Historisch gebouw Witgelekruis in het Ginneken wordt verbouwd en krijgt een nieuwe bestemming



1. Er wordt flink gesleuteld aan het gebouw van het witgelekruis in de Dillenburgstraat.
Het grote statige gebouw in de Dillenburgstraat (naast de Rabobank op de Ginnekenweg maar dan de hoek om) wordt momenteel flink onder handen genomen. Weken lang is men er al mee bezig. Het pand dat in het Ginneken een mensenleeftijd lang bekend staat als het gebouw van het Witgelekruis wordt momenteel omgebouwd tot kantoor en twee appartementen voor bewoning. Als het werk is afgerond trekt Polyplasica er in, een internationaal opererende handelsfirma.

Polyplasica is momenteel gevestigd aan de Wilhelminasingel 119 staat er in de bouwvergunning van de gemeente. Zelf wil men niets kwijt over de verhuizing naar het Ginneken. “We werken nooit mee aan publiciteit”, deelde een woordvoerster ons desgevraagd mee. Geen probleem. De voornaamste reden waarom we melding maken van de bouwactiviteiten in de Dillenburgstraat is de functie, die het gebouw bijna een mensenleeftijd lang heeft vervuld.

Tot slot trok de dokter je onderbroekje omlaag en voelde in je liezen…

Vele jaren, in onze herinnering zeker al vanaf de Tweede Wereldoorlog, werd er de Ginnekense schooljeugd medisch gecontroleerd. Het was ook hèt adres voor Ginnekense moeders om op gezette tijden te laten onderzoeken of hun baby’s wel voldoende in gewicht toenamen en de diverse lichaamsfuncties zich naar behoren ontwikkelden. Als Ginnekens jongetje of meisje ging je samen met je klas, netjes in de rij, te voet naar de Dillenburgstraat 2. Daar moest je dan in een soort wachtkamer je kleren uittrekken, behalve je onderboekje. Een voor een werd je dan bij de controlerend arts geroepen die in je mond keek, aan je armen en benen voelde en tot slot je onderbroekje omlaag trok. De dokter voelde in je liezen of je daar misschien een breuk had. Na de mededeling dat je kon gaan, dropen de meeste leerlingen met een rood hoofd van pure schaamte af. Zo ging dat nog in die tijd.

Heel veel jaren was in het betreffende pand ook de Ginnekense bibliotheek gevestigd. De dames Nooten van de Ginnekenmarkt voerden hier de scepter. Hun vader is lang gemeenteraadslid geweest van de gemeente Ginneken en Bavel, die zetelde in het Raadhuis in de Raadhuisstraat. Om vroeger je vrije tijd door te komen was je veel op jezelf aangewezen. Pretparken, computerspelletjes of waar de jeugd zich tegenwoordig mee vermaakt had je toen nog niet. Dus een groot deel van de Ginnekense jeugd was lid van de plaatselijke bibliotheek. Er wat rondneuzen om een boek uit te zoeken zoals dat nu in de bieb gebeurt, was niet mogelijk. Iedereen had een catalogus waar alle boeken van de bibliotheek in stonden. Je vertelde aan een van de dames Nooten welke boeken je wilde lezen en zij zocht ze dan voor je op. Een boek lenen kostte in die dagen zeggen en schrijven één dubbeltje.

Boven in het gebouw aan de achterkant was jaren lang klas 6b gehuisvest…

De Ginnekense jeugd was in vroeger dagen onderverdeeld in groepen die een of andere boekenheld adoreerden. Zo waren er Winnetou en Old Shatterhand, de indiaan en de cowboy die samen door het Wilde Westen trokken op zoek naar avontuur. Anderen hielden het bij de verhalen over Buffalo Bill. De schrijver Karl May had het allemaal verzonnen en op papier gezet en daarmee gaandeweg de wereld veroverd. In ieder geval waren er veel lezertjes in het Ginneken die bij de dames Nooten hun boeken kwamen lenen. Boven in het gebouw aan de achterkant was een aantal jaren klas 6b van de R.K. Laurentiusschool gehuisvest. Er bestonden plannen om de school iets verder in de Dillenburgstraat uit te breiden. Maar het geld was ook toen erg schaars. Diverse klassen waren daarom elders ondergebracht. De Laurentiusschool had toen twee zesde klassen.

In klas 6a, bij meneer Michielsen, kregen de leerlingen les die naar de Ambachtschool zouden gaan. In klas 6b, bij de heer Schellekens, werden de leerlingen onderricht die verder zouden gaan leren aan de HBS, het Lyceum of de Mulo. De heer Broere was toen net aangetreden als hoofd van de Laurentiusschool. ‘Beroemd’ waren de muzieklessen van meneer Schellekens. Voor de klas staande speelde hij dan op zijn viool en trok daar de meest rare gezichten bij. Leerlingen die daar om lachten moesten op hun knieën voor het bord gaan zitten, met de handen omhoog. Toen op een keer zowat de halve klas voor het bord op z’n knieën zat stopte meneer Schellekens met zijn muzieklessen. Zijn viool heeft hij nooit meer meegenomen. Even beroemd is het verhaal over een van de leerlingen uit klas 6b, Hans van der Zee. Die haalde toen alle kranten. Nou ja, dat was toen hoofdzakelijk dagblad De Stem.

Woedend beet hij Hans de pelgrim toe: “Ga jij maar naar Lourdes, artiest…”

Plotseling was er grote paniek in het Ginneken. Klasgenootje Hans van der Zee was verdwenen en in geen velden of wegen te bekennen. Het stond in de krant en op school was dat het gesprek van de dag. Na een paar dagen werd hij ergens in Frankrijk gevonden. Hij was op bedevaart naar Lourdes gegaan. Ook toen was de jeugd keihard en Hansje werd daar nog lang mee geplaagd. Ook meneer Schellekens schoot af en toe uit zijn slof als hij door Hansje werd getergd. Met een van boosheid verwrongen gezicht beet hij hem dan toe: “Ga jij maar naar Lourdes, artiest…”. De klas bulderde dan van het lachen wat meneer Schellekens nog bozer maakte. De plotselinge devotie van onze pelgrim was best te verklaren. Hans kon prachtig zingen en af en toe zong hij in het lof solo het bekende Marialied: ‘Oh als ik een klokje was…’.

Op gezette tijden kwam er een missiepater op de Laurentiusschool op bezoek. Met behulp van kleurige platen vertelde hij dan voor de klas staande spannende verhalen over de missie en de negers in Afrika. Soms werd een leerling daar zodanig door gegrepen dat hij in een flits zijn toekomst helemaal voor zich zag. Een ‘roeping’ noemden ze dat toen. Sommigen gingen later naar het seminarie en werden naar de missie uitgezonden.

2. Vroeger vervulde het gebouw diverse functies voor de Ginnekense gemeenschap.
3. Toen de Laurentiusschool flink werd uitgebreid, vond klas 6b er tijdelijk onderdak.
4. Meneer Michielsen (links) gaf de leerlingen van klas 6a les en meneer Schellekens (vierde van links) stond in klas 6b voor de klas.