Vroeger waren grenzen van het Ginneken heilig, ook die bij ’t Leijke’ bij het vroegere Oranjeplein.



1. Bij het Oranjeplein (nu het viaduct over de Zuidelijke Rondweg) lag vroeger de grens tussen Ginneken en Teteringen. Pas toen dit stuk Teteringen in 1927 bij Breda kwam, werden het Ginneken en Breda buren.
Eén van de grenzen van het Ginneken was vroeger de ‘Molenlei’. Dat was een smal voortkabbelend beekje dat zich een tiental meters ten noorden van het Oranjeplein tussen twee panden wrong en verder stroomde in oostelijke richting. Het was een natuurlijk gevormde grenslijn. Het in de volksmond ‘t Leike’ genoemde beekje werd lang geleden gedempt. Wat overbleef was een borstwering van oude stenen met een kunstig gesmeed ijzeren hek er op, een historisch monument.

Het is wel grappig om te vermelden dat de naam Oranjeplein officieel niet meer bestaat, maar de plaatsaanduiding is nog steeds in gebruik bij de oudere Ginnekenaren. Wie meent met ’t Leijke’ ook de grens tussen Ginneken en Breda is bepaald, slaat de plank volledig mis. Ginneken en Breda zijn nooit buren geweest, in ieder geval niet tot 1927. Passeerde je vanuit het Ginneken de grens die door ’t Leijke’ werd bepaald, dan kwam je in de gemeente Teteringen.

Burgemeester Serraris wachtte het Bredase schoelje op en hield ze tegen…

Het grondgebied van Teteringen liep tot het jaar 1927 globaal bezien als een punt tussen Ginneken en Breda, vanaf het Oranjeplein tot de Wilhelminabrug. Op 24 april 1927 werd dit stuk Teteringen bij Breda gevoegd en werden Ginneken en Breda voor het eerst buren. Vanaf die tijd werd deze noordelijke grens van het Ginneken bij ’t Leijke’ als het symbool gezien in de annexatiestrijd tegen het oprukkende Breda. Als een tastbaar bewijs van de Ginnekense zelfstandigheid. Het belang van deze grens werd voortdurend geaccentueerd door de toenmalige en laatste burgemeester van Ginneken, Jonkheer Mr. Th. E. Serraris. Ginnekenaar Nico Prins heeft dat vroeger eens in geuren en kleuren verteld. Kwam men er in het Ginneken achter dat lieden uit de Bredase samenleving op weg waren naar ‘het dorp’, lieden die daar niet gewenst werden, dan werd er direct actie ondernomen.

Burgemeester Serraris hoogstpersoonlijk wachtte dan samen met zijn veldwachter bij ’t Leijke’ het Bredase schoelje op om ze een halt toe te roepen. Zouden daar nu een flink aantal ME-ers voor nodig zijn, geloof me gerust, als burgemeester Serraris hen gelastte rechtsomkeer te maken, dan haalde niemand het in zijn hoofd daartegen te protesteren. Men wist dat een langdurig verblijf in een cel achter het Ginnekense raadhuis aan de Raadhuisstraat geen aanlokkelijk vooruitzicht was. Verder straalde de Jonkheer, ook al was hij klein van stuk, een heden ten dagen niet meer gekende autoriteit uit. De belangrijkheid van deze Ginnekense grens werd verder nog flink opgewaardeerd door de aanwezigheid van de remise van de Ginnekense paardentram. Die was recht tegenover café ’t Leijke’ gevestigd. In wat nu de Saxen Weimarlaan is.

Riet was getrouwd met Rienus van de Berg van de klompenmaker…

Café ’t Leijke’ bestaat niet meer. Het werd in de jaren tachtig gesloopt voor een appartementencomplex vlak bij het viaduct van de Zuidelijke Rondweg. De borstwering en het smeedijzeren hek werden ook gesloopt. Café ’t Leike’ was het eerste Ginnekense pand na de grens. Eerder droeg het café de naam ‘t Bruine Perdje’, in verband met de aanwezige remise van de Ginnekense paardentram. Pas toen Theodorus Petrus Daenen in 1929 het café kocht, werd de naam veranderd in café ’t Leike’. Het café werd later geërfd door dochter Riet Daenen. Die was getrouwd met Rienus van de Berg, een van de zonen van de voormalige Ginnekense klompenmaker uit de Dillenburgstraat. Met Riet Daenen hadden we in 1982 een interview. Zij wist zich veertig jaar later de annexatiestrijd nog goed te herinneren. Als kind maakte ze de verhitte discussies mee in het café van haar vader.

Dat kwam zo, kastelein Daenen was een grote voorstander van het annexeren van Ginneken door Breda. Daarmee was hij in het Ginneken een grote uitzondering. Waarom Daenen er geen bezwaar tegen had Bredanaar te worden is snel uitgelegd. In het Ginneken moesten de cafés in die dagen ’s avonds om elf uur sluiten, terwijl in Breda pas om middernacht de tap-toe-wet in werking trad. Verder wilde men in Breda wel eens een oogje dichtknijpen als er iets te feesten was. Burgemeester Serraris voerde ook op dit punt een strak bewind en kwam desnoods zelf even langs om de deur van het café op de knip te doen. Openlijk kwam je in het Ginneken er niet voor uit als je vóór de annexatie was. Daarvoor had je te weinig medestanders en lag de zaak te gevoelig, dit getuigen de vele acties die in Ginneken tegen een inlijving door Breda werden georganiseerd.

In 2004 werd het dorp Ginneken door de wijkraad nog verder gedegradeerd…

Keren we terug naar de onze tijd. Lang heeft het er naar uitgezien dat dit stukje Ginneken zou worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Het hoekpand Ginnekenweg/Zandbergweg (eigendom van de gemeente Breda) was jaren lang onbewoond en verkeerde in een erbarmelijke toestand. Maar omdat de ene na de andere bezuiniging zich aandiende, was het niet de tijd om ambitieuze nieuwbouwplannen uit te voeren. In 1982 kreeg het pand op de hoek van de Ginnekenweg en de Zandbergweg een grote opknapbeurt. Het pand werd verbouwd tot tweepersoons wooneenheden met een atelier en werd verhuurd aan beginnende kunstenaars. De op 1 november 1980 door de Ginnekense carnavalsorganisatie ’t Lestogenblik’ geplaatste herdenkingssteen in de borstwering van’t Leijke’ kreeg een nieuwe plek in de muur van het appartementencomplex.

De gedenksteen herinnert aan het feit dat bij ’t Leijke’ de grens van de gemeente Ginneken en Bavel heeft gelopen. De tekst spreekt van verzoening over de uiterst fel gevoerde annexatiestrijd. Burgemeester Merkx van Breda en burgemeester Van de Ven van Nieuw Ginneken waren op 1 november 1980 naar deze historische plaats gekomen om het monument te onthullen. De gemeente ‘Nieuw Ginneken’ ontstond in 1942 uit het restant van de gemeente Ginneken en Bavel, dus met uitzondering van het dorp Ginneken. In 2004 zou het Ginneken verder worden gedegradeerd. De in 2001 opgerichte wijkraad Ginneken=Ginneken liet weten dat het Ginneken in het vervolg als een echte wijk van Breda moest worden aangemerkt en niet meer als een dorp. De geschiedenis en alles wat daar bij hoort werden door Ginneken=Ginneken in de kliko gegooid. Dit artikel is dus niet aan het besteed.

2. Komend uit Breda, na het passeren van de Ginnekense grens, had je meteen aan de rechter kant café ’t Leike’. De kastelein was vóór de annexatie van het Ginneken door Breda. De sluitingstijd daar was niet om elf uur ‘s avonds, maar een uur later.
3. Als niet gewenste Bredanaars naar het Ginneken op weg waren, kon het gebeuren dat ze bij de grens bij ’t Leijke door burgemeester Serraris en een van zijn veldwachters werden opgewacht en terug gestuurd.
4. In 1980 plaatste het Ginnekense ’t Lestogenblik’ een herdenkingssteen in de borstwering van ’t Leijke’. De steen werd onthuld door burgemeester W. Merkx van Breda (r) en burgemeester M. van de Ven van Nieuw-Ginneken.