Oorlog in het Ginneken! Op het Schoolakkerplein werd van beide kanten flink met scherp gevuurd.



1. De gravure die de historische strijd op het Schoolakker uitbeeldt. Het torentje van het raadhuis en de Bredase toren zijn er duidelijk op te herkennen.
De naam 'Schoolakker' is in het Ginneken een begrip. Men bedoelde daar het gebied tussen de Raadhuisstraat en de Dillenburgstraat mee. Vroeger gingen kinderen 'over het Schoolakker' naar de Laurentiusschool of Openbare School, beide waren gevestigd aan de Dillenburgstraat. Op het Schoolakker en (later) het Schoolakkerplein wordt sinds 1921 ieder jaar in augustus de Ginnekense kermis gehouden. Vóór dat jaar waren de attracties over heel het centrum van Ginneken verdeeld.

'Schoolakker' is echter nooit een officiële straatnaam geweest. Toen bij de Schoolakker de eerste straten werden aangelegd, werd het grote middenveld bij raadsbesluit van de gemeente Ginneken en Bavel in het jaar 1938 'Schoolakkerplein' gedoopt. De naam Schoolakker herinnert aan de gemeentelijke school, die al eeuwen lang aan de Raadhuisstraat heeft gestaan. Dat was op de plaats, waar nu de Viandenlaan begint.

Op het Schoolakker werd in 1794 gevochten tegen de Fransen…

Het landelijk gebied achter de school was vanouds eigendom van de Hervormde Gemeente en van de 'Armen' van Ginneken. In 1917 werd de gemeente Ginneken en Bavel voor een bedrag van fl 7.500,-- eigenaar van dit terrein. Na de Tweede Wereldoorlog, Ginneken was in 1942 geannexeerd, bouwde de gemeente Breda rond het Schoolakkerplein een groot aantal woningwetwoningen. De plannen daarvoor lagen al klaar in het voormalige Ginnekense raadhuis. Rond het Schoolakker moet in het jaar 1794 een 'schermutseling' hebben plaats gevonden tussen de Staatse troepen uit de vesting Breda en een aantal Franse militairen. Die waren vanuit de zuidelijke Nederlanden in Staats-Brabant doorgedrongen. Op die plaats lokaliseert een journalist van het Dagblad van Noord-Brabant in zijn artikel van 25 juli 1935 het treffen, afgebeeld op een gravure in 'Het Leven van Willem George Frederik'.

Volgens het onderschrift van de in 1802 door C.J. de Huyzer vervaardigde gravure vond de 'Schermutzeling tusschen eenige HoIlandsche Militairen en een Corps Franschen , plaats op de 'Bredasche Heide' bij Ginneken. Aanvoerder van de Staatse troepen was de tweede zoon van stadhouder Willem V, Willem George Frederik van Oranje. Men ziet hem midden op de gravure te paard de Hollandse troepen aanvoeren tegen de wat ongeregelde, haveloze Franse eenheden. De auteur van het artikel in het Dagblad van Noord-Brabant van 1935 ziet de 'Bredasche Heide' achter de Raadhuisstraat liggen. Op de gravure ziet men links enkele daken van huizen met daar boven uit het koepeltje, dat in vroegere dagen het Ginnekense raadhuis bekroonde. De huizen zouden dan de panden zijn, die vroeger aan de noordoostkant van de Raadhuisstraat hebben gestaan.

Publicatie in 1935 wegens afbraak van een voorname dorpswoning…

In 1938 werden de panden afgebroken voor de doorbraak voor de Viandenlaan. Tussen haakjes, De Viandenlaan heette eerst Bernhardlaan, maar die naam moest tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderd worden. Ter hoogte van het begin van de Viandenlaan was dat het 'schoolhuys' (de gemeentelijke school) dat enkele eeuwen op deze plaats stond. In 1866 is deze school afgebroken en herbouwd op de hoek Viandenlaan/Dillenburgstraat. Nu zijn er plannen om aan de westkant van de Viandenlaan een nieuwe school te bouwen voor de Ginnekense basisscholen Laurentius en Dr. de Visser. Terug naar het strijdgewoel. Of dat ook daadwerkelijk vlak bij het centrum van Ginneken in de buurt van het Schoolakker heeft plaatsgevonden is niet helemaal zeker. Het ging de maker van de gravure vermoedelijk meer om het uitbeelden van het heldhaftige gedrag van de Prins van Oranje dan om een historisch verantwoorde weergave van de strijd te Ginneken.

Het artikel in het Dagblad van Noord-Brabant werd in 1935 door de betrokken journalist geschreven naar aanleiding van de afbraak van: '...een oud pand aan de Raadhuisstraat, dat eens de stomme getuige was van het treffen tussen de Hollandsche en Fransche troepen in 1794'. Maar het huis dat werd gesloopt, was een voorname dorpswoning, die dr. Antonie Maes in 1845 had laten bouwen op het weilandje naast het nog nieuwe burgemeestershuis van R. Buysen. Het betreffende pand had de ‘Ginnekense oorlog’ dus niet meegemaakt, maar was wel de oorzaak van dit verslag.

2. Nu gaat het op het Schoolakkerplein vrediger aan toe. In ieder geval wordt er, behalve tijdens de kermis, niet meer geschoten. Er staan nu wel veel geparkeerde auto’s.