Ginneken precies één eeuw een Bredase wijk voor maatschappelijk geslaagde welvarende mensen.



1. Een deel van de Ginnekense wandelkaart die honderd jaar geleden werd uitgegeven. Het Ginneken en Breda bestonden toen nog slechts uit een handjevol straten.
Begin 1992, vlak vóór het grote Ginnekense evenement Annex-50, had de organisatie met dezelfde naam het grootste en duurste evenement op de plank liggen dat Ginneken ooit gekend heeft. Maar liefst tien dagen duurde het spektakel met zo’n dertig grote programmapunten. Alle inspanningen waren bedoeld voor het herdenken dat het in dat jaar 50 jaar geleden was dat Ginneken door Breda was geannexeerd. Aan het grote programma was al vanaf 1986 hard gewerkt.

Het enthousiasme van de Ginnekenaren om Breda te laten zien dat ‘het Ginneken het Ginneken nog was’, was zo groot dat men vooral in het Ginneken zelf alle mogelijke en onmogelijke medewerking en financiële steun kon krijgen. Het Ginnekens Nieuwsblad, nu met een eigen hoofdstuk op onze website, doneerde veertigduizend gulden om programmatisch een vlotte start van de grond te tillen.

Een Ginnekense wandelkaart uit begin 1900 werd herdrukt en verkocht...

De reden van dit artikel met een historische ondergrond is, dat bij het inventariseren van de voorraad Ginnekense boeken van Annex-50 nog een paar wandelkaarten te voorschijn kwamen. De wandelkaart was indertijd een ‘uitgave der Vereeniging Ginneken Vooruit’ en was eind achttienhonderd gedrukt. De genoemde ‘vereeniging’ was toen een eigen Ginnekense VVV. Het Ginnekens Nieuwsblad liet van de wandelkaart in verband met het evenement ‘Annex-50’ tweeduizend reproducties maken, in kleur. Dat was mogelijk omdat de kosten van het drukken door het Ginnekens Nieuwsblad werd betaald. De kaarten werden in 1992 verkocht voor vijf gulden per stuk. De opbrengst was voor de kas van Annex-50 en een van de inkomstenbronnen om het programma mee te financieren.

Na afloop, toen de penningmeester van Annex-50 Brent Houben, klaar was met het financiële overzicht, bleek dar het evenement ruim één ton had gekost. Maar nu de wandelkaart. Daar staan het Ginneken, Breda en Princenhage op. In die volgorde, want natuurlijk staat het Ginneken centraal op de kaart. Ook de toen niet meer dan gehuchten Bavel, Ulvenhout, en Teteringen staan er ook op. Niet alleen Ginneken maar ook Breda bestond in die dagen uit niet meer dan een handjevol straten. Verreweg de meeste herenhuizen in het centrum van Ginneken werden pas vanaf eind achttienhonderd gebouwd. U kunt dat hier en daar zelf nog zien aan de datum die door de bouwers op diverse huizen zijn aangebracht. De Ginnekense bevolking bestond in die dagen hoofdzakelijk uit boeren en handarbeiders.

De huisjes in het centrum van Ginneken werden stuk voor stuk gesloopt…

De reden dat eind achttienhonderd en begin negentienhonderd een ware explosie op de Ginnekense bouwmarkt heeft plaatsgevonden, is ook bekend. In 1870 werden de Bredase verdedigingswallen, de muren rond de stad afgebroken. Het toen in gebruik zijnde wapentuig was zodanig verouderd dat de wallen (een landelijk gegeven) geen enkele bescherming meer boden. Verder was de industrialisatie van Breda in alle hevigheid ingezet en derhalve de grondhonger groot. In die dagen werden enkele grote fabrieken vlak bij Breda gebouwd en wie wat centen op de bank had, liet zich een huis in het buitengebied bouwen. Het Ginneken was toen en ook nu zeer in trek. De meeste van de toen kleine huizen in het Ginneken, een benedenverdieping met een schuin dak er op, werden voor de nieuwbouw gesloopt.

Ginneken kreeg toen een groot aantal notabelen in huis, een vijftal grote hotels, veel pensions en het dorp groeide uit tot een landelijk bekend staande toeristenplaats. Wie de kaart uit 1900 bekijkt en haar vergelijkt met de huidige situatie, ook hoe alle dorpen in de omgeving explosief zijn gegroeid, zal zich wel eens afvragen waar dat allemaal toe zal leiden in de toekomst. De uitdrukking “vol is vol” hoort u mij niet zeggen, dat is een van de grootste schuttingwoorden in onze tijd. Maar de mededeling dat het wel ‘erg druk wordt’ in Nederland (ook in het Ginneken) zal niemand zijn ontgaan. Dat liet Frits Bolkenstein in zijn jaren bij de VVD ook eens ontvallen. Hij is een ‘heer van stand’ en de uitdrukking werd geaccepteerd. Als je tegenwoordig de omvang van het Ginnekense wagenpark in ogenschouw neemt, dan mag “vol is vol” toch wel? Dat wagenpark is nu ‘het’ visitekaartje van het ‘chique Ginneken’.

2. Het centrum van Ginneken bestond vóór 1900 uit vrijwel allemaal kleine huisjes, eén verdieping met een schuin dak. Ze werden vrijwel allemaal gesloopt voor de ‘herenhuizen’.
3. Hotel Dennenoord in de Boschlaan (nu Duivelsbruglaan) was een van de grote chique hotels in het Ginneken. Ginneken kreeg onder de chique toeristen een landelijke bekendheid.