Nieuwjaarsnacht 1941 was het veel Ginnekenaren te moede om het verlies van de zelfstandigheid.



1. Het bestuur van de gemeente Ginneken en Bavel vlak voor de annexatie door Breda gefotografeerd in het gemeentehuis aan de Raadhuisstraat. Burgemeester Serraris was zodanig kort van stuk dat hij een voetenbankje gebruikte.
Ik neem u dit keer mee terug naar eind december van het jaar 1941. De jaarwisseling stond ook toen voor de deur. Met het wegtikken van de laatste seconden van 1941 werd de status van Ginneken ook drastisch gewijzigd, want van de ene op de andere seconde verloor Ginneken haar zelfstandigheid. Kon Ginneken op woensdag 31 december 1941 haar eigen zaakjes zelf nog regelen, vanaf 1 januari 1942 werd alles vanuit het stadhuis in Breda besloten.

Die nacht in 1941 van oud op nieuw moet het voor veel Ginnekenaren een emotioneel moment zijn geweest. Een dikke zeventig jaar had de annexatiestrijd met Breda geduurd. Op 1 januari 1942 viel voor het dorp Ginneken het doek. Hoe werden de eerste dagen in het jaar 1942 beleefd. Twee krantenartikelen uit die tijd vertellen daar iets over. Zij geven een beeld van hoe de zaken ambtelijk werden afgewerkt. Het ‘Rotterdamsch Nieuwsblad’ dat hier ook verscheen, meldt op vrijdag 2 januari 1942 onder de kop.

BURGEMEESTER SERRARIS NEEMT AFSCHEID VAN AMBTENAREN.

‘Op de oudejaarsdag na het eind van de bureauwerkzaamheden heeft de burgemeester der gemeente Ginneken en Bavel voor de laatste maal zijn ambtenarencorps om zich heen verenigd gezien en allen in de gelegenheid gesteld om afscheid te nemen van ook hun burgemeester. De plechtigheid van het afscheid en de gedachte dat met dat afscheid tevens het eind van de gemeente Ginneken en Bavel was gekomen heeft op alle aanwezigen een merkbaren indruk gemaakt. Er zijn slechts weinig maar daarom niet minder ernstig gemeende woorden gesproken en het was velen ambtenaren die reeds veel jaren voor de hun lief geworden gemeente hebben gearbeid, aan te zien, dat zij moeite hadden hun gevoelens te verbergen.”

“Nadat de burgemeester met zijn echtgenote zijn plaats achter de groene tafel had ingenomen en het geheel voltallige ambtenarencorps alsmede de politie en de gemeentearbeiders stonden opgesteld, nam als eerste de gemeentesecretaris, de heer A. G. Bastiaansen het woord. Spreker vestigde er de aandacht op dat het nog zoo kort geleden is, dat in deze zaal hetzelfde ambtenarencorps aanwezig was om den burgemeester te huldigen bij gelegenheid bij zijn 25-jarig jubileum als burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel. Wij allen wisten toen reeds dat ook dit afscheid zou komen en we hebben toen reeds gelegenheid gehad uw verdiensten jegens uw gemeente te belichten.”

Het was hem aan te zien dat het afscheid de burgemeester zeer aangreep…

“U blijft voor ons, aldus spreker, burgemeester Serraris en wij allen hopen ook na 1 januari 1942 op uw invloed en steun te mogen blijven rekenen. leder van ons heeft reden om u dankbaar te zijn voor de wijze waarop u steeds onze belangen hebt willen behartigen. Wij zullen dit niet vergeten. Spreker voegde hieraan nog een persoonlijk dankwoord toe voor den steun en de welwillendheid welke ook steeds de verhouding tusschen den burgemeester en den secretaris der gemeente in al die jaren heeft gekenmerkt. De burgemeester, wier het was aan te zien hoezeer dit afscheid hem aangreep, nam hierop het woord om den secretaris te beantwoorden.”

“Ik heb, aldus de burgemeester, gedaan wat ik kon en wel naar mijn beste krachten. Dank hiervoor vraag ik niet want ik deed het van gansche harte. Spreker maakte een vergelijking met een bijeenkomst van 25 jaar geleden en hij ging na hoe het gemeentelijke apparaat in die jaren is uitgegroeid zoodat de raadszaal niet groot genoeg is om het gemeentelijk personeel te bevatten. Spreker dankt God voor de kracht die Hij hem heeft geschonken om zijn taak te volbrengen. Voorts is mevrouw Serraris hem een steun bij zijn moeilijkheden geweest. Als gij, zoo ging spreker verder, een beroep op mij doet om hulp of steun, zult gij allen en zonder uitzondering, steeds een open oor bij mij vinden.”

Na de kennismaking hield ook burgemeester Van Slobbe zijn toespraak…

“Ik dank u allen voor uw plichtsbetrachting en wensch u het allerbeste. Na een dankwoord aan den gemeentesecretaris voor zijn hulp en hartelijke vriendschap gedurende de vele jaren, dat spreker met hem heeft samengewerkt, besloot spreker diep bewogen met een korte samenvatting van de onderlinge verhouding. Er heeft hier steeds geheerscht een sfeer van hartelijkheid en genegenheid. De geest was hier uitstekend en de herinnering hieraan en aan u allen persoonlijk blijven, besloot jhr Serraris. Namens het gezamenlijk personeel werden hierop aan mevrouw Serraris bloemen overhandigd waarna allen gelegenheid kregen persoonlijk afscheid te nemen.

Het bovenstaande artikel van 2 januari 1942, het afscheid van burgemeester Serraris, stond tussen een stroom van oorlogsberichten. De tweede wereldoorlog was in volle gang. “Terugkeer Nederlandsche arbeiders naar Duitschland en Frankrijk”, meldt een van die berichten. En dat de NSB haar tienjarig bestaan groots had gevierd. Meer getuigend van realiteitszin was de mededeling dat vanaf dat moment voor 1 kilo suiker bon 150 geldig was. Voor 250 gram koffiesurrogaat diende men bon 155 in te leveren en voor 250 gram havermout of peulvruchten bon 161. In Amsterdam waren twee vrouwen gesnapt die in een kinderwagen een vat boter vervoerden. De boter bleek te zijn gestolen.

Burgemeester Van Slobbe ontving de nieuwe inwoners in het stadhuis…

Op vrijdag 2 januari publiceerde het Rotterdamsch Nieuwsblad ook een plattegrond van toen Groot-Breda. Zes dagen later, op donderdag 8 januari 1942, wordt het Ginneken (alsmede Princenhage en Teteringen) op het stadhuis in Breda ontvangen. Weinig emoties klonken door in de toespraak van de toenmalige burgemeester van Breda, Van Slobbe. Het was in zekere zin een toespraak van de overwinnaar. De tekst van het bewuste artikel luidt als volgt.

“In de receptiezaal van het stadhuis heeft het gemeentebestuur van Breda gistermiddag ter kennismaking ontvangen de deputaties van organisaties en vereenigingen uit die deelen van de gemeenten Ginneken, Princenhage en Teteringen welke met ingang van het nieuwe jaar bij Breda zijn gevoegd(*). Na de kennismaking richtte burgemeester Van Slobbe zich tot de aanwezigen en herinnerde er in zijn toespraak aan hoe hij het bij zijn ambtsaanvaarding tot een plicht rekende datgene te doen waardoor Breda tot grooten bloei zou kunnen worden gebracht. Hij memoreerde voorts de totstandkoming van de annexatie en hoe men ook in Den Haag en in Den Bosch de noodzaak hiervan inzag.”

De toestand in onze stad is gunstig en Breda drijft niet op één kurk…

“Het was nu eenmaal niet in het belang van het algemeen, dat aan elkaar gegroeide gemeenten ieder naar eigen inzicht zorgden voor stedenbouwen en ontwikkeling van industrie. Er moest een geheel worden geschapen om in de toekomst goed voor de dag te komen. Het verheugde spreker dat niet de landelijke deelen van Ginneken en Princenhage bij Breda kwamen, daar deze er volgens spreker niet bij hooren.” (de waarheid is dat het annexeren van die landelijke delen wel door Breda geprobeerd is, maar dat dit door Den Haag werd afgewezen om genoemde redenen - ws).

“Dat de annexatie haar beslag kreeg, geheel volgens de 1oorspronkelijk gemaakte plannen, daarvoor bracht burgemeester Van Slobbe dank aan dr. Frederiks, secretaris-generaal van Binnenlandsche Zaken. Hij bracht voorts dank aan de burgemeesters van de geannexeerde gemeenten voor den zakelijken strijd die moest worden gestreden zonder dat de hartstochten tot koolhitte werden opgevoerd. Richten wij het oog op de toekomst, aldus burgemeester Van Slobbe, dan kunnen wij constateren dat de toestand in onze stad gunstig is. Breda staat er goed voor en drijft niet op één kurk. Er is genoeg industrie, een goed winkelbestand en vreemdelingenverkeer. Er zijn bedrijven van groote vitaliteit, landbouw en vooral tuinbouw, welke laatste in de toekomst nog meer zal worden bevorderd. We vormen een naarstige en ijverige bevolking.”

De gemeenteraden werden door de Duitse bezetter buiten spel gezet…

“Tenslotte zei burgermeester Van Slobbe dat de gehele bevolking van Breda er van verzekerd kan zijn op het gemeentebestuur te kunnen rekenen. Onderscheid tusschen de bewoners van nieuw en oud Breda zal niet worden gemaakt en rekening zal worden gehouden met bijzondere omstandigheden. Met een verzoek op aller medewerking voor den groei en bloei van Breda besloot burgemeester Van Slobbe deze druk bezochte receptie. Onder de aanwezigen waren deputaties van Boerenleenbanken, Katholieke Actie, Wit Gele Kruis, kerkbestuur H. Laurentius, Ginneken Vooruit, Mannenkoor Ginneken en Princenhage, Sint-Cecilia te Princenhage en Ginneken, de directie van de Tuchtschool te Ginneken en vereenigingen Groen Wit en Zwart Wit.”

We hebben kunnen lezen hoe de burgerij en het gemeentelijk personeel afscheid namen van het 'zelfstandige Ginneken'. Maar hoe zat het met de politiek, onze vertegenwoordigers in de gemeenteraad. Een bijeenkomst van de Ginnekense gemeenteraad vond plaats op de 30ste juli 1941, vijf maanden voordat de annexatie een feit zou worden. Er was in het Ginneken net bericht ontvangen van het provinciebestuur hoe men wilde dat de annexatie haar beslag zou krijgen. De Ginnekense raad was furieus. “De voorzitter (burgemeester Serraris - ws.) is van mening”, zo staat er in de notulen te lezen, “dat men zoo lang mogelijk moet vechten. Men moet het zinkende schip niet verlaten”. De sfeer is grimmig.

Opnieuw zullen er weer twaalf klokslagen over het Ginneken galmen…

Maar aan de invloed van de gemeenteraad (dus de bevolking) om te kunnen bepalen hoe het besturen plaats dient te vinden, zou abrupt een einde komen, zelfs drie maanden vóór de annexatie. In september 1941 werden door de Duitse bezetter alle gemeenteraden in Nederland opgeschort. Dat gold ook voor de colleges van burgemeester en wethouders. In het vervolg deed alleen nog de burgemeester dienst en deze werd op veel plaatsen vervangen door een burgemeester die de vijand welgezind was. Van de Ginnekense gemeenteraad, dus de politiek, is nooit afscheid genomen. Haar inzet om Ginneken tegen annexatie te behoeden werd bruut onderbroken.

We veronderstelden het al, in de oudejaarsnacht 1941 moet het veel Ginnekenaren te moede zijn geweest toen de twaalf slagen van de Laurentiuskerk het jaar 1942 aankondigden. Nu eenenzestig jaar later zullen weer twaalf klokslagen van de Laurentiuskerk over het Ginneken galmen. Elf jaar geleden werd in het kader van de herdenking van het vijftig jaar geannexeerd zijn van Ginneken de verlichting op het uurwerk op de toren van de Laurentiuskerk voor de eerste keer ontstoken. De verlichting was een geschenk van de Ginnekense bevolking. Stichting “Annex-50” organiseerde de actie om het geld bij elkaar te brengen. Van 15 tot en met 24 mei 1992 werd door Annex-50 een groots herdenkingsprogramma uitgevoerd.

Annex-50 gaf een boek uit over de annexatie van Ginneken in 1942...

(*) Op 1 januari 1942 werden de dorpen Ginneken en Princenhage door Breda geannexeerd. De landelijk gebieden van beide gemeentes bleven buiten de annexatie. Dat Teteringen in de speech bij de burgemeester van Breda werd genoemd heeft de volgende reden. Het dorp Teteringen ontkwam aan de annexatie. Maar een uitloper van het grondgebied van Teteringen, de Teteringsedijk en het stuk tussen de Wilhelminabrug en het begin van de Ginnekenweg in een spie doorlopend over de Baronielaan tot aan de (nu) Zuidelijke Rondweg werden per 1 januari 1942 wel bij Breda getrokken. Over de annexatie in 1942 is door Annex-50 een boek uitgegeven. Zolang de voorraad strekt is dat nog te koop bij: Bruna, Dillenburgstraat 84-86, Vives, Ginnekenweg 53, en café ‘Het Ginneken’, Ginnekenweg 247.

2. Burgemeester Serraris had een paar weken vóór de annexatie door Breda zijn 25-jarig jubileum als burgemeester van de gemeente Ginneken en Bavel gevierd. Hij werd toen uitgebreid door de bevolking gehuldigd.
3. Direct na de Tweede Wereldoorlog werd ook het verenigingsleven in Ginneken nieuw leven ingeblazen. De R.K. Jongens en Heren Gymnastiekverening Sint-Christophorus (toen met zo’n tweehonderd leden) marcheerde in 1947 over het Oranjeplein, op weg naar de ‘bondsdag’. De vereniging werd vooraf gegaan door Harmonie Concordia.