Toen Ginneken in 1950 Breda vroeg om de pomp te komen droogleggen, ontstond er slaande ruzie.



De Ginnekense carnavalsorganisatie ’t Lestogenblik’ bestaat 44 jaar. Het getal is deelbaar door elf, dus is het een kroonjaar. ’t Lestogenblik’ is hard aan het werk met het voorbereiden van carnaval 2003 en de extra feesten voor het jubileum. Een van de traditionele hoogtepunten tijdens het Ginnekens carnaval is de “pompdrooglegging” op de Ginnekenmarkt. Tegenwoordig wordt de ‘pompdrooglegging’ vooraf gegaan door een ontbijt met Mijnheer de Baron waar iedereen bij kan aanschuiven.

Het verloop van de 'Pompdrooglegging' is als volgt. Prins Carnaval van Breda komt met groot gevolg naar Ginneken, waar de pomp op de Ginnekenmarkt wordt geketend. Symbolisch wordt hiermee aangeven dat er vanaf dat moment geen water meer mag worden gedronken. Wat dan wel? Dat meldde AVRO-verslaggever Klaas-Jan Hindrikx jaren geleden in een uitzending van het AVRO Radio Journaal door uit te roepen: “Water is nu taboe in Ginneken, waar men slechts bij bier kan grinniken”.

En het Ginneken was furieus!!! U kunt zich de situatie wel indenken…

Gelijktijdig met het ontstaan van de traditie van het 'droogleggen’ van de Ginnekense pomp', brak in het jaar 1950 ook een pure machtsstrijd uit tussen de carnavalsorganisaties van Ginneken en Breda. Dat ontwikkelde zich al snel tot een rel die publiekelijk werd uitgevochten. Het idee van de Ginnekense carnavalsvereniging “De Pomp” om op carnavalszondag de Ginnekense pomp 'droog te leggen' sloeg goed aan in het Ginneken. Maar er was één probleem. In Ginneken had men nog geen prins carnaval of een andere 'adellijke' figuur om de plechtigheid te verrichten. Geen nood, besloten werd voor deze ceremonie de prins van Breda uit te nodigen. “Heel goed”, liet Breda (de B.C.V.) al snel weten. “Maar de organisatie zal in onze handen zijn”.

Uiterst minzaam wees Breda het Ginneken op het volgende: “Ginneken is in 1942 door Breda geannexeerd en daardoor is Ginneken Bredaas grondgebied geworden. Derhalve heeft onze organisatie (Breda) het in Ginneken voor het zeggen.” Ginneken was furieus!!! U kunt zich de situatie wel indenken. “Vergeet het maar, u bent niet meer welkom in het Ginneken”, liet men Breda onverholen weten. “Dat is niet aan u”, repliceerde Breda, “Wij komen toch en leggen de pomp droog”. De strijd werd keihard gestreden. Ginneken had haar antwoord klaar, ofschoon dat wel een paar dagen duurde. “Als u naar het Ginneken komt, zult u er alle cafés gesloten vinden en de Ginnekenmarkt leeg”, was het wapen dat in de strijd werd geworpen

Henri t' Sas veegde de Bredase Prins carnavalesk flink de mantel uit…

De Ginnekense carnavalsorganisatie 'De Pomp' had voor het sluiten van de cafés volledige overeenstemming bereikt met alle Ginnekense kasteleins. Breda ging overstag en capituleerde. Die carnavalszondag in 1950 kwam de Bredase prins met groot gevolg naar het Ginneken en legde er de pomp droog. Op de Ginnekenmarkt werd hij toegesproken door niemand minder dan de toenmalige bekende schrijver en toneelspeler Henri t' Sas. Hij veegde de Bredase Prins carnavalesk flink de mantel uit. Ginneken was in 1942 dan wel door Breda ingelijfd, maar hoe de gemeentegrenzen tijdens carnaval dienden te worden getrokken, was met deze publieke rel duidelijk vastgesteld. “Ginneken blijft met carnaval Ginneken”, zo had men in niet mis te verstane woorden aan Breda duidelijk gemaakt.

Het was dus Henri t' Sas die tijdens de eerste 'pompdrooglegging' voor het Ginneken en carnavalsorganisatie “de Pomp” de carnavalsprins uit Breda toesprak. Veel later is in Ginneken een plein naar hem vernoemd. Na die eerste ‘pompdrooglegging’ in 1950 zou Henri t’ Sas nog tot in de jaren zestig als spreker tijdens dit evenement figureren. In 1959 was in het Ginneken ’t Lestogenblik’ opgericht, dat in 1964 de organisatie van het Ginnekens carnaval heeft overgenomen. Carnavalsvereniging “De Pomp” had, flink vergrijsd, het bijltje er bij neergelegd. Eén telefoontje naar het thuiscafé van ’t Lestogenblik’, het café van Jan en Dien Brauers op de Ginnekenmarkt, was voldoende om de zaak te regelen.

Als je je in die jaren inliet met carnaval, kon dat je ook flink schaden…

In de vijftiger jaren was het niet voor iedereen raadzaam zich intensief met carnaval bezig te houden. Dat kon ook kwalijke gevolgen hebben. Dat ondervond Nico Prins de voorzitter van carnavalsvereniging 'De Pomp'. Buiten carnaval was hij begeleider aan de Ginnekense Tuchtschool aan de Galderseweg. De toenmalige directeur, van protestantse huize, vond het allemaal maar niks dat carnaval, dat gaf geen pas. Daarom liep Nico Prins tot twee maal toe een promotie mis. Binnen 'De Pomp' waren er meer die hun hart verpand hadden aan het 'vastenavondfeest'. Namen als Hein Veltman, Cees de Kort, Cor van Peer en Jan Brauers dienen hier met respect te worden genoemd als de grondleggers van het naoorlogse Ginnekense carnaval.