Het loopt goed in het Ginneken. Bij Prins Hendrik schiet men in de roos, Café Rosé valt in de smaak



Na een verbouwing van zeven maanden is voorheen café ‘De Gouden Leeuw’ in de Dillenburgstraat 80 omgetoverd tot het nieuwe eetcafé Café Rosé. Op 1 maart 2008 hebben de nieuwe eigenaren Sahila en Robert hun aanwinst in het Ginneken geopend. ‘Wij hebben tijdens de verbouwing veel steun en aanmoedigingen van omwonenden mogen ontvangen wat ons erg heeft gestimuleerd’, liet men weten. Om de buurt in de feestvreugde te laten delen is er op 6 april a.s. een buurtborrel.

Voor een stukje bewogen Ginnekense geschiedenis, waar de vroegere 'Gouden Leeuw' alles mee te maken heeft, moeten we veertig jaar terug in de Ginnekense geschiedenis. We hebben u al verteld dat de Ginnekense Handboogschutterij Prins Hendrik (1852) met kastelein Jac van Alphen en ‘De Gouden Leeuw’ vlak voor de Tweede Wereldoorlog mee was verhuisd naar de Dillenburgstraat 80. Ook daar richtte men een eigen schietbaan in. Jaren later is het café diverse keren van eigenaar verwisseld.

Toen ‘De Gouden Leeuw’ aan de brouwerij werd verkocht liep het mis…

Willem de Ruyter, vele jaren voorzitter van de Ginnekense schutterij, vertelde mij lang geleden in geuren en kleuren het drama dat ‘Prins Hendrik’ toen overkwam. Hij had daar, met alle emoties er bij, ook aantekeningen van gemaakt. “De verhuizing”, aldus Willem de Ruyter, “bracht voor onze schutterij geen problemen met zich mee. Een paar keer per week oefenden we op onze schietbaan en hielden er frequent ook wedstrijden. Maar toen de brouwerij de 'Gouden Leeuw' opkocht en ging verhuren aan willekeurige kasteleins, werd dat voor Prins Hendrik een pure ramp. De nieuwe huurders, waarvan wij er een paar hebben meegemaakt, deden mij denken aan goudzoekers. Hun houding ten opzichte van onze schutterij was niet goed te noemen. Mijn bezorgdheid voor het voortbestaan van Prins Hendrik was groot. Dat dit zeker niet ongegrond was, ondervond ik in het begin van 1967”.

“Een van die nieuwe huurders van ‘De Gouden Leeuw' had, zonder ons daarvan in kennis te stellen, onze binnenschietbaan omgebouwd tot een 'soos', een nieuwe vorm van vertier die toen erg in opkomst was. 's Zaterdags hadden we nog geschoten, een week later was het voor de mannen van Prins Hendrik niet meer nodig, Het materiaal van de schutters lag onder het afdak van de buitenbaan. Binnen was het dus een 'soos' geworden en wat voor een 'soos'. De kastelein had er ook een aparte ingang voor gemaakt. Die bestond uit een soort brug met een leuning, waarover de bezoekers een voor een naar binnen konden. Aan het eind van die brug stond de kassa voor het betalen van de entree. Want daar was het allemaal om begonnen. Met een ‘soos’ kon men meer geld verdienen dan met een vereniging”.

Handboogschutterij ' Alliance d'Amitie' Ulvenhout kwam Ginneken te hulp…

“De ruiten van onze voormalige binnenschietbaan waren van binnen beplakt met zwart papier. Aan het plafond hingen lange papieren slingers en lampionnen. Het enige licht dat werd verspreid, kwam uit een aantal stallantarentjes, die onze onttakelde schietbaan in een rode gloed zetten. Voor mij leek het meer op een rovershol. Ik ben direct naar de kastelein gestapt om te vragen wat dit allemaal te beduiden had en hoe het met het 'Koningschieten' moest dat over drie weken zou plaatsvinden. Na een onderhoud van bijna een half uur beloofde hij mij om met de 'soos' te stoppen en onze binnenbaan weer te herstellen. Twee weken later, het was 1967 en één week voor het jaarlijkse Koningschieten, ben ik weer poolshoogte gaan nemen. Maar nee hoor, de 'soos' was er nog. Alles stond en hing er nog net zo bij”.

“De stomme stallantarentjes zwaaiden zachtjes heen en weer door de wind die door een openstaand raam naar binnen blies. Het was net of ze mij wilden vertellen: 'Nee voorzitter, we zijn er nog, hier wordt niet meer geschoten'. Voor mij stond echter vast dat het traditionele Koningschieten moest doorgaan. Ik begaf me naar mijn vriend Frans Carton, voorzitter van de handboogschutterij 'Alliance d'Amitie' te Ulvenhout. Toen hij van onze problemen hoorde reageerde hij positief op mijn verzoek om van de Ulvenhoutse schietbaan gebruik te mogen maken. 'Ja Willem, dat kan. Onze leden schieten Tweede Paasdag niet.' Samen gingen Frans en ik naar Piet van Etten, hun kastelein van café De Harmonie aan de Dorpstraat om een en ander af te spreken. 'Willem, dat kan altijd, je bent hier altijd welkom', sprak Piet van Etten.

‘Jullie moeten allemaal opdonderen, de schutters verteren niet genoeg…’

“Door de Ulvenhoutse medewerking kon het Koningschieten in 1967 toch doorgaan. Ik wil Frans en Piet hier nogmaals danken voor hun sympathieke medewerking. Hoewel het Koningschieten naar wens is verlopen, waren natuurlijk onze grote problemen niet opgelost. Het zat de kastelein van ‘De Gouden Leeuw' kennelijk ook niet lekker dat het Koningschieten in Ulvenhout had plaatsgevonden. Twee dagen na de wedstrijd kwam hij bij mij thuis met de vraag of Prins Hendrik terug wilde komen. Hij was al begonnen met het afbreken van de 'soos'. De problemen leken te zijn opgelost. Zo’n vijf jaar ging het goed, toen ontstonden er nieuwe problemen. Tijdens de nieuwjaarsvergadering van Prins Hendrik op 8 januari 1972, meer bedoeld als een bijeenkomst om elkaar een voorspoedig nieuwjaar toe te wensen, wilde ik de kastelein het allerbeste wensen”.

“Tot mijn schrik en verbazing riep hij met luide stem: ‘Jullie moeten allemaal opdonderen'. Op mijn vraag wat dat allemaal te betekenen had, was zijn antwoord: 'De schutters verteren niet genoeg en daarmee basta'. Dat was meer dan duidelijk. Wij betaalden onze rekening en vertrokken. Wij waren niet langer welkom in ‘De Gouden Leeuw'. Buiten gekomen zei ons lid Sjef Snelders tegen mij: 'De prijzenkast kun je bij mij brengen.' Dat gebeurde een van de volgende dagen. De prijzenkast hing er veilig en Toos onderhield de eretekens bijzonder goed. Ook bij hen werden voorlopig de vergaderingen van de schutterij gehouden. De rest van het materiaal werd bij Harrie Nelemans opgeslagen. Maar Prins Hendrik had geen schietbaan meer en iedereen weet dat een schutterij zonder schietbaan ten dode is opgeschreven. Dat spookte ook voortdurend door mijn hoofd”.

‘Prins Hendrik’ bleef in het Ginneken en bouwde er een eigen schietbaan…

“We deden opnieuw een beroep op Frans Carton van handboogschutterij 'Alliance d'Amitie' in Ulvenhout. Daar kon gelukkig de eerste tijd worden getraind. We gingen ook op zoek naar een plek voor een nieuwe eigen schietbaan. Maar die waren, zo wist ik, dun gezaaid in het Ginneken. Op 29 juli 1973, bijna anderhalf jaar nadat Prins Hendrik uit ‘De Gouden Leeuw' was vertrokken, was ik aanwezig bij een handboogwedstrijd in Meerlse Dreef. Daar ontmoette ik Cor van de Broek, bestuurslid van de handboogschutterij 'Soranus' Bavel. 'En Willem, hoe gaat het met Prins Hendrik?', vroeg hij mij. 'Hou op', was mijn antwoord, Prins Hendrik hangt aan een zijden draadje'. Van Cor kreeg ik het advies eens te gaan praten met de beheerder van het Ginnekense buurthuis 'Vianden', vroegere het Ginnekense 'Patronaat' aan de Viandenlaan”.

“Maandag, de andere dag al, had ik een gesprek met de beheerder. De kennismaking was uiterst vriendelijk. Een sympathieke man, de heer Vingerhoets waren mijn eerste gedachten. Ondanks dat hij op het punt stond om met vakantie te gaan, liet hij mij toch het hele gebouw zien. 'De zaal is druk bezet, maar er zouden wel wedstrijden in kunnen worden gehouden', aldus de heer Vingerhoets. 'De gang binnen en de waranda buiten zijn misschien geschikt te maken om te trainen', zo ging hij verder. 'We zouden ook het voorste gedeelte van het terrein kunnen gebruiken voor het bouwen van een nieuwe schietbaan', was de laatste mogelijkheid. Buiten gekomen moest ik eerst mijn vreugde verwerken De dreigende inktzwarte wolken boven het voortbestaan van Prins Hendrik waren opgetrokken. Een nieuw leven brengende zon brak door. De schutterij zou een nieuwe toekomst tegemoet gaan, dat stond wel vast”.

Het gaat goed met Prins Hendrik en eetcafé Café Rosé gaat van start…

De Ginnekense Handboogschutterij Prins Hendrik was gered. Men bouwde eigenhandig naast buurthuis Vianden een prachtige eigen schietbaan, ‘Het Schuttershof’, compleet met een gezellige bar. De accommodatie werd op 25 augustus 1976 door toen erevoorzitter Willem de Ruyter in gebruik genomen door het onthullen van een gedenksteen. Met ‘Het Schuttershof’ is deze oudste Ginnekense vereniging (1852) voor altijd uit de huisvestingsproblemen. En ook hier geldt dat ‘baas in eigen huis’ de voorkeur heeft. Op zaterdag 29 maart 2008 vindt er opnieuw het traditionele ‘Koningschieten’ plaats. En met vroegere ‘De Gouden Leeuw’ in de Dillenburgstraat gaat het nu ook goed. Zoals ik in het begin van dit artikel al vertelde, starten de nieuwe eigenaren Sahila en Robert er eetcafé Café Rosé, een aanwinst voor Ginneken.