H..B.S. ‘Prins Hendrik’ werd in 1973 in de Vianden opgevangen en bouwde daarna het Schuttershof.



In de jaren zeventig kwam Handboogschutterij ‘Prins Hendrik’ geregeld in de problemen voor wat betreft haar huisvesting. Toen in 1973 schutterij 'Prins Hendrik' door de toenmalige eigenaar van café ‘De Gouden Leeuw’ in de Dillenburgstraat op straat werd gezet, dreigde zelfs een ondergang. “Ga eens met de beheerder van de Vianden praten”, was een advies. Op 30 juli 1973 vond het gesprek met Piet Vingerhoets plaats. Binnen enkele minuten was de Ginnekense schutterij voor lange tijd gered.

Het verslag is van de toenmalige voorzitter van ‘Prins Hendrik’, Willem de Ruijter. Het staat als een van de hoofdstukken in ‘De gouden eeuwen van het Ginneken’, een van de boeken uit de serie Ginnekense boeken van Annex-50. In het verslag is duidelijk te lezen hoe hoog de nood was gestegen en hoe ‘Prins Hendrik’ aan de rand van de afgrond stond. We schrijven Ginneken 30 juli 1973 en laten Willem de Ruijter, de voorzitter van ‘Prins Hendrik’ aan het woord.

Ga eens praten met Piet Vingerhoets van de 'Vianden' in het Ginneken…

“Het vinden van een onderdak voor ‘Prins Hendrik’ zou uitgroeien tot een bijna niet meer op te lossen probleem. Het is 29 juli 1973, bijna anderhalf jaar nadat Prins Hendrik uit de 'Gouden Leeuw' was vertrokken. Verschillende mogelijkheden voor het vestigen van een nieuwe schietbaan zijn al onderzocht doch boden geen uitkomst. Veel steun heb ik daarbij ondervonden van de heer De Bever van de Sportstichting Breda. Op die 29ste juli 1973 was ik aanwezig bij een handboogwedstrijd in Meerlse Dreef. Daar ontmoette ik Cor van de Broek van de handboogschutterij 'Soranus' te Bavel. “En Willem, hoe is het met Prins Hendrik gesteld?”, vroeg hij mij. “Hou op”, was mijn antwoord, “Prins Hendrik hangt aan een zijden draadje”.

”Van Cor kreeg ik het advies eens te gaan praten met de beheerder van het Ginnekense gemeenschapshuis 'Vianden', het vroegere 'Patronaat' aan de Viandenlaan. Maandag 30 juli, de andere dag al, had ik een gesprek met de beheerder. De kennismaking was erg vriendelijk. Een sympathieke man, de heer Vingerhoets, waren mijn eerste gedachten. Ondanks dat hij op het punt stond om met vakantie te gaan, liet hij mij toch het hele gebouw zien. “De zaal is druk bezet, maar er zouden wel wedstrijden in kunnen worden gehouden”, aldus de heer Vingerhoets. “De gang binnen en de waranda buiten zijn geschikt te maken om te trainen”, zo ging hij verder.

Buiten gekomen moest ik eerst mijn vreugde verwerken. We waren gered…!

”We zouden ook het voorste gedeelte van het terrein kunnen gebruiken voor het bouwen van een nieuwe schietbaan”, opperde Vingerhoets. “Pieeeeet, kunnen we weg?”, hoorde ik een vrouwenstem roepen. “Mijn vrouw”, legde de heer Vingerhoets ongevraagd uit, “we moeten weg. De dertiende augustus ben ik weer terug”, zo besloot hij het eerste onderhoud. “Dan zien we wel verder hoe we de zaak oplossen”. Buiten gekomen moest ik eerst mijn vreugde verwerken. De tot nu toe dreigende inktzwarte wolken boven het voortbestaan van Prins Hendrik waren opgetrokken. Een nieuwe leven brengende zon brak door. De schutterij zou een nieuwe toekomst tegemoet gaan, dat stond wel vast.”

”Mijn eerste gang was naar onze secretaris Harrie Nelemans om het goede nieuws te melden. Harrie deelde mijn vreugde en feliciteerde mij met het succes. Bij een kop koffie spraken wij af dat we de leden op zaterdag 11 augustus bij elkaar zouden roepen. Op die dag besloot de ledenvergadering om in het 'Patronaat' in te trekken. De eerste training vonden al op 18 augustus 1973 plaats. Dat gebeurde in de lange gang van het gebouw. Het schieten in de gang (binnen) en bij beter weer op de galerij (buiten) was natuurlijk een kwestie van behelpen. Er kon maar met twee schutters tegelijk worden geschoten. Het plan groeide dan ook om zo snel als mogelijk was op het veld naast het 'Patronaat' een nieuwe schietbaan te bouwen. Op 20 juni 1974 kregen we daarvoor een bouwvergunning inclusief de grond van de gemeente Breda.”

Op doktersadvies moest Willem de Ruijter het voorzitterschap neerleggen…

”De tekeningen voor de schietbaan lagen klaar en waren vervaardigd door ons lid Jan Jansen. We konden met bouwen beginnen.” Juist op het moment dat er gewerkt moest worden, belandde Willem de Ruijter in het ziekenhuis. Zijn dokter gaf hem het advies om te stoppen als voorzitter van ‘Prins Hendrik’. “Ik moest nu op anderen vertrouwen om de zaak af te maken”, vertelde hij ons. De beheerder van de ‘Vianden’, Piet Vingerhoets, kon zich het eerste gesprek met Willem de Ruijter nog goed herinneren. Ook hem laten we zelf zijn verhaal vertellen. “Toen Willem de Ruyter in 1973 bij mij kwam met de vraag of Prins Hendrik in de Vianden een onderkomen zou kunnen vinden, stond het antwoord voor mij al vast”.

”Als beheerder vond ik dat zeker de oude Ginnekense verenigingen een plaats moeten kunnen krijgen in wat men vroeger het ‘Patronaat’ noemde. Daar is het immers voor gebouwd, daarvoor zijn indertijd de gelden uit de gemeenschap bij elkaar gebracht. Als geboren Ginnekenaar heb ik met veel genoegen de activiteiten gadegeslagen van het bouwen van de nieuwe schietbaan voor ‘Prins Hendrik’ op het veld naast de 'Vianden'. Duidelijk was het dat ik te maken had met een vereniging, die zich tot het uiterste wilde inspannen om de problemen te boven te komen.”

Achteraf ben ik geschrokken van de verantwoording die ik op me nam…

”Toen mij in 1979 werd gevraagd om voorzitter te worden van ‘Prins Hendrik’ heb ik om dezelfde redenen, dat tot in het uiterste moest worden gewerkt aan het voortbestaan van al het goede dat Ginneken heeft voortgebracht, ja gezegd. Na het doorlezen van de geschiedenis van de schutterij Prins Hendrik ben ik achteraf wel een beetje geschrokken van de verantwoording die ik op mijn schouders heb genomen. Organiseren zit mij in het bloed, maar het instandhouden van de rijke tradities die de Ginnekense schutterij kenmerken, dat kan als eenling niet worden gegarandeerd. Gelukkig sta je niet alleen, ook de andere bestuursleden en leden hebben dezelfde intenties. Samen hebben we het dan ook geklaard.”