Sjoemelen niet alleen van onze tijd, honderd jaar geleden pikte Breda geniepig de Baronielaan in.



1. Op 4 augustus 1909 viel de brief van Koningin Wilhelmina op de deurmat van het Bredase stadhuis op de Grote Markt. Ginneken werd in het gelijk gesteld en het Bredase raadsbesluit voor het kopen van de Baronielaan werd vernietigd.
Dat er tegenwoordig flink wordt ‘gesjoemeld’ is niet iets speciaals van onze tijd. Precies honderd jaar geleden (1909) werd door Breda een groot deel van de Baronielaan ingepikt, toen nog het bezit van de gemeentes Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen. De Baronielaan, toen nog Boulevard genoemd, was net aangelegd. Wie in het Bredase gemeentearchief in de papieren duikt en vraagt naar de stukken over het ontstaan van de Baronielaan, krijgt een kartonnen archiefdoos overgereikt.

Met een zwarte viltstift staat het nummer 775 op de doos geschreven. Niemand van de dienstdoende ambtenaren stelt lastige vragen. Waarom zouden ze ook? De archiefdoos is er een van de vele honderden, waarin de gemeente Breda haar geschiedenis heeft opgeborgen. De dozen bevatten verslagen van gebeurtenissen uit het verleden, die op papier voor het nageslacht worden bewaard. Wij zijn dat nageslacht, als je het tenminste hebt over de gebeurtenissen uit begin negentienhonderd of de jaren er voor.

Van de Baronielaan was geen centimeter van Breda en dat stak behoorlijk…

Aan de buitenkant van de archiefdoos is niet te zien, dat de inhoud gaat over een van de grootste ruzies tussen enerzijds Breda en anderzijds Ginneken, Princenhage en Teteringen. Wie de documenten in de doos goed leest, komt al gauw onder de indruk van de problemen die Breda met haar strijd voor het in het bezit krijgen van de Baronielaan zich op de hals haalde. De tekst van de betreffende documenten wordt zelfs spannend op het moment dat de Bredase 'vroede vaderen' persoonlijk een fortuin dreigen te verliezen aan het 'Baronielaan-avontuur met een luchtje'. In het geheim werd er dan ook flink 'gesjoemeld' om aan die dreiging te ontkomen. We schrijven het jaar 1897. Om de zaak goed te kunnen overzien, dient u ter plekke enigszins op de hoogte te zijn van vroegere gemeentegrenzen. Dat leggen we u uit.

Van de 'Boulevard Mastbosch' (pas in 1905 ontstaat de naam 'Baronielaan') hoorde geen vierkante centimeter tot het grondgebied van Breda. Het eerste stuk van de Baronielaan (vanaf de Wilhelminastraat tot de zuidelijke Rondweg) viel onder Teteringen, het resterende stuk deels onder de gemeentes Ginneken en Bavel en Princenhage. In 1897 werd de toen als landweg te karakteriseren doorgangsroute en de aanpalende landbouwgronden particulier opgekocht door de Bredasche Bouwgrond Maatschappij. Een heuse projectontwikkelaar uit die tijd met grote plannen voor het gebied. Een zekere heer G. Soeter zwaaide er de scepter. Er werd een (toen nog) moderne grindweg aangelegd. De aanpalende grond werd bouwrijp gemaakt en voorzien van de toen moderne aansluitingen voor rioleringen, gas, water en elektra.

Breda ontwikkelde snode plannen om de Baronielaan in te pikken…

De firma Soeter en companen bood percelen grond te koop aan om er huizen op te bouwen. Grote herenhuizen wel te verstaan, niet van dat kleinburgerlijk gedoe. Dus alleen gegoede lieden konden ingaan op het aanbod. De heer Soeter en de Bredasche Bouwgrond Maatschappij maakten net als tegenwoordig veel projectontwikkelaars een ‘financiële klapper’. In 1908 was boven verwachting nagenoeg driekwart van de bouwgrond verkocht en bebouwd en lag de zogeheten Baronielaan er statig en deftig bij. Daarmee zaten des Soeter taak en ambities er eigenlijk op, want wat overbleef was de weg zelf en daar viel voor de op groot geld beluste Soeter en zijn kompanen geen droog brood mee te verdienen. Zo’n weg kost alleen maar geld, voor de aanleg en later voor het onderhoud.

De niet meer te stoppen heer Soeter met zijn Bredasche Bouwgrond Maatschappij, zo mag uit de Bredase archiefstukken worden afgeleid, nam contact op met de gemeentes Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen. Of ze de weg wilden overnemen. 'Om niet', voor niets dus, met de 'lusten en de lasten'. Daar hadden die gemeentes wel oren naar en de nodige onderhandelingen kwamen vrij vlot op gang. Pas op dat moment verscheen Breda ten tonele. In het Stadhuis op de Grote Markt was het snode plan bedacht om de Baronielaan zonder een volgens de wet noodzakelijke grenswijziging aan het Bredase grondgebied toe te voegen. De truc was om door een aankoop in privaatrechtelijke zin de Baronielaan van eigenaar te laten wisselen. Er werd door Breda flink met 'de beurs' gerammeld. De Bredasche Bouwgrond Maatschappij rook opnieuw grof geld en vroeg 30.000 gulden voor het boeltje.

Aankoop werd binnen amper een week door de gemeenteraad gejaagd…

Het toenmalige Bredase college van burgemeester en wethouders bood Soeter het toen torenhoge bedrag van 20.000 gulden. Kan men voor zo'n bedrag op de dag van vandaag amper een garage bouwen, in die dagen kon je er stil van gaan leven, inclusief de familieleden. En dat is per saldo ook het doel van iedere projectontwikkelaar, dus ook van de heer Soeter. Eind 1908 waren de partijen, het Bredase college en de Bredasche Bouwgrond Maatschappij (de heer Soeter dus), het met elkaar eens. Op 20 november van dat jaar stelden burgemeester en wethouders van Breda de gemeenteraad voor de Baronielaan en het Engelbert van Nassauplein voor een bedrag van 25.000 gulden over te nemen, kosten koper.

Als belangrijk argumenten voor de koop werd de Bredase gemeenteraad onder andere voorgehouden, dat Breda haar groei en bloei voor een aanzienlijk deel te danken had aan het nabij gelegen 'Mastbosch'. Verder ook, dat aan de gegoede bewoners van de Baronielaan door de gemeente Breda al enige tijd gas en water werd geleverd. Op het oog voorname redenen die de Bredase gemeenteraad na één week akkoord deed gaan met het voorstel. Drie maanden later, 25 februari 1909, zou Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ook haar fiat aan de koop geven. Er kon dus een afspraak met een notaris worden gemaakt om de koop in wettelijke zin af te ronden.

Gemeentes Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen waren woest…

Ondertussen wandelde de Bredase 'goegemeente' des zondags over de Baronielaan naar het 'Mastbosch' om daar aangename en gezonde uurtjes door te brengen. Van de kapitalistische en bestuurlijke perikelen achter de schermen wist men hoegenaamd niets. Ook niet dat de gemeentebesturen van Ginneken en Bavel, Princenhage en Teteringen des duivels waren toen ze na de geslaagde aankoop achter de deal kwamen. Dat er heel wat afgefoeterd werd door de besturen van de genoemde dorpen laat zich makkelijk raden. Terwijl men nog met de Bredasche Bouwgrond Maatschappij in onderhandeling was over het overnemen van de weg, was achter hun rug de Baronielaan op hun grondgebied verkwanseld aan erfvijand Breda. Dat is wel even wat anders dan de ruzies en gekif op de dag van vandaag.

De slinkse Bredase aankoop werd niet genomen. De koppen werden bij elkaar gestoken. Dat resulteerde op 17 februari 1909 in het door de gedupeerde gemeentes instellen van een beroepsprocedure bij ‘De Kroon' met het verzoek het Bredase raadsbesluit tot aankoop van de Baronielaan te vernietigen. Ongetwijfeld tot grote schrik van Breda gebeurde dat ook. Onder het briefhoofd: 'Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.', viel op 4 augustus 1909 de brief met een figuurlijk donderend geweld op de deurmat van het Bredase Stadhuis op de Grote Markt. Koud en kil werd meegedeeld dat 'het handeltje' niet door kon gaan. 'Om het algemeen belang', werd als dreden opgegeven.

Koningin Wilhelmina stak Breda onverwachte een stok tussen de benen…

De uitspraak verder lezend en ietwat vrijpostig vertaald, deelde Koningin Wilhelmina mee, dat Breda dient af te blijven van het grondgebied van omliggende gemeentes en dat van de gebezigde rare constructie alleen maar ruzie kon komen. Dat dient te worden voorkomen, luidde de boodschap van de Koningin. Breda zat met de koninklijke uitspraak danig in de nesten. Vermag het staatshoofd overheidsbeslissingen te vernietigen, anders is het daar waar partijen bij de notaris zijn geweest en een officiële koop hebben gesloten. Daar zit men aan vast, dus ook in de onderhavige zaak. Breda had ook een grote blunder gemaakt en verzuimd een ontsnappingsclausule in het contract te laten opnemen, dat in speciale situaties van de koop kon worden afgezien.

De koop van de Baronielaan kon juridisch niet meer ongedaan worden gemaakt. Vooral niet omdat de heer Soeter Breda minzaam liet weten daaraan niet “langs minnelijken weg” te zullen meewerken. De eerste Bredase (termijn)betaling had hij al in zijn zak, de volgende zou weldra volgen. Door het vernietigen van het Bredase raadsbesluit door Koningin Wilhelmina mochten de voor de aankoop van de Baronielaan nodige 25.000 gulden ook niet worden uitgegeven en.... Soeter had daar al een deel van in zijn zak. De als “geheim” gekwalificeerde stukken in het Bredase archief spreken over juridische adviezen die werden ingewonnen. De kans was groot dat de Bredase vroede vaderen persoonlijk voor de deal zouden opdraaien, dus voor de 25.000 piek het schip in zouden gaan. Dat stemde niet tot blijdschap in het Bredase stadhuis.

Geheim advies en een zekere ‘mijnheer X’ brachten uiteindelijk redding…

Een geheime brief uit Amsterdam, gericht aan de Bredase 'Gemeente Advocaat', maar verder zonder namen, doet een mogelijke oplossing aan de hand. De 25.000 gulden voor de aankoop van de Baronielaan moest in twee bedragen worden gesplitst. Een bedrag van fl. 24.000,-- voor het kopen van de grondrenten (met een jaarlijkse opbrengst van een paar duizend gulden) en de resterende f 1.000,- voor het kopen van de weg zelf. Dat zou een zekere 'mijnheer X' (het lijkt wel een film van James Bond) kunnen doen, die de weg later weer aan de gemeente Breda zou verkopen. Met deze constructie zou, aldus het advies, worden voldaan aan het Koninklijk besluit. De Bredase gemeenteraad en de wellicht enige lachende derde (Soeter) zouden wel met de constructie in moeten stemmen.

Over het verdere verloop van de zaak waren geen stukken in het Bredase archief terug te vinden. Maar wie iets dieper in de Bredase geschiedenis graaft komt er achter dat de in Breda wonende heer J. IngenHousz rond 1909 de Baronielaan heeft gekocht en haar in 1918 aan Breda heeft geschonken. Het zal er wel los van staan, maar in die periode krijgt een plein in Breda de naam Dr. Jan IngenHouszplein. Bestuurlijk was de Baronielaan nog steeds het bezit van de gemeentes Ginneken en Bavel, Teteringen en Princenhage. In de annexatiestrijd rond 1927 en 1942 zou de Baronielaan mede dienen als speerpunt van Breda om Ginneken te annexeren. Dat werd in 1942 met succes voor Breda afgerond. Toen mocht Breda zich pas in de wettelijke betekenis van het woord 'eigenaar' van de Baronielaan noemen.

2. Het eerste stuk van ‘Boulevard Mastbosch’ (nu de Baronielaan tussen het begin van de Ginnekenweg en de Zuidelijke Rondweg) was tot 1927 grondgebied van Teteringen.
3. Op dit punt (u kijkt in de richting van Breda) loopt nu de Zuidelijke Rondweg. In zuidelijke richting behoorde de Baronielaan deels tot het grondgebied van Ginneken en Bavel en Princenhage.