggepoetst. Ginneken-dorp en de daar wonende samenleving werden verder vanuit het Bredase stadhuis bestuurd. “De Duitsers hebben Breda geholpen met de annexatie”, ging het als een lopend vuurtje door het Ginneken.

Burgemeester Willem Merkx sprak over ‘onze vrienden uit het Ginneken’…

De Tweede Wereldoorlog was in volle gang en bracht steeds meer ellende. Nu, vijfenzestig jaar later zijn er nog steeds Ginnekenaren die er niet van af te brengen zijn dat indertijd de Duitsers Breda hebben geholpen met het annexeren van het Ginneken. Het was de toenmalige Ginnekense burgemeester jhr. mr. Th. Serraris die dit vuurtje publiekelijk aanwakkerde. Hield het Ginneken als zelfstandige plaats op te bestaan, gezegd moet worden dat men door de gemeente Breda jaren achtereen met respect en terughoudendheid werd behandeld. Een ingeworteld schuldgevoel bij de Bredase bestuurderen?, wie zal het zeggen. Wie gedetailleerd op de hoogte is van de bijna tachtig jaren lange strijd die Breda heeft gevoerd om het Ginneken in haar bezit te krijgen, is snel bereid om daar vraagtekens bij te zetten. Jaren later sprak de populaire Bredase burgemeester Willem Merkx vaak over ‘onze vrienden uit het Ginneken’.

In ons bezit zijn kopieën van het vrijwel volledige archief dat handelt over de annexatie van het Ginneken. De stukken zelf zijn veilig opgeborgen in de provinciale archieven in ’s Hertogenbosch en dat was maar goed ook. Minder frisse zaken rond de annexatiestrijd zouden vroeger zeker hebben geleid tot grote schandalen binnen de toenmalige Bredase en Ginnekense samenleving. Dat Ginneken was geannexeerd met hulp van de Duitse bezetter was bij veel inwoners haast een obsessie geworden waar men fluisterend over sprak. Werden de Bredase annexatieplannen door de Ginnekense bevolking altijd als iets 'uit den boze' beschouwd, de wijze waarop de annexatiestrijd door de jaren heen werd gevoerd was vaak onbehoorlijk tot zeer onfatsoenlijk. Dat alleen al was voor ons ruim voldoende voor een diepgaand onderzoek.

Het Ginneken bleef jaren lang zichzelf, een eigenzinnig dorp van Breda…

Het dorp Ginneken hoorde vanaf 1942 dan wel bestuurlijk bij Breda, maar inmenging voor wat betreft de Ginnekense leefsfeer, het inrichten en besturen van het verenigingsleven en de oude in gebruik zijnde tradities was er niet bij. Voor de Ginnekense inwoners veranderde er dan ook weinig of niets. Als men de plaats van herkomst moest opgeven werd steevast ‘het Ginneken’ genoemd. Ook als adres bleef de naam nog jaren in gebruik. Een eventuele toevoeging 'bij Breda’ was om te voorkomen dat een poststuk ergens bleef 'zweven' en door ‘Tante Post’ als onbestelbaar zou worden geretourneerd. Nu, 65 jaar later, heeft deze hardnekkige houding het Ginneken een speciale plaats gegeven binnen de Bredase samenleving. De naam ‘Ginneken’ heeft landelijk nog steeds een bekende klank. De tot voorkort hechte gemeenschapszin, af en toe gelardeerd met de gebruikelijke dorpsrellen, dwong bij velen grote bewondering af, ook bij het Bredase bestuur.

”In het Ginneken hebben ze hun zaken goed voor elkaar”, zo werd de situatie met bewondering omschreven. Maar wat is er overgebleven van de indertijd gedane beschuldiging dat de annexatie met behulp van de Duitse bezetter tot stand is komen? De meeste inwoners van het tegenwoordige Ginneken kennen de beschuldiging niet en de kleine groep oudere Ginnekenaren dragen de wetenschap mee als publiek geheim waar ook nu nog {onder elkaar) slechts fluisterend over wordt gesproken. Het wordt als een overwinning beschouwd dat, ondanks dat Breda het Ginneken heeft weten te annexeren, men in het dorp rond de pomp vele jaren een grote zelfstandigheid en saamhorigheid heeft weten te bewaren. Het was als een helende zalf op de wonden die de langdurige annexatiestrijd had geslagen.

Brief van Reichskommissar für die besetzten Niederländischen Gebiete…

De beschuldiging dat de annexatie van het Ginneken met hulp van de Duitsers was geslaagd, was de reden dat we in 1974 het bestuderen van de Ginnekense annexatiegeschiedenis ter hand namen. Dat werd toen mogelijk, omdat de tot dan toe geheime archiefstukken voor publiek ter inzage werden gelegd. Ook toen zou de beschuldiging als die waar zou zijn, nog tot een ongekend schandaal kunnen leiden. Zou iedere grond voor de beschuldiging ontbreken, dan was het meer dan tijd om een en ander definitief recht te zetten. De Bredase poging om het Ginnekense grondgebied bij het hare te voegen, startte al op 25 oktober 1899 (!) met een verzoek aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. De vraag of de Duitsers invloed hebben gehad op de uiteindelijke beslissing moet met een duidelijk 'nee' worden beantwoord.

Uit de stukken kan worden geconstateerd dat vlak vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 de annexatie op papier al rond was. Wat nog moest gebeuren was een behandeling door de Tweede Kamer in Den Haag en daarna de publicatie in de Staatscourant. Daar lag dan ook het probleem en de grond van de latere beschuldiging. De Duitsers hadden de Tweede Kamer naar huis gestuurd en daarna met eigen mensen het landsbestuur zelf in handen genomen. De gebruikelijke democratische weg voor het aannemen van de annexatiewet was niet gevolgd. In het archief van het provinciebestuur in Den Bosch was alleen een korte brief te vinden van de 'Reichskommissar für die besetzten Niederländischen Gebiete, der Beauftragte für die Provinz Nord-Brabant’. Hij vroeg om informatie over een artikel in de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’ over ‘merkwaardige toestanden in Nieuw-Ginneken’ (zie foto).

De procedure voor het aannemen van de annexatiewet was niet gevolgd…

De brief was op 13 maart 1942 verstuurd, bijna drie maanden na het ingaan van de Ginnekense annexatie. Meer dan die ene brief was niet te vinden in het archief in Den Bosch. Het onderwerp had voor de bezetter amper betekenis en was van geen belang waar men zich niet mee bemoeide. Hoe moet de beschuldiging die in het Ginneken werd geuit dan wel worden onderbouwd? De beslissing om het dorp Ginneken bij Breda te voegen heeft zoals gezegd niet die procedure gevolgd die zij grondwettelijk had moeten hebben. De toenmalige bestuurderen werden bestempeld als 'de vijand dienende' personen. De beschuldiging werd ook in de hand gewerkt doordat, ondanks dat er een oorlog was uitgebroken, de annexatie van het Ginneken niet stagneerde, maar zelfs in een stroomversnelling terecht was gekomen.

De vraag is dan ook reëel of de annexatie binnen deze treurige periode tot stand had moeten komen of de noodzaak zo spoedeisend genoemd mocht worden dat de beslissing daarover niet kon worden uitgesteld. Maar hoe dan ook, op papier was tot de annexatie van het Ginneken vlak voor het uitbreken van de oorlog al besloten. Die was hoe dan ook toch doorgegaan. Gelijk met de annexatie in 1942 werd de toenmalige burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel, Jonkheer Th. Serraris benoemd tot burgemeester van Nieuw-Ginneken. Dat was het grootste deel van de oude gemeente (inclusief de dorpen Bavel, Ulvenhout en Galder) dat buiten de annexatie was overgebleven. Vanuit zijn nieuwe positie ijverde de niet aflatende Serraris direct na de oorlog in 1945 voor een volledig herstel van de vroegere gemeentegrenzen.

De beschuldiging stond in een boekje dat door Serraris werd verspreid…

Een dringend verzoek daarom werd niet alleen gericht aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, maar ook aan de weer in functie zijnde minister van Binnenlandse Zaken. Onder de inwoners werd een boekje verspreid, waarin de beschuldigende tekst stond die ook naar de Koningin was gestuurd. Serraris schreef de Koningin: “Het diepst is men geschokt, wijl voor de uitbreiding van de gemeente Breda en voor de opheffing van de gemeente 'Ginneken en Bavel' de hulp is aanvaard van den vijand, toen Hare Majesteit was gescheiden van Haar volk”. Maar op 30 juni 1947 bereikte het Ginnekense anti-annexatiecomité het bericht, dat de gedane zaken geen keer zouden nemen en dat het dorp Ginneken bij Breda zou blijven. De beschuldiging zelf bleef echter doorleven, in wrok. Aan ons om een en ander hierbij recht te zetten. De annexatie in 1942 was te gretig, maar de Duitsers hadden er niets mee te maken.

2. Het was de laatste burgemeester van ‘Ginneken en Bavel’, Jonkheer Th. Serraris die direct na de oorlog Breda beschuldigde de annexatie met hulp van de Duitsers te hebben doorgezet.
3. Met een korte brief die in het provinciale archief in ’s Hertogenbosch is opgeborgen, informeerden de Duitsers twee maanden naar dato wat er allemaal aan de hand was rond de annexatie.
4. De Tweede Wereldoorlog begon in 1940 met de vlucht van vrijwel de gehele bevolking van Breda en het Ginneken. Daar is later, direct na de oorlog, nog een herinneringstegeltje van gemaakt.